Blad 28 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 De heer Jacobse: Een volwassen beleid kenmerkt zich volgens mijn fractie door een zeker evenwicht. Aan de ene kant zou je kunnen zeggen geen enkele coffeeshop wordt gedoogd. Ik constateer dat, hoewel een aantal partijen dat op zichzelf best zouden willen, men toch van mening is dat dat wellicht niet een zaligmakende oplossing is en dat je dus een zekere hoeveelheid zult moeten toestaan om dit inderdaad uit de illegale sfeer te houden. Ik denk ook dat die partijen zich heel volwassen ten opzichte van deze problematiek hebben opgesteld. Volwassen is volgens mij ook niet het laissez fair principe, van wat gebeurd is, is gebeurd en daar laten wij het maar bij. Ik krijg toch een beetje de indruk dat dat het is, het krampachtig vasthouden van het systeem van er moet er vooral niet één dicht en desnoods passen wij daar de criteria maar op aan. Dat lijkt mij ook niet echt een volwassen benadering. Ergens daartussen zal het wel liggen, maar dat heb ik hier vanavond nog niet gehoord. Zeker als je kijkt naar het aantal inwoners, denk ik toch dat je in alle redelijkheid mag zeggen dat in Leeuwarden een bovenmatig aantal verstrekkingspunten isDus denk ik dat er best reden is om dat aantal te beperken. Uiteinde lijk is dat ook de aanleiding geweest om deze discussie te voeren en zijn uiteindelijk ook de berichten van de politie en Openbaar Ministerie aanleiding geweest om te zeggen: zoveel verstrekkingspunten maakt op een gegeven moment de spoeling zo dun, dat de kans dat daar andere activiteiten mee gecombineerd moeten worden om dat draaiende te houden groot is. Dat was ook de achtergrond van het voorstel zoals dat uiteindelijk in de eerste fase is gedaan. Ik constateer dat wij een heel eind gegaan zijn door te zeggen: akkoord, wij willen met die beperkende regels leven. Wij hebben toen gezegd: wij moeten niet praten over aantallen, want dat is niet zo relevant, het gaat om de beheersbaarheid en of dat er nu vijf, zes, acht, tien, twaalf zijn is dan niet zo relevant. Op het moment dat je criteria hebt vastgesteld en ze voldoen daaraan, dan is dat geen probleem. Ik denk wel dat je kunt constateren dat het huidige aantal, gezien het aantal inwoners, te groot is. Als je dat in stand wilt houden, is dat een politieke keuze, maar dan is het een hele andere inzet als toen wij van oorsprong aan deze dis cussie zijn begonnen. Ik denk ook dat het wat te gemakkelijk is om te zeggen dat het zo'n vaart niet zal lopen buiten te stadsgrachten. Wij hebben daar toch redelijk wat horecapunten liggen, die op het moment dat de horeca-uitbater besluit daarmee op te houden ingevuld zouden kunnen worden met dit soort activi teiten. Ik denk dat heel wat burgers in Leeuwarden vannacht wat rustiger zullen slapen als wij besluiten dat daar in ieder geval dit soort activiteiten niet mag plaatsvinden. Ik wil toch nog eens nadrukkelijk een beroep op u doen die Blad 29 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 duidelijkheid te geven. Als u zegt: het zal zo'n vaart niet lopen, is het ook geen enkel probleem om dat uit te spre ken. Ik denk dat dat in ieder geval de bedoelingen van deze raad heel helder maakt en dat de burgemeester ook recht heeft op die duidelijkheid bij de uitvoering. De heer Stoker: Ik vind het toch wel heel schrijnend dat het college er alles aan doet om te voorkomen dat er ook maar één coffeeshop verdwijnt, gezien het afstandscriterium en het criterium van de 35 mJ shopgrootte. Er wordt gespro ken over Sodom en Gomorra. Ik heb de indruk, gezien dit beleid en ook gezien recente besluiten aangaande de por- norock-concerten, dat men hier liever heel Leeuwarden tot Sodom en Gomorro-gebied verklaart. Bij Sodom en Gomorra was het ook consistent en de afloop was duidelijk. Laat die waarschuwing dan hier nog eens klinken. De heer Beers: Als ik naar de NLP-fractie luister, vind ik het jammer dan zo'n jonge partij zo'n volwassen en bedaagd standpunt inneemt en dan vind ik het heel prettig dat zo'n rijpe partij als PAL/GL toch zo jong en fris blijft als zij zich voelt. Ik wil eerst even reageren op de motie van de CDA-fractie. Ik heb het gevoel dat de CDA-fractie hardleers is en niet luistert naar welke argumenten dan ook. (De heer Krol: Dat is omgekeerd ook zo trouwens.) Nee hoor, dat valt heel erg mee. Ik wil daar twee voorbeelden van noemen. Laten wij beginnen met wat er staat in de motie: 'het aan tal coffeeshops waar softdrugs verkocht worden moet worden verminderd'Softdrugshandel is er, of dat nu één of vijf of twintig coffeeshops in de stad zijn, de handel is er ook zonder één enkele coffeeshop, dan verdwijnt die alleen naar de illegaliteit. Pleiten voor minder shops is puur cijfer tjes-fetisj isme en dat staat buiten de realiteit. (De heer JacobseIk vraag mij toch af in hoeverre de heer Beers dat hard kan maken. Ik ben toch voldoende economisch onderlegd om te zeggen dat ieder aanbod ook zijn eigen vraag schept.) (De heer Krol: Ik dank de heer Jacobse voor zijn ondersteu nende woorden, maar het was gericht tegen de CDA-fractie, vandaar dat ik nu even een antwoord geef. De heer Beers kan het niet met ons eens zijn, daar heb ik alle respect voor. Het was ook handig om dat omgekeerd ook zo te doen. Wanneer wij vinden op goede gronden, en die argumentatie staat in onze drugsnota, dat wij toe moeten gaan naar vermindering in relatie tot preventie, voorlichting en opvang van slachtoffersdan denk ik dat dat een hele consequente gedachte is en dat die ook helemaal niet zo slecht is. Dat past wellicht niet in zijn gedachtenlijn, maar om dan te zeggen dat wij slecht luisteren, dan komt het er alleen maar op neer dat wij moeten overnemen wat de heer Beers

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 15