Blad 74
Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997
De heer Krol: Ik zal dezelfde werkwijze volgen.
Motie nr. 1 van de PvdA-fractie, geld onttrekken aan het
Investeringsfonds en dat later weer terug storten, zijn wij
het mee eens
Motie nr. 2, vrijvallende middelen voor minimabeleid, gaat
met name om kwijtschelding tot 100% van de afvalstoffenhef
fing. Er is vorig jaar inderdaad een motie aangenomen, wij
hebben daar van harte aan meegewerkt. Het ligt nu voor de
hand dat wij voor deze motie zijn.
Motie nr. 3, informatiewinkel in Stadskantoor, is zojuist
een wijziging op gekomen en veranderd in januari 1998. Wij
zijn daar voor en steunen dus die motie.
Motie nr. 4 van de CDA-fractie met betrekking tot voor de
bezuinigingsvoorstellen presenteren voor invulling van de
bezuinigingen als zodanig. Onze bedoeling is om niet alleen
de invulling voor het eerstkomende jaar rond te maken, maar
om ook het doorkijkje te geven naar wat ons en de burgers
te wachten staat in de komende jaren met betrekking tot die
bezuiniging van f 9,5 miljoen, waar wij het op zich mee
eens zijn. Ook vragen wij iets heel normaals, een aantal
voorstellen extra om te kunnen kiezen. Daar heeft deze raad
regelmatig op aangedrongen, vandaar onze motie om keuzes te
hebben, om te zien wat wel past en wat niet past. Het is
jammer dat het college reageert met de opmerking dat het
niet lukt. Ook wij denken dat het niet makkelijk is om dat
in te vullen, maar het zou zo moeten zijn dat als je plan
nen hebt met betrekking tot achterstallig onderhoud en der
gelijke, je presenteert een Perspectiefnotaje presenteert
een begroting aan het eind van dit jaar, dan moet je denken
wij ook dat doorkijkje hebben naar volgende jaren. Daar
heeft eenieder recht op. Jammer dat dat niet lukt vanuit
het college. Wij zullen ons beraden om te zien wat wij
daarmee zullen doen bij de komende begrotingsbehandeling,
maar de motie blijft gehandhaafd. (De heer Bakker: Wil de
heer Krol dan een meerjarig perspectief naar die f 12 mil
joen toe)Nee, voor de goede orde, in onze motie staat
niet dat wij f 12 miljoen willen bezuinigen, in tegenstel
ling tot de f 9,5 miljoen van het college. Wij willen enige
extra voorstellen hebben ter hoogte van zo'n f 12 miljoen
om keuzes te kunnen maken voor f 9,5 miljoen. Dat is het
misverstand dat er rondom die motie hangt, maar ik hoop dat
ik dat nu heb uitgelegd.
Motie nr. 5 van de CDA-fractie over het achterstallig on
derhoud. Wij hebben voorgesteld in ieder geval een eenmali
ge injectie te geven aan onderhoud (of achterstallig onder
houd dat maakt wat ons betreft geen verschil) van ten min
ste f 3 miljoen. De wethouder zegt dat het college daar ook
ten minste op uitkomt. Wat dat betreft zijn wij het eens.
Blad 75
Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997
Een beleidsondersteunende motie wordt wel vaker aangenomen
in deze raad, sterker nog hij staat ook op nominatie aange
nomen te worden bij motie 17 of zo. Ik zou de motie willen
handhaven, het kan geen enkel kwaad om die motie te steu
nen
Motie nr. 6, onderhoudspost aangeven bij elk nieuw project
en bij de normale posten die wij op de begroting hebben.
De wethouder heeft uitgebreid gepoogd om ons gerust te
stellen door te zeggen: zo mogelijk, het komt wel goed, het
wordt per 1 januari 1998 wel ingevuld. Het lijkt ons voor
de helderheid en voor de zekerheid het meest wenselijk deze
motie te handhaven, mede gelet ook op de steun die er door
anderen aan gegeven wordt, de D66-fractie en ook de PvdA-
fractie
Motie nr. 7 over het subsidiebeleid.
Waar het ons om gaat heb ik proberen uit te leggen in mijn
eerste termijn. Als je op een zo principiële manier op een
andere manier wilt gaan werken met het subsidiebeleid, dan
kan eenieder bevroeden dat dit behoorlijk wat effecten zal
hebben. Wat dat betreft willen wij vanaf het begin ook de
uitgangspunten, die wij kennelijk nu met elkaar moeten
vaststellen wat het college betreft, breed bediscussiëren,
ook met maatschappelijke organisaties, ook met mensen die
daarvan afhankelijk zijn, om vanaf het begin te kijken hoe
wij dat opzetten, hoe wij dat met elkaar bespreken en hoe
wij tot een goede procedure komen om die weg met elkaar te
bewandelen om te komen tot een ander, misschien beter, sub
sidiebeleid.
Wij hebben er twee keer over kunnen spreken. De ene keer
informeel aan de overkant. Laat ik mij daar maar niet over
uitlaten, want ik denk dat dat ook niet de meest zinvolle
en prettige avond was om zaken met elkaar te doen, daar
kleefden nogal wat smetten aan wat mij betreft. In ieder
geval in die zin dat er geen besluiten konden worden geno
men. (Mevrouw Van Ulzen: Ik begrijp absoluut niets van die
smetten? Zou dat even uitgelegd kunnen worden, want anders
heb ik weer iets niet begrepen.Nee, dat doe ik dus niet.
(De heer SluiterDan is er toch op z'n minst sprake van
een verschillende uitleg van gebeurtenissenVan smetten
ben ik mij niet bewust. Verder vond ik het een heel genoeg
lijke bijeenkomst, waar volgens mij inderdaad geen beslui
ten zijn genomen in de formele zin van het woord, maar dat
was ook niet de bedoeling van de bijeenkomstDe intentie
was om wijziging van het subsidiebeleid aan de openbaarheid
prijs te geven en eens te kijken hoe dat ligt. Ik denk dat
daar op een hele constructieve manier over gediscussieerd
is. Dat was van een betrekkelijk willekeurig ander raadslid
de ontvangst van die bijeenkomst.)
De tweede keer dat er over gesproken kon worden, was bij de
Commissie Bestuur en Middelen. Wij vinden dat een te be-