Blad 40
Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997
toen, heeft nagelezen, is de heer Jacobse dat ook tegen
gekomen, maar dat noemt hij niet. Dat noem ik selectief
winkelen in de handelingen van toen.)
Ik constateer dat de fractievoorzitter van de WD toen een
motie heeft ingediend, daar een verhaal over heeft gehou
den. Die motie heb ik letterlijk voorgelezen. Daar worden
een aantal overwegingen gegeven, daar wordt een uitspraak
in gedaan. Uiteraard heeft mevrouw Van Ammers toen een heel
verhaal gehouden. Ik hoop dat men mij niet kwalijk neemt
dat ik dat niet helemaal heb voorgelezen. Zij zal ongetwij
feld wellicht gesproken hebben over de verantwoordelijkheid
van de raad, ik neem aan dat dat bij de behandeling van de
nota De Haan is gebeurd, want toen kwam haar citaat pas aan
de orde, maar toen heeft mevrouw Van Ammers normen gehan
teerd en het gedrag van wethouders aan die normen gemeten.
(De VoorzitterIk moet toch constateren dat er een her
haling, zelfs voor de derde keer, van zetten plaatsvindt
Ik sluit deze interruptie en woordenwisseling af.)
Mevrouw Van UIzen: Ik ga toch even verder waar mijn
fractievoorzitter gebleven is, toen werd hem het woord
ontnomen, nadat het mij weer toegewezen was.
De zaken die de heer Jacobse vergelijkt zijn volstrekt
onvergelijkbaar. Er was toen een heel ernstig tekort, dat
vindt hij ongeveer hetzelfde als waar wij het nu over
hebben, waar geen tekort is. Het is toen bewust negen
maanden achter gehouden. Bij dat bewust negen maanden
achter houden zat ook nog een toenmalig wethouder van het
CDA. Bovendien is toen gesteld, zoals mijn fractie
voorzitter zegt, dat het grote delict lag en het manco in
het functioneren van de raad. Dat heeft inmiddels mijn
fractievoorzitter ook verteld, dus daar houd ik het verder
even bij. (De heer Krol: Ik heb die twee moties hier liggen
mevrouw Van Ulzen, beide spreken niet over het manco van de
raad. Ik geef toe dat er over gesproken is, maar het staat
niet in de moties.) Ik wil nu citeren wat de heer Krol toen
gezegd heeft. Want hij is een man die graag te boek staat
als iemand die oprecht tewerk gaat. Ik zou ook wel zo te
boek willen staan, maar dan hoop ik ook daar naar te
handelen.
(De Voorzltuer: Ik wil een orde-opmerking maken. Ik hoop
dat de raad daarmee kan instemmen, ook qua kwaliteit in
geest van de raad. Hier ligt een scherp analytisch rapport
vanuit de dienst. Hier wordt zeer, althans tot nu toe,
geordend gediscussieerd. Er zijn nu al acht argumenten
genoemd om de vergelijking met andere project zoveel moge
lijk buiten deze op zichzelf heldere analyse te houden. Het
is niet aan mij om u op dat been te zetten. Het zou mij een
lief ding waard zijn.)
Oké, omdat het u wat waard is, richt ik mij daar natuurlijk
naar. Zo zijn wij wel.
Blad 41
Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997
Ik betreur het alleen dat de CDA-fractie geen gebruik
schijnt gemaakt te hebben van de informatie die bij CDA-
fractieleden bekend was, want dan had dit misverstand waar
wij het vanavond over hebben, uit de weg geruimd kunnen
worden. Ik wil toch wel graag de reacties van de heer Krol
hierop weten, omdat dat toch, voor ons althans, van belang
is voor de wijze waarop wij in de toekomst met elkaar in
deze raad om willen gaan. Ik heb er toch moeite mee als
mensen bellen naar de dienst, mijnheer Stoker heeft dat al
aangegeven, wat bij ons allemaal bekend is, dat dat door de
heer Krol dan afgedaan wordt als informeel en als geruch
ten. Ik vind dat niet terecht. Zo zou ik niet graag over de
mensen op die dienst willen spreken. Bovendien is het ook
niet waar, men heeft die informatie gegeven en dan denk ik,
hoe zit dat dan bij jullie, want ik wil er wel van leren.
Je zit dan in een fractie, je weet wat en dat is dan een
gerucht, dus gaat je fractievoorzitter daar niet op in?
(Mevrouw Weandera: Ik vind dit echt te ver gaan en ik vind
dat wij daarover moeten ophouden. De CDA-fractie heeft aan
gegeven dat zij is uitgegaan van de uitspraken van de wet
houder en volgens mij is dat ook de juiste weg.)
Mevrouw Waanders, ik kan heel ver met u meegaan, ware het
niet dat de hele aanleiding dat wij hier vanavond over die
voortgangsrapportage met elkaar discussiëren, soms prettig
soms minder prettig, de oorzaak ligt in dat gedrag. Want
anders had de CDA-fractie niet gevraagd om het alsnog in de
gemeenteraad te behandelen. Want de meeste van ons hebben
in de commissie gezegd dat zij verder geen behoefte aan
behandelingen hadden. (De heer Krol: Het is zo ongeveer te
dol voor woorden wat hier gebeurt, want nog even en het is
de schuld van het CDA wat er gebeurd is. Eenieder weet waar
het werkelijke probleem zit en het enige wat gebeurt, is
een beetje zand in de wielen strooien, meer gebeurt er
niet. Meer zeg ik niet en ik ben het met mevrouw Waanders
natuurlijk van harte eens.)
(De Voorzitter: Ik roep u op de tweede termijn te gebruiken
tot scherpe oordeelsvorming van de fractie.)
Mevrouw De Bruin: Vinden wij dat wij onvoldoende geïnfor
meerd zijn? Ja, dat vinden wijMaar het college heeft
beterschap beloofd. Er is ook net aangekondigd dat de
voortgangsrapportages van de projecten naar ons toegestuurd
zullen worden. Dan kan ik in ieder geval mededelen dat wij
daar niet meteen dolgelukkig van worden. Wat wij graag
willen horen, is op het moment dat er afgeweken wordt van
datgene wat afgesproken is. Ik heb geen behoefte aan
stapels papieren, waarin ik kan vernemen hoe het waarmee
staat. Wat ik wil weten, is het moment dat het fout gaat of
het moment dat er afgeweken wordt. Dat wil ik het college
graag meegeven. Ik heb dus ook niet zoveel behoefte aan de
behandeling van de verslagen van de Bouwcommissie in de