Blad 78 Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997 best kunnen, dan is denk ik 5% niet eens zoveel. Dat heeft te maken ook met gemotiveerdheid van het eigen personeel, ik heb dat reeds betoogd. Ik vind dat de wethouder van Per soneelszaken wat karig is omgesprongen met de opmerkingen die zijn gemaakt met betrekking tot het personeel, mis schien kan dat in tweede termijn. Ik denk dat deze motie van de PAL/GL-fractie goed is, wij zijn daarvoor. Motie nr. 22 van de NLP-fractie vraagt om geld voor achter stallig onderhoud, dat deden wij ook reeds; die vraagt ruimte voor nieuw beleid, ik denkt dat dat ook de wens van college en raad is, wat dat betreft is het beleidsonder steunend; het derde punt de lastenverlichting is iets nieuws. U kunt zich herinneren dat wij daar in eerste ter mijn ook een opmerking over gemaakt hebben. Hier wordt ge vraagd om f 250.000,- om daarmee door te gaan. Wij kunnen ons daarin vinden. Wij zullen deze motie dus steunen. Motie nr. 23 van de GPV/RPF/SGP-fractie zullen wij niet steunen. Wij zijn het eens met de motivering van het colle ge, maar daar komt bij dat wij ook niet helemaal de redene ring kunnen volgend van de heer Stoker in eerste termijn met betrekking tot die kinderopvang. Vandaar dat wij deze motie op dit moment onder de gegeven omstandigheden niet steunen. (De heer Stoker: In welke zin kan de heer Krol de motie niet volgen? Hij had mij om verduidelij king kunnen vragen.) Kortheidshalve doen wij dat niet. (De heer Stoker: Dat is zwak.) Ja, maar niets menselijks is ons vreemd. Dan nog even met betrekking tot de opmerkingen van het col lege Mevrouw De Haan gaf te kennen dat de raad het in principe met elkaar eens is met betrekking tot de toekomst, dat er een grote mate van overeenstemming is met betrekking tot de ambities. Dat is waar, maar wij hebben daar een paar kant tekeningen bij gemaakt, dit zou je dus moeten afzetten in relatie tot de financiën. Wij hebben ook betoogd dat dat zou moeten in relatie tot de personele capaciteit, dat wij onze hand niet moeten overspelen met betrekking tot een al te hoge werkdruk en dat zit er maar al te gauw in. Ik hoor hier al iets roepen over die 5%. Het is wel eens lastig dat je dicht bij het college zit, want je hoort meteen al roe pen van ach, au, nee en ja, maar argumenten uitwisselen heb ik liever. De kloof met de burgers hebben wij een opmerking over ge maakt en niet zomaarDe heer Timmermans doet voorkomen alsof wij dat zouden willen oproepen. Niets is minder waar. Als je echt je oor te luister legt en eens nagaat hoe men sen reageren nadat zij hebben ingesproken, nadat zij infor matieavonden hebben bijgewoond, nadat zij uitleg hebben ge kregen en vragen konden en mochten stellen over bijvoor Blad 79 Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997 beeld de rotonde Leeuwerikstraat, over de problematiek Ach ter de Hoven, over nu het lopende project Harmoniebrugdan vragen zij zich soms in gemoede af: wat deden wij daar, werd er wel echt naar ons geluisterd? Ik denk dat je nooit moet toezeggen wat iedereen vraagt, daar gaat het ook niet om, het gaat er om dat mensen serieus worden genomen en dat ze de indruk hebben dat er serieus naar hen geluisterd wordt. Dat soort opmerkingen horen wij veelvuldig en regel matig. Het gaat er ons niet om wat op te blazen, het gaat er ons om dat wij met elkaar daar wat aan gaan doen. Meer is het niet, maar ook niet minder. (De heer Bakker: Mag ik de heer Krol vragen een suggestie te leveren voor wat wij daar aan zouden kunnen doen. Neem het voorbeeld van de Leeuwerikstraatdaar hebben wij in de commissie uitgebreid over gesproken. De meeste fracties hebben zich uitgeput in argumenten waarom dat wel moest. Wat moet ik daar dan nog aan toevoegen naar de burgers toe?) Het heeft niet te maken met iets gauw toezeggen, het heeft te maken met een houding van mensen serieus nemen, op argumenten willen ingaan en ook een kwestie van taalgebruik. Dat zijn maar kleinigheden die je heel makkelijk kunt veranderen. Daar vraag ik om en dat soort suggesties geef ik dan. Maar misschien zijn wij de enige partij die dat soort dingen opmerkt. De heer Hoogeveen: Als je de geschiedenis van de discussie over bestuurlijke vernieuwing bekijkt, doet zich nu iets interessants voor. Tot nu toe was het altijd de CDA-fractie die zei dat die kloof eigenlijk helemaal niet bestaat, waar praten wij over. Dan waren er andere partijen die aandacht vroegen voor de kloof. Het lijkt nu andersom te gaan gebeu ren. Natuurlijk is dat niet helemaal waar, het is een schijn die zou kunnen gaan ontstaan. Op zich heeft de heer Krol gelijk dat soms bij inspraak het ook gaat om een houding en het luisteren naar mensen. Wij zijn bezig, mijnheer Krol, om in ieder geval een aantal projecten op te zetten die juist die richting ingaan. Ik heb in mijn eerste termijn gewezen op bijvoorbeeld het pro ject 'Raad vraagt om raad'ik heb hem daar niet over ge hoord. Maar zo'n project waarbij raadsleden burgers gaan interviewen om eens te gaan horen hoe zij over de toekomst van hun stad denken. Dat soort suggesties worden wel dege lijk vanuit dit college gedaan. (De heer Krol: Daar doen wij aan mee trouwens.) Ja, dat weet ik, maar noem dan ook de positieve pogingen om toch die kloof te gaan overbrug gen, want er gebeurt wel degelijk het nodige. Het zal al tijd zo blijven dat je het nooit helemaal dicht krijgt, want soms is het nu eenmaal zo dat je mensen niet allemaal hun zin kunt gaan geven en dan kan daarbij ook het idee ontstaan dat er niet geluisterd is. Dan nog heb je inder daad de plicht om zoveel mogelijk uit te leggen waarom je mensen geen gelijk geeft, maar soms lukt het niet om het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 40