Blad 24 Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997 brengen en anderzijds meer ruimte te creëren door onderzoe ken die tot bezuinigingen moeten leiden, wordt door ons on dersteund. Dit alles moet volgens D66 tot een aanvalsplan voor het onderhoud leiden. Dit aanvalsplan, waarin een dui delijke prioritering van activiteiten ter voorkoming van erger moet staan, willen wij nog voor de begroting met u bespreken. Indien het voorkomen van erger niet meer moge lijk is, omdat een weg bijvoorbeeld zo erg beschadigd is dat hij volledig vernieuwd moet worden, zal gekeken moeten worden of dit vervangen te combineren is met andere activi teiten als het herinrichten van de straat en het onderhoud aan de riolering. Tevens zal bekeken moeten worden of het mogelijk is om een minder onderhoudsgevoelige inrichting en materiaal te kiezen. Daarnaast kan bezien worden of de kos ten verder gedrukt kunnen worden door het inzetten van ge subsidieerde werkgelegenheid. Tenslotte voorzitter, hebben wij bij de behandeling van Perspectiefnota in de commissie gevraagd hoe het nu toch kan dat als gevolg van uitbreiding van het areaal openbaar groen een tegenvaller ontstaat, zoals bijvoorbeeld bij het Van Slooten-terrein is gebeurd. Het zou toch moeten zijn dat bij iedere investering of uitbreiding direct de onder houdskosten mee begroot worden. Op deze opmerkingen hebben wij, ondanks een toezegging van wethouder Brinks, nog al tijd geen antwoord gekregen. Het gaat deze keer om een re latief kleine tegenvaller, maar als het consequent begroten bij ieder besluit geen gebruik wordt, kunnen de tegenval lers bij toekomstige investeringen weer fors oplopen. Om dit soort zaken in de toekomst te voorkomen hebben wij sa men met de CDA-fractie hierover een motie ingediend. Voor de komende vier jaar is inmiddels jaarlijks zo'n f 7 miljoen beschikbaar om het achterstallig onderhoud aan te pakken. Dit is echter, ook bij vergaande minimalisatie van kosten, bij lange na niet voldoende om het probleem struc tureel op te lossen. Er zal dus gezocht moeten worden naar aanvullende financiering. De meeste voorstellen die het college ons nu doet voor bezuinigingen worden door ons on- t dersteund. Alleen de bezuiniging op het schoolzwemmen zien wij niet zitten. Wij zijn bereid om met het college te den ken over een wijze van financieren die het geld vooral te recht laat komen bij kinderen die niet op een andere manier leren zwemmen. Dit past immers ook in het streven naar een meer subjectgerichte subsidiemethodiek, waarover we later dit jaar verder zullen discussiëren. Daar zijn overigens afspraken over gemaakt bij de behandeling van de Perspec tiefnota in de commissie. Ik was wat verbaasd over de motie die de heer Krol daar zojuist over heeft ingediend. Maar het schoolzwemmen, daarvan willen wij in ieder geval dat die andere wijze van werken zal worden opgezet. Wij zijn er op voorhand niet van overtuigd dat dat een bezuiniging zal Blad 25 Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997 rechtvaardigen. De CDA-fractie heeft daarom ook op dat on derdeel mede namens ons een motie ingediend. Bij het gebruik van sportvelden is naar onze mening nog het nodige te verdienen. De fractie van de WD zal hierover me de namens ons een motie indienen. Ook op het punt van het selectiever inhuren van extern per soneel, externe adviseurs en interim-management valt wat ons betreft geld te besparen. De fractie van PAL/GroenLinks dient hierover mede namens ons een motie in. Met deze beide voorstellen en met het resultaat van de door het college aangekondigde onderzoeken moet het mogelijk zijn dat het financiële perspectief voor de gemeente weer zodanig wordt dat de nieuwe gemeenteraad, die volgend jaar aantreedt, verder kan investeren in Leeuwarden. Rest mij nog om alle medewerkers die dag in dag uit bezig zijn met het werk voor onze organisatie dank te zeggen voor hun inspanningen gedurende de afgelopen periode De heer Brok: Mijnheer de voorzitter, het college stelt op bladzijde 1 van de Perspectiefnota"Zonder voldoende mid delen is realisering van beleid een utopie". Naar de mening van de WD-fractie een juiste stelling. Het is daarom goed te mogen constateren dat bij het verbe teren van de financiële huishouding en het financieel mana gement, deze collegeperiode belangrijke vorderingen gemaakt zi jn Inzichtelijk is echter dat de financiële situatie van onze gemeente broos blijft en willen wij ons voldoende pantseren voor de toekomst, dan is een nieuwe taakstelling onontkoom baar. De passage uit het Collegeprogramma "Gezien de finan ciële omstandigheden is het nodig prioriteiten te stellen", blijft van toepassing. Bij het bestrijden van problemen en het stellen van priori teiten wordt op nationaal, provinciaal en gelukkig ook op lokaal niveau, steeds meer gekozen voor een liberale aan pak. Meer dan voorheen leeft het besef van de beperkte maakbaarheid van de samenleving. De kwalijke gevolgen van betutteling, wij weten wel wat goed voor u is en het alles omvattende overheidsingrijpen, zijn bij velen bekend. Steeds meer is de afgelopen jaren de grens van een sturende verzorgingsstaat en verzorgingsstad in beeld gekomen en te gelijkertijd is sterker inzicht verkregen in de kracht en de mogelijkheden van de geëmancipeerde burger. Binnen de nog verder te ontwikkelen waarborgstad, past een lokaal bestuur dat zich beperkt tot kerntaken. Naar de me ning van onze fractie is nog steeds onvoldoende bepaald wat nu precies kerntaken zijn en wat niet. Daarom zal deze dis cussie ook de komende jaren door mijn fractie permanent ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 13