Blad 44 Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997 wat er toen blijkbaar was recht kunnen zetten. (De heer Krol: Sterker nog, wij geloofden mevrouw Van Ammers, wij hadden daar geen reden voor. De heer Krol vraagt aan mij of hij dan tegen mij had moeten zeggen dat ik loog. Ik zeg nogmaals dat ik liever had gehad dat hij dat toen had gezegd, dan dat ik nu van hem te horen krijg dat ik hem bewust foutief geïnformeerd heb. Dan had hij mij de mogelijkheid gegeven een misverstand uit de weg te ruimen. Het andere punt waar hij het nog over had, was het volgen van de richtlijnen. Ik wil toch stellig weerspreken dat ik de naleving van de voorschriften van de Commissie De Haan bij het project Kunstzinnige Vorming zonder nadere toetsing als vanzelfsprekend heb aanvaard. Ik heb daar namelijk expliciet en bij nota schriftelijk uitleg over gevraagd en die heb ik ook gekregen van de projectleider. Medio - dat heb ik net ook aangegeven - 1995 is op een groot aantal check-punten uit de adviezen, de officiële richtlijnen waren er toen nog niet, van Commissie De Haan, door de projectleider zonder voorbehoud geantwoord, dat deze in het project Kunstzinnige Vorming werden nageleefd. Het college heeft daar toen niet mee willen volstaan en heeft toen zelfs nog twee punten expliciet toegevoegd ter controle. Als er dan bij een tussentijdse controle, door de dienst zelf uitgevoerd, blijkt dat deze stellige uitspraken niet zijn nageleefd, dan ben ik daar natuurlijk ook ontstemd over en ontdaan, zoals ook de raadsleden dat zijn. Maar bovendien is de raad onmiddellijk en volledig geïnformeerd uit eigen beweging en dat is niet afgedwongen door raads vragen. Bovendien zijn toen door de dienst passende maat regelen getroffen, ook dat is de raad niet ontgaan. Ik houd dus vol dat binnen de mogelijkheden die mij als wethouder zijn gegeven al het mogelijke is gedaan. Ik blijf stellen dat ik mij niet gehouden acht om stellige antwoor den op stellige vragen persoonlijk nog eens na te vlooien. Hoe je dat beter zou kunnen doen door ambtelijk een tweede check in te stellen, daar heb ik net al iets meer over gezegd. Maar nogmaals het is geen vanzelfsprekendheid, maar het is wel de grens aan de controle die een collegelid kan uitvoeren. Dat is dan ook aan het ambtelijk apparaat gesteld en dat is ook gebeurd, maar ik moet daarbij zeggen dat dit op eigen initiatief en nog tijdens het project is gebeurd. De heer De Jong (weth.)In aansluiting op wat collega Van Ammers naar voren brengt, de heer Hoogeveen heeft in zijn bijdrage in eerste termijn gesproken over checkes en balances in het systeem. Ik denk dat dit op zich een voorbeeld is, dat hebben anderen fracties ook naar voren gebracht. Het systeem waarin fouten naar boven kunnen Blad 45 Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997 komen. Dat hebben wij heel duidelijk naar voren gebracht. Dat systeem heeft dus wel gewerkt, omdat ook terecht opge merkt is dat vanuit de diensten een eerste rapportage naar boven gekomen is en later via een onafhankelijke rapportage van de directeur Bedrijfsvoering het hele verhaal op tafel gekomen is. Er staat in de begeleidende brief van het college ook begrip over het zelfreinigend vermogen. Daar hebben wij in de commissie uitvoering over gesproken. Mevrouw De Bruin heeft een op zich interessante gedachte gelanceerd. Ze heeft gezegd, is het dan niet verstandig dat je binnen het college met een dubbelcheck komt. Het lijkt mij toch redelijk omslachtig om het op die manier te gaan doen. Ik denk dat je gewoon moet zorgen in je administra tieve beschrijvingen en je administratie organisatie dat je daarin dubbele controles hebt ten aanzien van de project voortgang. Dat komt op tafel, op welke wijze dan ook, bij het college en daar heb je te maken met collegiale verant woordelijkheid. Dat lijkt mij de lijn die helder is. Zo hebben wij het denk ik ook ten aanzien van allerlei projec ten afgesproken en zo hebben wij het ook in het kader van het LIS-model afgesproken. Maar ik denk dat het verstandig is dat wij de suggestie die mevrouw De Bruin doet en waar ik nou in eerste aanleg een paar kanttekeningen bij plaats, nog eens bespreken in de Commissie Bestuur en Middelen als ook de rapportages van de vraag die de gemeentesecretaris aan het diensten heeft ge steld nog eens ter tafel zal komen. Ik denk dat het goed is om daar nog eens wat uitvoeriger op terug te komen. De Voorzitter: Ik stel vast dat wij in twee termijnen gediscussieerd hebben over het agendapunt 6 Er is een motie ingediend. Ik mag aannemen dat die nu ter besluitvorming voor ligt. Hij is niet terug getrokken. Aan de orde is de stemming over de motie, ingediend door de CDA-fractie, mede-ondertekend door de NLP-fractie. De motie van de heer Krol namens de CDA-fractie, mede- ondertekend door de heer Biemans van de CDA-fractie en de heer Jacobse namens de NLP-fractie wordt verworpen met 8 tegen 26 stemmen. Voor stemden de leden van de CDA-fractie en de NLP-fractie. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 23