Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997 Mevrouw De Bruin van de PAL/GL-fractie is met enkele aan bevelingen gekomen. Zij geeft in ieder geval aan dat er sprake zou moeten zijn van een dubbelcheck. Daarover ben ik het met haar eens. Maar op dit moment wordt er binnen het apparaat al gewerkt aan een aanscherping van de richt lijnen, een aanscherping van de definitie "project", want wat is nu eigenlijk precies een project dat onder die richtlijnen moet vallen. Er is ook al gesproken over een periodieke structurele informatievoorziening naar raads leden omtrent de voortgang van alle projecten. Daarnaast heeft de heer Zijlstra van de PvdA-fractie nog enkele vragen gesteld over de informatievoorzieningen, over de exploitatielasten en de verhuiskosten. Wij zijn op dit moment in gesprek met de organisatie. Vorige week heb ik een gesprek gehad en a.s. vrijdag vindt er een tweede gesprek plaats. Zodra daar meer duidelijkheid over is kom ik naar de commissie toe. We zitten nu heel kort voor de vakantie, dus het kan best zijn dat dit direct na de vakantie is, maar ik verwacht eigenlijk deze week of misschien in de loop van volgende week, meer duidelijkheid. Hij vraagt wanneer wij de bouwverslagen zullen bespreken. Dan leg ik de vraag neer of de raad de bouwverslagen wil bespreken. Ik weet niet of dat interessant is, maar als hij zegt dat hij die graag wil bespreken, dan denk ik dat wij het bundeltje verslagen dat wij hebben, kunnen agenderen voor een commissievergadering na de vakantie. Verder wil ik hier nog zeggen, zodat het schriftelijk vast gelegd kan worden, dat het natuurlijk voor zich spreekt dat de portefeuillehouder, de huidige portefeuillehouder, de eerst politiek verantwoordelijke is. (De heer Jacobae: Mag ik vragen of de wethouder nog eens in wil gaan of de verhouding tussen de verantwoordelijke portefeuillehouder en de projectleider, in hoeverre zij haar rol ziet in het controleren van de feiten die door de projectleider naar voren worden gebracht.) De heer Jacobse heeft dit inderdaad aangegeven. Ik denk dat je er voor moet zorgen dat er inderdaad een tweede check is. Al wordt die niet door de wethouder zelf uitgevoerd, dan zal de wethou der er inderdaad voor moeten zorgen de opdracht te geven aan een ander, bijvoorbeeld een controller, dat die tweede check wel wordt uitgevoerd. De heer Stoker had een vraag over de opdracht die het college had gegeven aan de gemeentesecretaris. Ik heb daar inmiddels wat informatie over gekregen. Op dit moment is die informatie niet volledig en eigenlijk ook niet goed vergelijkbaar, omdat de diensten ook aangeven dat niet precies duidelijk is welke projecten hier nu eigenlijk precies onder moeten vallen. Ik denk dat het verstandig is a: omdat de informatie die ik heb niet volledig is en b Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997 niet goed vergelijkbaar met elkaar is, dat we na de vakantie in de Commissie Bestuur en Middelen hierop terug komen De Voorzitters Ik stel voor de pauze nu te laten ingaan. De vergadering wordt hervat over een kwartier. De Voorzitter schorst om 21.05 de vergadering. De Voorzitter heropent om 21.25 de vergadering. De heer Krol: Een paar reacties naar aanleiding van de beantwoording van het college en hier en daar misschien andere partijen. De heer Timmermans zegt richting ons: het gaat erom, geloof je mij of geloof je mij niet, daar komt het zo ongeveer plat gezegd op neer, en jullie hebben in de commissie dit gezegd en nu zeg je in de raad dat. Voor de goede orde, ik zat er bij in de commissie, de heer Biemans heeft toen namens onze fractie, naar aanleiding van het verhaal rondom het briefje, het memo naar de gemeentesecretaris, gezegd dat hij de argumentatie daaromtrent accepteerde met de volgende opmerking: mager en onvoldoende. Maar hij heeft de wethouder geen leugenaar genoemd. Ik zeg dit maar even, want hij vraagt er zo nadrukkelijk naar. Dat is nog steeds niet onze opvatting. Dan komen wij bij wethouder Van Ammers. Het gaat ons niet om personen of om de persoon zelf. Het gaat ons om het beleid en dat staat ook nadrukkelijk in onze motie zo verwoord. Het gaat ons er nog steeds wel om argumenten te wisselen en er achter te komen hoe het zit en onze mening te geven. Als zij het dan gooit op integriteit en dat die wordt aangetast en het niet zoveel zin heeft om vragen te beantwoorden en op opmerkingen in te gaan, dan moet ik zeggen dat ik dat zwak vind. Zij geeft geen antwoorden, wisselt geen argumenten, louter en alleen op basis van een eerste termijn, waarbij wij inderdaad een haarscherpe analyse hebben gegeven van de werkelijkheid zoals wij hem zien, laat dat duidelijk zijn. Waar het in onze motie om gaat, mevrouw Van Ammers, is dat wij vinden dat de verantwoordelijk wethouder de commissie onvoldoende en deels onjuist geïnformeerd heeft. Daar gaat het om, dat spreken wij uit in onze motie en beide keren is dat, gelet op de voorgeschiedenis, een zwaar vergrijp, zou je kunnen zeggen, ten opzichte van de raad. Als zij daar nu spijt voor betuigt, het jammer vindt of dat soort dingen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 17