Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 12 mei 1997
De heer Gros: Het thans voorliggende raadsvoorstel is het
resultaat van een langdurige discussie binnen de raad om
trent de inzet van financiële middelen en de keuze tussen
de meest adequate instrumenten voor wat betreft inkomenson
dersteuning en bevordering van de maatschappelijke partici
patie van de minima. In de commissievergadering van 21
april jl. heeft de D66-fractie zich vierkant opgesteld
achter dit beleidsvoornemen. Het doet ons deugd dat de
andere fracties, uitgezonderd één, eenzelfde wijsheid heb
ben tentoongespreid. Wij beschouwen dit voorstel als even
wichtig, gelet op de beschikbare financiële ruimte. Het
betreft hier echter wel een minimum variant. Onze opmerking
in de commissievergadering aangaande de kortingspas, de
integrale schuldhulpverlening en het kwijtscheldingsbeleid
zijn door de wethouder naar tevredenheid beantwoord. Aan
gaande de kortingspas wil ik hier nog wel herhalen dat de
D66-fractie het participatie-element belangrijker vindt dan
het inkomensondersteunende effect. Dit is met name van
belang voor die inkomensgroepen net boven het minimum.
Voor wat betreft de recente voorstellen van minister Mel-
kert, met name de verhoging van de bijzondere bijstand voor
specifieke doelgroepen betaalbaar te stellen door een extra
storting in het Gemeentefonds, wil ik nu reeds het signaal
afgeven dat de D66-fractie dit als extra beschouwt voor de
minima en dat deze bedragen niet versleuteld mogen worden
in een financiële inspanning van de gemeente Leeuwarden
voor de minima. Dit om helder aan te geven dat dit raads
voorstel door ons als een minimumvariant wordt aangemerkt.
Ter afsluiting wil ik de NLP-fractie oproepen in deze ver
gadering een positievere bijdrage te kiezen dan welke zij
naar voren heeft gebracht in de commissievergadering. De
heer Jacobse laat zich altijd voorstaan op het feit dat hij
econoom is, althans economische vakken doceert. Zijn bij
drage in die commissievergadering heeft mij in ieder geval
gesterkt in de opvatting dat economie inderdaad geen weten
schap is.
De heer Feddema: Voor ons ligt het collegevoorstel Minima
beleid 1997 en naar ik mag hopen ook het model voor de
komende jaren. Ik mag nu toch wel met enige kritiek zeggen
dat het een zware bevalling was.
Het voorstel is uitgebreid aan de orde geweest in de Com
missie Economische en Sociale Zaken van 21 april jl., van
daar dat ik namens mijn fractie nu alleen inga op de hoofd
lijnen die door de WD-fractie zijn ingebracht.
Het uiteindelijke voorstel is een evenwichtig stuk, een
voorstel dat voor de WD-fractie acceptabel is. Echter wij
beschouwen dit wel als een minimum variant. Waarom? Laten
wij daarvoor even terug gaan naar 24 juni 1996. Op die
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 12 mei 1997
datum, nu bijna een jaar geleden, hebben wij bij motie
besloten om de kosten die gepaard gaan met de invoering van
de zogenaamde gemeente voordeel pas, de verruiming van de
kwijtscheldingsnorm OZB en de verbeteringen van de schuld
hulpverlening te dekken ten laste van de eigen middelen
voor het Grote Stedenbeleid. Dat het college nu voor een
zeer belangrijk deel uit die eigen middelen voor het Grote
Stedenbeleid, zeg maar de f 890.000,- die bij motie van 24
juni 1996 vastgesteld was, de dekking haalt voor de struc
turele overschrijding van f 5 ton bij de bijzondere bij
stand, kunnen wij als WD-fractie billijken, maar het moet
gezegd worden dat dit de keuze was van het college. De toch
op z'n minst kennelijke indruk die wij gewekt hebben naar
de doelgroep middels diezelfde motie om te komen tot een
vorm van voordeelpas Leeuwarden. De WD-fractie vindt dat
wij vooralsnog vast moeten houden aan zo'n pas, maar dan
een pas - en dat is steeds onze inzet geweest op korte
termijn - budgetneutraal en tevens - en dat is voor de WD-
fractie een voorwaarde - niet inkomensafhankelijk mag zijn.
De pas moet voor een zeer brede doelgroep toegankelijk
zijn. Even terugkomend op het budgetneutraal, voor wat de
promotie voordeelpas Leeuwarden betreft, mijn fractie kan
zich voorstellen dat dit voor de eerste twee jaar, vooral
voor wat betreft de opstart, zeer moeilijk zal worden. Mijn
fractie vindt dat tijdens deze opstartperiode incidenteel
geld beschikbaar mag worden gesteld en als dekkingsvoorstel
noemen wij het zogenaamde minimafondsMaar laten wij er
ook duidelijk over zijn dat, dat dan voor ons ook het fi
nanciële plafond zal zijn.
De heer JacobseIk ben het eens met de heer Gros als hij
bedoelt dat economie geen exacte wetenschap is, maar be
hoort tot de sociale wetenschappen. Inderdaad, er zijn
mensen die vinden dat sociale wetenschappen geen weten
schappen zijn. Voor de rest laat ik dat maar even buiten de
orde van deze vergadering.
Zeggen dat de uitgaven bijzondere bijstand nog eens nader
onder de loep genomen moeten worden, is blijkbaar in deze
raad vloeken in de kerk. Wel nu, u kent mij, als er iets is
waar mijn fractie goed in is, dan is het wel in het omver
kegelen van heilige huisjes.
Waar gaat het om. Er is een overschrijding van f 0,5 mil
joen op bijzondere bijstand, een van de onderdelen van het
voorstel. Als dit uitsluitend het gevolg was van het aantal
aanvragers, dan zou je nog kunnen zeggen dat het eigen is
aan de sociale problematiek van de stad en misschien zou je
zelfs kunnen zeggen dat het toch goed is dat zoveel mensen
de weg naar deze regeling hebben kunnen vinden, zij hebben
er immers recht op. Echter als het verschil mede een gevolg
is van het feit dat de uitkering per aanvraag veel hoger is