Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997
betreft al weer een klein stapje in de goede richting is.
Een lichtpuntje dus, voorzitter.
Wat wij verder een meer dan zorgelijke ontwikkeling vinden
is dat het vertrouwen in de politiek, in de Leeuwarder po
litiek voor zover wij kunnen overzien steeds verder af
neemt. Ik noem twee voorbeelden:
1. Als na het debacle van het Stadskantoor er wordt bezwo
ren dat overschrijdingen en dat soort zaken tot het
verleden zullen gaan behoren, moet geconstateerd worden
dat het huidige college al weer twee keer uit de bocht
is gevlogen (Peuterspeelzaal Camminghaburen en recente
lijk de problematiek rondom het Instituut Kunstzinnige
Vorming - we spreken daar trouwens morgenavond nog
over)Beide keren opnieuw problemen aangaande de in
formatievoorziening, budgetbeheersing- en bewaking.
2. Wie z'n oor goed te luisteren legt bij informatie- en/of
inspraakavonden in buurten en wijken ontdekt dat er
veelal een gevoel is bij geïnteresseerde burgers dat ze
niet of nauwelijks serieus worden genomen en het gevoel
hebben dat, wat ze ook beweren, de plannen vaststaan,
(een recent voorbeeld daarvan is het voorstel rondom de
Harmoniebrug - ook daar spreken we hopelijk morgenavond
over, maar ik begrijp dat wordt uitgesteld.)
Voorzitter, beide voorbeelden dragen niet bij tot het ver
groten van het vertrouwen in de politiek. Dat is slecht en
dat is waar het CDA zich grote zorgen over maakt. Een zaak
niet alleen van het CDA, maar een zaak van ons allen, van
raad en college. Het zou verstandig en wenselijk zijn wan
neer het college zo spoedig mogelijk serieus werk maakt van
dit onderwerp van Bestuurlijke Vernieuwing. Geen nota's
meer, maar concrete voorstellen, welke rekening houden met
wat het CDA zonet naar voren heeft gebracht.
Voorzitter, gelet op de ons toegemeten spreektijd kom ik
bij de bespreking van de Perspectiefnota zelf
Het goede van deze Perspectiefnota is dat de nota inzichte
lijk en duidelijk is. De nota laat zien waar het college en
het ambtelijk apparaat voornamelijk mee worstelen, nlhet
op orde brengen van de financiën. En geconstateerd moet
worden dat dat nog steeds niet is gelukt, gelet op de om
schrijvingen in de Perspectiefnota zelf zoals: "onze finan
ciële positie is zwak, de vermogenspositie wordt door het
achterstallig onderhoud van binnenuit aangetast en de be
groting wordt in technische zin onbeheersbaar gemaakt".
Zomaar een paar citaten.
We hebben ons de vraag gesteld of in deze nota een kwalita
tief goed sturingsinstrument zit voor de toekomst, mede ge
let op de financiële problemen.
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 16 juni 1997
Het antwoord moet eigenlijk ontkennend zijn. Want als er al
structuur in zit dan zit dat in het stelselmatig opsommen
van problemen. Die worden inderdaad helder opgesomd. Er
worden soms ook wel oplossingsrichtingen bij genoemd, langs
welke weg het college denkt een oplossing voor de structu
rele tekorten te kunnen vinden, maar heel erg concreet
wordt het allemaal niet. Veel wordt doorgeschoven naar vol
gende jaren (o.a. het achterstalling onderhoud en het con
creet invullen van bezuinigingen)
Zijn college en collegepartijen er soms op uit de problemen
over de verkiezingen van volgend voorjaar heen te tillen?
Die indruk wordt soms gewekt door concrete invullingen ach
terwege te laten of te vluchten in studies en een second
opinion.
Vandaar onze eerste motie:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen d.d. 16 juni 1997;
behandelende de Perspectiefnota 1998 - 2001;
overwegende
- dat het wenselijke is, conform de voorstellen van het
College van B. en W., in de periode 1998 - 2001 ten
minste f 9,5 miljoen te bezuinigen;
- dat het wenselijk is dat de voorstellen omtrent de
bezuinigingen ruimschoots voor de eerstvolgende be
grotingsbehandeling aan de raad moeten worden voorge
legd;
- dat er voor de raad de mogelijkheid moet zijn te kie
zen uit een aantal bezuinigingsvoorstellen;
besluit
het collega van B. en W. op te dragen om voor de eerst
volgende begrotingsbehandeling te komen met bezuini
gingsvoorstellen met een omvang van ongeveer f 12 mil
joen;
en gaat over tot de orde van de dag
De motie is door mij ondertekend.
(De Voorzitter: Dit is motie nr. 4.)
Dan kom ik bij het onderwerp: Achterstallig onderhoud.
De voorlopige schatting van herstel is ongeveer f 24 mil
joen. Voor het inlopen van achterstanden is nodig tenminste
f 8 miljoen.
Deze schattingen zijn tot stand gekomen op basis van tech
nische normen. Maar zijn dit ook bestuurlijk geaccordeerde
normen?
Op zich zijn we het eens met het vragen naar een second
opinion, wanneer dat maar niet leidt tot vertraging, zoals
eerder reeds is betoogd.
Volgens de CDA-fractie is de achterstand nu al zo groot dat
er voor het jaar 1998 geld moet worden vrijgemaakt en inge
zet voor het inlopen van achterstanden.