Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 omzetclaim die noodzakelijk is voor het versterken van de binnenstad. Wij willen vragen aan de wethouder of het klopt dat zij hier in het verleden positief op gereageerd heeft. Zo ja, dan is dat op z'n minst toch strijdig met wat er nu in de raadsbrief staat. Dan hebben wij nog een vraag met betrekking tot de huidige ontwikkeling van perifere detailhandels vestigingen. Over versnipperingen gesproken. Wat te denken van een Formido- vestiging naast de Eikenflats of een Mazzelshop naast Marktkauf. Hoezo concentratie van PDV? Is de wethouder met ons van mening dat er een duidelijker detailhandelsbeleid ontwikkeld moet worden in Leeuwarden? Wij hebben nu de notitie PDV/GDV, wij hebben al gemeentelijk beleid vastge steld en ontwikkeld ten aanzien van wijk- en buurtwinkel- voorzieningen en perifere detailhandel in 1992. Wellicht zou er met behulp van deze notities toch eens gekeken kun nen worden in hoeverre er sprake kan zijn van een integraal detailhandelsbeleid waarin ook uitdrukkelijk het detailhan delsbeleid van de binnenstad meegenomen wordt. Graag ook een antwoord hierop van de wethouder. De heer Feenstra: Voor ons ligt een voorstel om te komen tot het kiezen van een PDV/GDV locatie binnen onze stads grenzen. Het zal u voldoende duidelijk zijn dat de CDA- fractie zich niet kan vinden in uw voorstel om het grootste deel van het GDV-terrein, namelijk 11.500 m2te bestemmen voor het terrein van De Centrale. De reden hiervoor hebben wij de laatste tijd getracht duidelijk te maken. Maar in de rapporten en van diverse deskundigen, inclusief de brief van het Ministerie van Economische Zaken van 25 maart jl. komen onder andere zinnen naar voren dat in Leeuwarden geen voldoende basis is voor de ontwikkeling van een volwaardige GDV-locatie. In dat geval zal in de verdringingsmark, zoals in Friesland en ook in Leeuwarden aanwezig is, een positie ve ontwikkeling van de ene locatie zonder meer ten koste gaan van de andere locatie. Maar het zal u verder wel dui delijk bekend zijn wat in die brief staat. Ook de adviezen en gesprekken met andere belanghebbenden konden geen enkele wijziging brengen in de standpuntbepaling van het college. Het grootste deel van de locatie moet komen op De Centrale. Is dit wel in het belang van onze stad en van onze onderne mers in de binnenstad welke ook wij vertegenwoordigen en namen wij hier een politiek standpunt in om een college standpunt er door te krijgen? In alle rapporten en adviezen komt De Centrale er zeer slecht uit. Bereikbaarheid, omge ving, discountachtig gebeuren, te ver van de binnenstad, etc. Aankleding en architectuur is iets aan te doen, mits men strenge eisen stelt, maar de ligging en bereikbaarheid blijft slecht. Blad 37 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 Dan de situatie. Waarom moeten wij op dit moment komen tot een aanwijzing van een nieuwe GDV-locatie buiten het centrum? Toch niet om de vraag naar winkelruimte, op dit moment of binnenkort is 16 a 17 duizend m2 in de aanbieding. De nieuwe locaties erbij komen wij tot circa 30.000 beschikbare vierkante meters aan winkellocatie. Wij hebben ook nog een masterplan in voorbereiding voor de binnenstad en dit kan alleen goed gerealiseerd worden indien wij hier achter staan en indien er weinig of geen leegstand voorkomt. De genoemde 3.500 m2, trouwens geen GDV-locatie want wij weten ook dat er in de binnenstad niet gesproken wordt bij grootschalige winkels ten opzichte van vierkante meters, kan gemakkelijk binnen of aan de rand van het centrum worden aangelegd. Maar hier voor moet visie zijn en draagkracht om te komen tot een goed masterplan voor de binnenstad, waarbij het ook aan trekkelijk wordt voor hoogwaardige winkels anders dan de discountachtige winkels, waarover wij spreken op de loca ties. Wij willen toch ook graag hoogwaardige bedrijven hier heen halen of hoogwaardige industrie en kantoorlocaties. Voor winkels geldt hetzelfde en deze liggen in het hart van de stad, dus in het centrum. Heel zwaar ligt ook voor ons het punt koopkrachtontwikke ling. Wie moeten de nieuwe omzetten realiseren? Beperkte groei koperspubliek, hoog aantal werklozen en uitkeringsge rechtigden in onze stad en ten noorden van onze stad waar wij het hoofdzakelijk van moeten hebben. Bij een gemiddelde winkelomzet van f 4.000,- per vierkante meter zou er een extra omzet moeten komen van f 12 0 miljoen. Dit is dus ten opzichte van de 30.000 m2 die beschikbaar komt bij uitbrei ding Andere argumenten die de laatste tijd door ons en andere partijen genoemd zullen wij maar niet meer opnieuw herha len, want deze worden toch niet meegenomen in de overwegin gen Het afgelopen weekend kregen wij opnieuw stukken onder ogen van onder andere ING-vastgoed en ABN-AMRO-projectontwikke- ling, waarin de beperkte haalbaarheid naar voren komt van de kleinste knooppuntstad, dus onze stad Leeuwarden. Hier is ook het kleinste marktgebied, welke hier wordt genoemd in samenhang met de omzet van de totale oppervlakte win kels. Toch zal het u niet verbazen, in het belang van onze stad, dat wij komen met een motie samen met de fracties van NLP en GPV/RPF/SGP omtrent de invulling van de GDV/PDV- ruimten binnen Leeuwarden. De motie zal ingebracht worden door de NLP-fractie en behelst het thans afzien van de GDV- locatie buiten het centrum en voorkeur voor een spoedige realisering van het masterplan binnenstad, nadat deze is aangenomen Op dit moment willen wij dus geen aanwijzing van het Cen trale-terrein, Spoordok of Westergopark.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 19