Blad 60 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 kans dat je een stukje van je koopkracht terug krijgt. Maar op het moment dat je nu al zegt, in de toekomst gaan wij het misschien toch anders doen, dan denk ik dat je voorlo pig wel op die meubelboulevard kunt gaan zitten wachten. Gezien het feit dat de wethouder blijkbaar alleen op vragen antwoordt, zal ik een aantal opmerkingen vragenderwijs nog eens herhalen. Eerst mijn conclusie dat haar opmerking in de raadsbrief over de twijfel van de Kamer van Koophandel en rijksconsu lent niet juist was, maar deze instellingen in GDV in Leeu warden ontraden. Een juiste? Zijn er verwachtingen gewekt bij Kennemerland BV aangaande de toekenning van GDV? Ik heb deze vraag ook al eens in de commissie gesteld, maar ik zie toch aanleiding om het nog een keer te proberen. Bent u voornemens in de toekomst fatsoenlijk te reageren op opmerking die in deze raad ook door niet-collegepartijen worden gemaakt? Ik vind het volstrekt beneden de maat wat hier is gebeurd vanavond. fAfevrouw Van Ulzen: De opmerkin gen die de heer Jacobse maakt zijn verschrikkelijk onparle mentair. Voorzitter het is uw taak - en ik hoop dat u hem vervult - om hem nu terecht te wijzen.) Ik wil hier ook helemaal niet parlementair zijn. Ik kan het niet laten om in de richting van de heer Beers nog een opmerking te maken. Hij heeft zojuist in de rich ting van de CDA-fractie gezegd: als zelfs Verslavingszorg Friesland zegt dat 250 meter niet gewenst is en je stelt dat toch voor dat luister je niet goed. Welnu, hier advise ren diverse deskundigen om GDV niet te doen, ik wacht af in hoeverre hij nu luistert. (De heer Beers: Met de nadrukke lijke toevoeging dat het een keuze is voor de lokale poli tiek, dat staat ook heel nadrukkelijk in de brief en wij maken de keuze. Ik geloof dat het zelfs de allereerste zin was in mijn betoog in eerste termijn. Wij kiezen voor GDV- ontwikkeling voor een regionaal koopkrachtcentrum hier in Friesland. Dat willen wij bereiken en niet meer. Het is heel duidelijk, wij maken die keuze wel en de heer Jacobse niet en hij is inderdaad niet parlementair, jammer.) De heer Krol: Het gaat mij er om, om de woorden van de heer Jacobse te onderstrepen, dat het inderdaad opviel de manier waarop het college in de persoon van de wethouder de beant woording deed met betrekking tot inbreng van niet-college- partijen. Daar hebben wij ons over verbaasd en in zoverre wou ik dat onderstrepen. De heer Stoker: Ik hoop zeker wel parlementair te zijn en daarom wou ik alleen maar zeggen dat ik de beantwoording Blad 61 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 van de vragen gesteld naar aanleiding van de beide mede door mij ingediende moties wel erg minimaal vind, te mini maal De heer Bakker: Wij willen graag een synergie tussen een sterke GDV en een vernieuwde binnenstad. 15.000 mJ is niet veel zoals door de meerderheid van de raad wordt erkend, doch acht de meerderheid van de raad het aanvaardbaar het GDV-concept te verzwakken en daarmee dus ook minder koop kracht te genereren voor de binnenstad dan mogelijk zou zijn geweest. Daarmee span je naar onze mening het paard achter de wagen. Draagvlak voor ons voorstel om volop voor De Centrale te kiezen, voor die 15.000 mJ GDV, is er dus niet. Wij vallen daarom terug op onze eerste voorkeur en dat is in dit geval de WestergolocatieWij zullen dus tegen het collegevoorstel stemmen. Duidelijk is ook dat voor de volledige invulling van de Westergo-locatie tot een GDV/PDV-concept onvolledig draag vlak in de raad bestaat. Het voorstel om te komen tot de invulling van een meubelboulevard, zoals de CDA-fractie doet, is weliswaar niet wat wij willen, maar het is in ieder geval een verbetering van de huidige situatie omdat het de versnippering in de meubelbranche verkleintDaarom willen wij dat voorstel van de CDA-fractie steunen. Wat wij natuurlijk niet zullen steunen is dat GDV uitge steld zal moeten worden (de eerste motie van de CDA- fractie)naar onze mening heeft de discussie al lang ge noeg geduurd. Ik heb in mijn eerste termijn ook gezegd dat andere steden eventueel ook wel aan de bak willen komen, dus kunnen wij ons dat niet permitteren. De andere moties en opmerkingen die zijn gemaakt zullen wij niet steunen. Mevrouw Van Ammers (weth.)De WD-fractie stelt een hele duidelijke vraag, waarvan ik dacht dat ik die in eerste instantie al heel duidelijk had beantwoord. Nogmaals, wij zullen een privaatrechtelijke overeenkomst aangaan met Kennemerland Beheer. Ik heb net diverse aspecten genoemd die daar ook bij aan de orde zullen komen, maar daar zal in ieder geval ook bij vastgelegd worden dat wij op dit moment inzetten op een meubelconcentratie op De Centrale, mocht het binnen vijf jaar - de heer Brok noemt vijf jaar, dat lijkt mee heel reëel - niet tot realisatie zijn gekomen, dat de gemeente dan vrij is om, indien wij dat zouden wil len, een andere locatie aan te merken als een locatie voor meubelconcentratie. (De heer Brok: En mevrouw Van Ammers verankert dat in een privaatrechtelijke overeenkomst.) Ja. Dan nog wat meer duidelijkheid over het realiseren van de parkeerplaatsen in de binnenstad. Hij heeft gelijk dat ik daar in eerste instantie niet op ingegaan ben. Ten aanzien

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 31