Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997
Uit de commissiebehandeling hebben wij een tweetal
conclusies kunnen trekken. Er is sprake van een niet-
voldoende goed georganiseerd project en dat is kwalijk,
zeker gezien de aanbevelingen van de nota De Haan.
Daarnaast is er sprake van een probleem rond de informa
tievoorzieningen, communicatie over, wat net door de PvdA-
fractie werd genoemd, een interpretatieverschil over het
achterstallig buitenonderhoud.
Het verhaal over de organisatie van het project. Het is
natuurlijk toch vrij kwalijk dat er sprake is van het niet-
uitvoeren van de aanbevelingen van de Commissie De Haan.
Wij hebben één en andermaal gevraagd als fractie, hoe nu
verder gegaan werd met die aanbevelingen en hoe die nu op
deze nota of dit project van toepassing zouden zijn. Het
blijkt nu dat dat onvoldoende door gecommuniceerd is en dat
onvoldoende uitvoering is gegeven aan die aanbevelingen.
Dat is niet goed, maar aan de andere kant moeten wij wel
opmerken dat het de dienst zelf is geweest die ontdekt
heeft dat er sprake was van fouten in de organisatie van
het project. Weliswaar aan de late kant, te laat ook, maar
het controlesysteem is op enig moment wel gaan werken en
vervolgens heeft ook de onafhankelijke directeur Bedrijfs
voering daar zijn oordeel over kunnen geven. Dat betekent
dus dat er toch sprake is van het checks in onze organi
satie. Daar moet zeker verbetering in aangebracht worden.
Dat proces moet eerder op gang komen als er iets niet goed
gaat, maar laten wij niet net doen alsof alles fout gaat.
Het punt van de informatievoorziening verdient meer
bespreking, want dat is eigenlijk het belangrijkste punt
waar nu ook de motie over ingediend wordt. Er was onduide
lijkheid over de f 2 ton achterstallig buitenonderhoud, of
dat nu in of buiten het krediet behoorde. De verklaring
zoals die door het college wordt gegeven, waarbij gesproken
wordt over een eigenaarsdeel dat bij het achterstallig
buitenonderhoud hoort, is voor ons begrijpelijk. Wij hadden
eerlijk gezegd ook op het moment van de besluitvorming het
beeld dat dat de afspraken zouden zijn. Als wij de communi
catie nog eens langs gaan, is het ook begrijpelijk dat
anderen een ander beeld hadden, want die communicatie is
onduidelijk geweest, laten wij daar geen misverstanden over
laten bestaan. Het is dus inderdaad een verschil van inter
pretatie van de informatie, zoals die gegeven is. Dat is
niet goed, dat hoort ook in de toekomst niet meer zo te
gaan. Het verbaast mij ook dat in de overdrachtsdocumenten
tussen de portefeuillehouders daar zo weinig over terug te
vinden is. Dat zal in de toekomst zeker beter moeten. Maar
de grote woorden, zoals die nu door de CDA-fractie gebruikt
worden, van bewust foutief geïnformeerd, misleid, zouden
wij zeker niet van toepassing willen verklaren op wat hier
gebeurd is. Opzettelijk en verwijtbaar foute handelwijze
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997
van de portefeuillehouder is naar onze waarneming niet aan
de orde. De grote woorden van de CDA-fractie, bewust
foutief geïnformeerd en misleid, komen in een ander dag
licht te staan door de opmerkingen van de heer Stoker,
waaruit zou blijken dat de CDA-fractie wel degelijk
volledig op de hoogte was van hoe het zat met die twee ton
achterstallig buitenonderhoud. Als dit waar is, en waarom
zouden wij twijfelen aan de woorden van de heer Stoker, dan
moeten wij ons nog eens afvragen op wie de bijdrage van de
heer Krol over misleiding nu van toepassing is. Wie is nu
wie aan het misleiden.
Conclusie, er is reden voor kritiek op de organisatie van
het project, er is reden voor kritiek op de communicatie
rond dit project, maar er is wat ons betreft geen enkele
reden voor de motie en zeker niet voor de toelichting zoals
die door de CDA-fractie gegeven is.
Mevrouw Van Ulzen: Voorzitter, sinds de Voortgangsrappor
tage uitgebreid in de commissie aan de orde is geweest, is
aan onze opstelling niets veranderd. Wij willen dat ook
niet nogmaals overdoen. Er zijn meerderen die dat gezegd
hebben. Wij constateerden toen en nu dat nu in het Program
ma van Eisen niet wordt gesproken over het groot buiten
onderhoud en dit bedrag evenmin in de begroting is opge
nomen. Ook is ons gebleken dat een en ander niet is gemeld
bij de portefeuille-overdracht. De hoogte van het bedrag
voor buitenonderhoud kan overigens niet aan deze wethouder
verweten worden. Dat komt omdat lange, lange jaren het
buitenonderhoud verwaarloosd is. Voor de goede orde, dit is
allemaal onzorgvuldig en had wel in het verbouwbudget
meegenomen moeten worden. Uit de reactie van b. en w.
blijkt hoe het een en ander gekomen is. Wij accepteren die
uitleg en gaan alsnog akkoord dat in dit geval het achter
stallig onderhoud buiten het project is gevallen.
Ik kom bij de richtlijnen De Haan.
Het project liep vanaf 1993. De richtlijnen zijn in 1995
vastgesteld en hadden vanaf toen, daar waar mogelijk,
toegepast moeten worden. Maar ik heb dat eerder gezegd,
hier raken wij een probleem, een ernstig probleem. De
wethouder heeft gemeend dat volgens deze richtlijnen werd
gehandeld. Maar dit bleek niet het geval te zijn. In de
commissie heeft zij gezegd: "ik heb volgens de beschikbaar
gestelde gegevens naar eer en geweten gezegd dat de richt
lijnen wel werden gevolgd"Met nadruk op 'de beschikbaar
gestelde gegevens' en 'naar eer en geweten'Als iemand
zegt naar eer en geweten te hebben gehandeld, dan past niet
de term 'voorgelogen'zoals een enkel raadslid heeft
gemeend te moeten opmerken. Dat is grievend en onbewezen.
Men verwacht wel van de wethouder dat in toekomstig voor
komende gevallen scherpere controle zal worden uitgeoefend.