Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 zen van gebieden waarbinnen horecavestigingen van welk type dan ook minder wenselijk of onlogisch zou maken. Ook in de nieuwe situatie is het toch zo dat bepaalde gebieden über haupt horecavrij zullen zijn. Met andere woorden, het ver onderstelde logisch verband tussen het verlenen van exploi tatievergunningen en het al dan niet aanwijzen van horeca vrij e gebieden is ons niet echt duidelijk. Ik hoop dat het college die duidelijkheid wel kan verschaffen. Ik kan de vraag korter stellen: wat is het verschil in functie van de horecavrije gebieden in de bestaande en in de nieuwe situa tie. Misschien is dat wat duidelijker. Tot slot een punt - daar heeft de heer Krol ook al naar verwezen - ik heb dat in de commissie ook meer dan eens sprake gebracht - dat betreft het problematisch gebruik van jongeren ver onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar mogen een coffeeshop niet bezoeken. Dat is een landelijke richtlijn en daar willen wij ook niet aan tornen. Het han teren van die richtlijn betekent echter niet dat daarmee de kwestie van softdrugsgebruik en dan vooral het problema tisch gebruik van jongeren ver onder de 18 jaar ook van de baan isHet gevaar van doorverkoop straathandel is reëel Enerzijds pleit dat gevaar voor een stringent handhavings beleid, anderzijds dient het probleem aan de orde te komen in het kader van het jeugdbeleid. In die context zullen wij er ook op terug komen als fractie. De heer Hoogeveen: Aan de orde is een wijziging van onze Algemene Plaatselijke Verordening op het punt van het hore- cabeleid, met name in verband met het opnemen van coffee shops als volwaardige onderneming waarop dit beleid van toepassing is. Wat dat betreft denken wij een hele vooruit gang, omdat nu eindelijk voor coffeeshops een duidelijke regulering gaat gelden. Voor de D66-fractie was nooit het doel om het aantal cof feeshops te verminderen, zoals voor sommige andere partijen in deze raad dat wel was. Het sturen op vermindering is naar onze opvatting een risico, omdat dat vrijwel zeker tot een verplaatsing van de handel naar plaatsen waar wij geen controle kunnen uitoefenen tot gevolg zal hebben, verplaat sing naar de straat, verplaatsing naar scholen, verplaat sing naar panden waar wij geen toezicht kunnen houden. Die toezicht, die controle, daar draait het wat ons betreft ook om bij dit voorstel. Wij willen graag dat coffeeshops aan heldere voorschriften moeten voldoen en dat die voorschrif ten vervolgens ook op een heldere manier gehandhaafd wor den. Het voorstel zoals dat nu aan ons voorgelegd wordt, is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met zowel de Commissie Bestuur en Middelen als met alle belanghebbenden. Dat over leg is goed geweest Blad 13 Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1997 Op een groot aantal punten, waarover ik al in eerste ter mijn in de eerste commissievergadering opmerkingen maakte, is het voorstel gewijzigd. Met name de 2 50 meter grens, zoals die nu door de CDA-fractie weer wordt voorgesteld, is uit het voorstel gehaald. Wij zijn daar ontzettend blij mee, omdat die volstrekt onrealistisch is. De grens van 250 meter zou in feite betekenen dat op één na alle coffeeshops in Leeuwarden zouden moeten sluiten en dat zou zeer ernsti ge gevolgen hebben voor de straathandel en de vermenging van die handel met bijvoorbeeld de harddrugshandeliets wat wij toch zeker niet zouden willen en wat ook voor onze jeugd in Leeuwarden buitengewoon slecht zou zijn. Wat ons betreft zijn er nog een paar punten waarover van avond gesproken zou moeten worden, die liggen met name in de sfeer van het overgangsrecht, mevrouw Waanders had het daar ook al over. Het gaat dan bijvoorbeeld om de 3 5 m2 eis die opgenomen is in de verordening, zoals die ook voor andere horecabedrij ven geldt. Sommige coffeeshops kunnen op dit moment onmoge lijk voldoen aan die eis, 25 m2 zou wel mogelijk zijn. Mevrouw Waanders zei het al, wij zouden graag willen voor komen dat nu gedwongen allerlei snelle verhuisbewegingen plaats zouden gaan vinden, wellicht naar plaatsen waar wij helemaal geen behoefte hebben aan een nieuwe coffeeshopves tiging. Om die reden zouden wij graag willen dat bestaande vestigingen, die onmogelijk kunnen voldoen aan de 35 m2 grens, kunnen volstaan met een oppervlakte van 25 m2Wij zouden ook graag willen dat dat op een heldere manier aan de desbetreffende exploitanten wordt duidelijk gemaakt. Het gaat hier om de bestaande ondernemers, dat zou betekenen dat als er een nieuwe ondernemer in hetzelfde pand verder zou willen gaan, dat hij aan de nieuwe eisen moet gaan voldoen. Iets dergelijks geldt in feite ook voor de toiletvoorzie ningen. Er zijn coffeeshops die op dit moment werken met één toiletvoorziening en niet met een gescheiden dames- en herentoiletvoorziening. Daar is wat voor te zeggen uit het oogpunt van beheersbaarheid en toezicht, omdat de sleutel van die toiletvoorziening bij de beheerder berust. Ook dat zou een oplossing zijn waar in het kader van het overgangs recht rekening mee gehouden zou kunnen worden. Tenslotte, het overgangsrecht valt eigenlijk een beetje buiten deze verordening, maar geldt wel voor vijf punten waar cannabis verhandeld wordt, dat gaat over punten die geen droge horecavergunning hebben. In de laatste commis sievergadering is daar door een aantal insprekers over gesproken. Daar is toen door de burgemeester toegezegd dat de desbetreffende exploitanten een brief zouden krijgen. Inmiddels heb ik van betrokkenen begrepen dat zij die brief

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 7