Blad 20 Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997 Het blijft mij ook verbazen dat die boodschap, dat valt in de rapportage te lezen, niet uiteindelijk bij de Commissie Welzijn en dus bij de raad terecht is gekomen. Dus ook al is het zo dat als je achteraf naar de feiten kijkt, dat de interpretatie van het college de juiste was, dan nog vind ik dat de Commissie Welzijn en de raad geen blaam treft. Het steekt mij dan ook om op bladzijde 3 van een reactie van het college te vernemen dat het college toch nog enkele kanttekeningen plaatst bij de opmerkingen van de directeur Bedrijfsvoering en dat het college zegt: "Het zou plausibel kunnen zijn en het is wellicht ook zo door de commissie be doeld". Naar mijn mening is er geen twijfel mogelijk dat op het moment dat de raad een all-in besluit neemt om f 9 ton extra uit te geven aan het Instituut Kunstzinnige Vorming, waarbij zij niet geïnformeerd wordt over een apart probleem over het achterstallig onderhoud, dat dezelfde raad er dan vanuit mag gaan, omdat het immers over een all-in bedrag gaat, dat het achterstallig onderhoud daarin gewoon is meegenomen en het college heeft verzuimd op dat moment om de raad daarover te informeren. Dan worden daar een aantal verklaringen voor gegeven en één van die verklaringen is dat er op dat moment natuurlijk wisseling van het college was en dat er overdracht van portefeuilles plaatsvond. Het jammere is alleen dat wij dat in de verslagen niet terug kunnen vinden. De ene portefeuillehouder zegt het zich niet meer te kunnen herinneren. Wij hebben daar feitelijk qua informatie helemaal niets aan. Dat brengt me erop dat niet alleen de communicatie binnen het apparaat dus niet op orde was, maar dat ook de communicatie binnen het college niet geheel op orde was. Daarom vraag ik het college ook of het mogelijk is om in de toekomst een regel op te nemen dat de controller van de dienst, waar het betreffende project onder valt, binnen zes maanden na aanvang van het project een schriftelijke rapportage kan ontvangen van de projectleider over het naleven van de richtlijnen van de Commissie De Haan. Binnen zes maanden die check in ieder geval laat plaatsvinden, dat vervolgens de controller een verantwoordelijkheid heeft en een lijn heeft, naar de verantwoordelijke wethouder Bedrijfsvoering binnen het college en dat de projectleider op zijn of haar beurt de verantwoordelijkheid heeft om de desbetreffende portefeuillehouder binnen het college te informeren. Op die manier creëren wij niet alleen binnen het apparaat, maar feitelijk ook binnen het college een dubbele check. Want het heeft mij verbaasd bij de uitvoe ring van de richtlijnen van de Commissie De Haan, dat natuurlijk de portefeuillehouder daar uiteindelijk verant woordelijk voor is. De portefeuillehouder geeft aan dat zij meerdere malen gevraagd heeft of die richtlijnen wel nageleefd zijn en dat zij daarop steeds een bevestigend antwoord heeft gekregen. Daar moet natuurlijk een check op zitten. Het heeft mij verbaasd dat die andere wethouder in Blad 21 Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997 het college, dan doel dus niet even op de vorige porte feuillehouder, de heer Timmermans, maar ook wethouder De Jong van dit alles niets wisten. Want hij is toch de verantwoordelijk wethouder Bedrijfsvoering, waar juist die richtlijnen van de Commissie De Haan onder vallen? Dus ik zou met mijn voorstel dat probleem eigenlijk willen tackelen Het is enigszins geruststellend dat als gevolg van dit hele gebeuren in ieder geval de zelfreinigende notitie, zoals die genoemd wordt, door de directeur Bedrijfsvoering is opgesteld. Ik denk dat dit in het verleden niet mogelijk was geweest. Ik zie het in ieder geval heel duidelijk als een vooruitgang, ook in de bestuurscultuur van de gemeente Leeuwarden, dat dit nu wel kan, dat dit gebeurd is en dat die informatie ook uiteindelijk bij de commissie en de raad terecht komt, zodat wij ook dat doorkijkje krijgen, juist naar zaken die fout gaan binnen het apparaat en in de ver houding apparaat-college en uiteindelijk de raad. Daar zijn wij heel tevreden over. Wij vinden het heel terecht moet ik zeggen, dat de gemeentesecretaris nu het initiatief heeft genomen om te inventariseren watvoor projecten er op dit moment allemaal lopen, of die wel aan de richtlijnen vol doen en op het moment dat dit niet zo is, dat gemeld wordt aan de Commissie Bestuur en Middelen. De heer Stoker heeft daarover gezegd: ik wil er nu eigenlijk al informatie over hebben. Dat zouden we in de raad moeten bespreken. Misschien dat er iets over gezegd zou kunnen worden. Maar ook dan nog zou ik dit punt heel graag in de Commissie Bestuur en Middelen nog een keer aan de orde willen hebben, mede ook gelet op het voorstel wat ik zo pas heb gedaan en waarvan ik mij kan voorstellen dat je dat bij die discussie gaat betrekken. Voor ons, en dat is een reactie ook meteen op de motie die de CDA-fractie heeft ingediend, is deze hele kwestie geen aanleiding om een wethouder te verzoeken zich te beraden op haar positie. Wij gaan er vanuit dat de wethouder niet moedwillig de commissie verkeerd heeft geïnformeerd. Wij zijn wel van mening dat er in de communicatie heel veel fout is gegaan, dat de wethouder dit zich ook mag aan trekken en daar maatregelen voor moet nemen, maar wij gaan er niet vanuit dat de wethouder dat moedwillig heeft ge daan. Daar valt en staat het, wat ons betreft, wel mee. (De heer Jacobse: Ik ben het met mevrouw De Bruin eens, ook ik twijfel er niet aan, ik ga er niet van uit, dat er moed willig sprake is geweest van het onthouden van informatie, alleen ik constateer dat wij in een eerdere discussie in deze raad, toen het om een andere zaak ging, ook naar die moedwilligheid gekeken hebben en ook toen was er naar mijn stellige overtuiging, geen sprake van een moedwillige wil om de raad bepaalde gegevens te onthoudenToch was er ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 11