Blad 30 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 vindt en dat gaat mij te ver.) Ik zal niet ontkennen dat de CDA-fractie heerlijk consequent is, maar als de heer Krol pleit voor een weigeringsgrond als een coffeeshop wordt gevestigd binnen 2 50 meter van een instelling voor opvang of behandeling van drugsverslaafden en als zelfs Versla vingszorg Friesland zegt dat dat een maatregel is die wat hun betreft geen enkele zin heeft, dan denk ik dat hij inderdaad heel slecht luistert naar argumenten van anderen. De motie van de NLP-fractie vinden wij zo mogelijk nog overbodiger dan die van de CDA-fractie. Ik denk dat ik in mijn eerste termijn duidelijk heb gemaakt dat het voor de PAL/GL-fractie van belang is dat de huidige coffeeshops een vloeroppervlak mogen handhaven van 25 m2 Als de voorzitter aangeeft dat met de ontheffingsmogelijk heden, zoals die in de regelingen zijn aangegeven, dat mogelijk is en dat dat zijn inzet zal zijn, dan zijn wij daarmee tevreden. Ik wil nog wel terug komen op vijf zaken die per 1 april a.s. gesloten moeten zijn. U legt uit dat dat een zaak is van het Openbaar Ministerie, daar kunnen wij niks meer aan doen. U gaat in dat antwoord niet in op de eigen rol van de gemeente, dat laat u ter zijde. Ik zou willen voorstellen om een tijdelijke ontheffing van de vergunning tot het schenken van alcoholhoudende drank te verstrekken, in ieder geval voor zo lang de procedure loopt. Dan heb ik het over de procedure wat betreft de bezwaarschriften tegen de af wijzing zoals die is geweest en de bespreking waarom ik heb gevraagd in eerste termijn van wijziging van het bestem mingsplan. Dat zijn toch zaken waar de gemeenteraad en in eerste instantie de commissie zich over kan uitspreken. Ik zou dat heel graag willen. Als laatste punt wil ik u nogmaals vragen om een reactie op het voorstel van de PAL/GL-fractie met betrekking tot het pillencontrolepunt voor XTC. De Voorzitter: Dan wil ik graag luid en duidelijk de evalu atie toezeggen, die door mij onvolledig is gedaan. Het ging over de opmerking van mevrouw WaandersBedoeld was en niet gezegd, maar nu wel, dat de raad inzicht krijgt in hoeveel vergunningen er zijn verstrekt, waarin hebben twijfelmomen ten gezeten, hoeveel coffeeshops zijn er exact die voldoen aan de eisen en, meer in het algemeen, hoe zijn de beslis singen uitgevallen bij het toepassen van criteria waar de niet planologische factoren een rol gespeeld hebben. Er zit nu een zekere maatwerkmarge en bij de evaluatie hoort uit drukkelijk aan de orde te komen hoe met name die andere criteria tot besluitvorming hebben geleid. Zo geformuleerd wil ik het graag breed aan de raad toezeggen. Blad 31 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 De opmerking van de heer Jacobse over zijn argument dat wij nu toch wel wat zacht bezig zijn, omdat het een bovenmatig aantal vestigings- en verstrekkingspunten zou betreffen in Leeuwarden, wil ik bestrijden. Het NRC-handelsblad heeft zaterdag jl. nog een overzicht gegeven van de lichte terug gang om economische redenen in Nederland in algemene zin en daarin de groep van ongeveer vijftien middelgrote steden er uit gelicht, waar een aantal van 280 a 320 verstrekkings punten zou zijn te noteren. Dat betekent dat Leeuwarden eerder net onder dat gemiddelde zit, dan dat zij er boven zou zitten. Ik wil daar toch graag op wijzen. (De heer Jacobse: Ik heb alleen u geciteerd in uw motivatie voor uw oorspronkelijk voorstel.) Ik geef die informatie als reac tie op uw stellingname van zoéven. Degenen die een herhaald pleidooi hebben gehouden voor het expliciet tegengaan door de raad van verstrekkingspunten buiten de stadsgrachten zou ik nu toch ook willen wijzen op het bekende artikel, waar ik eerder naar heb verwezen, 2.3.1.1.ade weigeringsgronden in woongebieden. Die zijn strak en het belangrijkste is en blijft natuurlijk dat daar planologisch voor bijna 100% per pand is geregeld wat de mogelijkheden zijn. Als wij in het verleden hebben gevonden dat iets droge horeca zou mogen zijn, dan hebben wij dat met z'n allen zelf toen uitgesproken per woongebied. Nogmaals, er zijn veel strakkere extra weigeringsgronden Met name ook zou ik op lid 4 willen wijzen. Ook al zou je bij planologische twijfel toch een vergunningsprocedure op willen starten, bijvoorbeeld ook nog met behulp van plano logische wijziging, dan is het college gehouden om heel erg te kijken naar de gevolgen voor die straat of die wijk, die ten gevolge van overlast negatief kunnen werken. Wij blij ven vinden dat dat strakke in de geest van de raad te han teren criteria zijn, waarbij 95% door de ruimtelijke orde ning is geregeld en de overige 5% zeker twee a drie extra instrumenten kent, die in het artikel staan omschreven, om als weigeringsgrond te gaan dienen. (De heer Krol: Als ik u zo beluister, dan zou verhuizing van Oostergrachtswal van 1 naar 9 niet kunnen, hoewel ik dan natuurlijk op een discus sie vooruit loop, dat weet ik. Maar ik dacht dat het nu misschien een mogelijkheid is om te antwoorden.Het voor uitlopen op een discussie is altijd onjuist, mijnheer Krol. (De heer Jacobse: Dat lijkt mij niet een correct antwoord. Dit antwoord is gegeven om u te betrekken bij de afweging. Het enige is dat wij tot nu toe die positieve instemming hebben gegeven om te constateren dat dat daar planologisch kan, de raad heeft zelf ooit een keer uitgesproken dat dat daar planologisch zou kunnen. (De heer Krol: Maar u hebt het nu in de hand om dit tegen te gaan.) Het is nog maar de vraag hoe straks de eindbesluitvorming afloopt. (De heer Krol: Ik heb het niet over besluitvorming, maar u hebt het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 16