Blad 92 Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997 Wat ons betreft had motie 9 van de D66-fractie niet aange past hoeven worden, maar ook met de aanpassing gaan wij ak koord Motie nr. 22 van de NLP-fractie zullen wij niet ondersteu nen. Het mag geen verassing zijn dat wij motie nr. 23 van de GPV/RPF/SGP-fractie ook niet zullen steunen. Wij waren al akkoord met motie nr. 14 over het bedrijfsres taurant De heer Jacobse: Ik wil eerst reageren op de eerste termijn van het college. Mevrouw De Haan zegt mij iets te snel dat de NLP-fractie de uitgangspunten van het college deelt. Wij hebben vorig jaar bij de behandeling van de Perspectiefnota aangegeven een andere keuze voor te staan. De raad heeft toen anders be sloten. Dat is uiteraard nu voor ons uitgangspunt, daar ko men wij verder niet meer op terug. In de commissie hebben wij gezegd in te stemmen met de twee hoofdfuncties, maar dat de verdere discussie Levi 2030 nog plaats moet vinden en dat wij daar dus ook geen uitspraken over doen, want dan hoef je die discussie niet meer te voe ren. Als zij bedoelt dat zij een aantal bezuinigingsvoor stellen van ons uit het verleden nu zelf voorstelt, dan is dat uiteraard juist. Overigens wil ik ook nu weer zeggen dat wij meer bezuinigingen voorstaan en ook lastenverlich ting. Dat doet zij, in ieder geval in haar eerste termijn, nog niet. Uiteraard ben ik wel verheugd met de toezegging dat het on derwerp lastenverlichting bij de begrotingszitting terug zal komen. Ik ben ook blij met de toezegging van de heer Timmermans over de handhaving van regels. Ik kan niet nalaten toch even wat te zeggen. Het bevreemdt mij dat als de PvdA-fractie een motie indient die strookt met de voornemens van het college, dan is dat beleidsonder steunend en als de CDA-fractie dat doet is het overbodig. Ik begrijp dat niet. Overigens wil ik ook nog richting de CDA-fractie zeggen dat het geheugen van de partij wel wat aan de kleine kant is. Een gedeelte van de problematiek waar wij nu voor staan is niet van de laatste tweeëneenhalf jaar natuurlijk, die is ook van voor die tijd. Op een drietal moties wil ik wat uitvoerig ingaan, de rest loop ik even langs Motie nr. 2, het beschikbaar houden van extra rijksmiddelen bijzondere bijstand. Dat bevreemdt mij. Eerst zegt men: rijk kom met geld over de brug, want wij moeten teveel be Blad 93 Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997 talen. Vervolgens komt de minister, wellicht met extra geld, en zegt men: wij kunnen het bedrag dat wij nu inzet ten ook best blijven betalen. Daarnaast lijkt het mij ver standig eerst de som geld af te wachten, voor uit te spre ken waar je dat voor bestemt. Bestuurlijk lijkt het mij ook verstandig eerst te bepalen wat minimaal nodig is voor bij zondere bijstand, vervolgens te kijken wat het rijk bij draagt, om vervolgens het besluit te nemen welke gemeente lijke middelen nog extra nodig zijn. Om nu al te zeggen: dat geld zetten wij in en desnoods zoeken wij er wel dingen voor, want dat is dan een beetje de tendens. (Mevrouw Waan ders: Dat is niet de tendens, nu gaat de heer Jacobse echt te ver met zijn uitspraken.) Mevrouw Waanders zegt dat zij alles wat de minister zegt inzet, wij blijven het bedrag wat wij nu inzetten ook inzetten. (Mevrouw WaandersNee, zo staat het ook niet in de motie. De rijksmiddelendie in het vooruitzicht zijn gesteld, zijn ook niet van die omvang die de heer Jacobse nu gaat suggereren, dat alles daarvan maar mogelijk zou zijn. Ik verwijs naar de discussie die wij bij het laatste collegevoorstel hebben genomen, waar wij heel duidelijk hebben aangegeven, wij trouwens niet al leen, dat het alsnog een minimumvariant betreft, dat gelet op de problemen die zich in het afgelopen hebben voorge daan, dat ondanks het feit dat de gemeente er meer geld in heeft gestokenhet aan de krappe kant blijft en dat daarom die rijksmiddelen meer dan welkom zijn. Toen hebben wij al aangegeven dat, omdat het een minimumvariant is, eigenlijk meer geld nodig is. Dat strookt ook met de motie die vorig jaar raadsbreed is aangenomen, dus ook ondertekend door de NLP-fractie, dat het streven gericht blijft op verhoging van de kwijtscheldingsnorm naar 100i, ook van de afvalstof fenheffing Nu kan de heer Jacobse zeggen dat hij dit niet het juiste moment vindt en dit aanhoudt en misschien daar op een ander moment op terug komt, dat is zijn goed recht, maar hij moet niet doen alsof nu ter plekke nog eens aller lei maatregelen verzonnen moeten worden om dat wat eventu eel vrijvalt te kunnen bestedenIk vind dat hij dan aan de haal gaat met de strekking en ook met dat wat in de motie werkelijk verwoord staat.) Het gaat mij om de systematiek. Mevrouw Waanders zegt: wij houden ons bedrag al vast, los van wat de minister beschikbaar stelt. Ik zeg: kijk eerst naar wat nodig is, bepaal dan wat de minister krijgt en be paal vervolgens welke middelen je in de gemeente inzet en laat dat afhangen van het doel dat je hebt en van wat de minister inzet. Motie nr. 8a, het zwemonderrichtIn eerste termijn heb ik gezegd dat er bij ons nog twee voorbehouden zijn gemaakt. Die eerste betrof het schoolzwemmen. Wij blijven van mening dat dit een belangrijke taak is binnen het onderwijs en dat de gemeente daarin een taak heeft. Een vangnetconstructie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 47