Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997
gezien dat besluit van de PvdA, D66, WD en PAL/GL, de
huidige collegepartijen dus, over die f 9 ton.
Dit alles wil natuurlijk niet zeggen dat het college hierin
schone handen heeft, om het zo maar eens te zeggen. Het
valt zeer kwalijk te nemen dat gevraagd of die f 9 ton nu
alles was, het antwoord vanachter de collegetafel onom
wonden luidde: ja, dat is alles. Er geen duidelijkheid
verschaft over deze f 2 ton achterstallig buitenonderhoud
Het is dan ook beslist niet raar dat raadsleden zich dan op
het verkeerde been gezet voelen.
Verder vind ik het te verwijten, dat er niet voldoende op
is toegezien dat de nota Gemeentelijke Projecten ook bij de
werkers in het veld bekend was en werd uitgevoerd. Er is
wel achteraf dit onderzoek gedaan en de nota is wel bespro
ken op directieniveau en in het controllersoverleg, de
managementteams van de diensten, maar pas voor wat de
directieraad aangaat op 5 maart 1997, terwijl de nota al op
23 september 1996 door de raad is vastgesteld. De opmer
kingen van directieraad, controllersoverleg en de manage
mentteams moeten ook nu nog eventueel in de eindversie van
de notitie worden opgenomen. Dit alles is dus wel laat. Het
is wel laat gaan zweven in de ambtelijke top van de organi
satie en het zweeft daar waarschijnlijk nu nog. Over
bureaucratie gesproken.
Dan schrijft de gemeentesecretaris op 22 mei, nog niet zo
lang geleden dus, hierover een brief aan de directeuren,
controllers en projectleiders van Algemene Zaken, Stads
beheer, Stadsontwikkeling en Welzijn. Hij stelt daarin:
"Inmiddels heeft een tussentijdse controle bij het verbouw
project Kunstzinnige Vorming uitgewezen dat men zich in
belangrijke mate niet heeft gehouden aan de richtlijnen.
Dit ondanks het feit dat dit project als één van de twee
proefprojecten is aangewezen"Het is absoluut noodzakelijk
dat nu en in de toekomst de richtlijnen zo strikt mogelijk
worden nageleefd. Het is theoretisch denkbaar dat er rede
nen zijn dat in projecten één of meer richtlijnen niet of
niet meer toepasbaar worden geachtIndien dit het geval
mocht zijn, zal dit zo snel mogelijk ter toetsing aan de
directieraad moeten worden voorgelegd.
Samenvattend verzoekt de gemeentesecretaris dan om vóór 10
juni schriftelijk te rapporteren over het volgende:
1. in hoeverre is binnen de diensten bekendheid gegeven aan
de nota Gemeentelijke Projecten?
2 welke projecten binnen de diensten vallen onder het
stramien van deze nota?
3welke van de in de nota genoemde richtlijnen zijn bij de
totstandkoming en uitvoering van het project niet over
genomen en waarom niet?
Dat dit alles nog moest, is op zichzelf natuurlijk al
tekenend. Toch zou ik graag nu het antwoord op deze vragen
willen weten. Een week geleden moeten de antwoorden zijn
binnengekomen. Men kan dan nu wel voorstellen dit te behan
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 17 juni 1997
delen in een vergadering van de Commissie Bestuur en Midde
len, maar dat geeft er blijk van dat men de funeste bureau
cratische houding, die dan toch maar alle problemen heeft
veroorzaakt, nog niet heeft afgezworen.
Dan wil ik mij nog richten tot de CDA-fractie. Ik vond het
merkwaardig dat de CDA-fractie hoog opspeelde over het feit
dat zij niet geïnformeerd zegt te zijn over het feit, dat
de twee ton achterstallig buitenonderhoud er nog overheen
komt, terwijl ik bij monde van wethouder Timmermans maanden
geleden al van de problemen op de hoogte gesteld ben en hij
deed dit namens het college. Het is mij gebleken dat een
CDA-fractielid destijds tot tweemaal toe de dienst heeft
gebeld met de vraag of die f 2 ton nu wel of niet bij het
bedrag in zat en dat zij tot tweemaal toe ten antwoord
heeft gekregen, dat dit niet het geval was. Dus van tweeën
één, of het ontbrak het CDA aan de nodige communicatie
binnen de fractie of het past het CDA, gezien haar opposi
tierol, nu even niet om wel geïnformeerd te zijn geweest.
In dat geval heb ik grote moeite met de wijze van presen
tatie die de CDA-fractie te beste geeft. Ik denk dat dit
wethouder Van Ammers geen recht doetDat is ook waarom ik
de motie van de CDA-fractie moeilijk vind in die zin, dat
dit voor mij zo evident is dat ik er mijn handtekening op
voorhand niet onder heb willen zetten.
De heer Jacobse: Ik wil even iets zeggen over de informa
tievoorziening naar de raad, vervolgens over de toepassing
nota De Haan en de nota Grote Projecten en vervolgens over
de politieke verantwoordelijkheden.
Eerst over het inlichten van de raad.
Op bladzijde 5 van het rapport van de directeur Bedrijfs
voering concludeert hij"De ambtelijke organisatie heeft
nagelaten de politiek, met uitzondering van de beide
portefeuillehouders, over deze problematiek te informeren."
De conclusie van ons is dus dat de verantwoordelijk wet
houder op de hoogte was en zij had de raad moeten infor
meren. Het antwoord van het college luidt: "Het achter
stallig onderhoud is in de interpretatie van de wethouder
nooit onderdeel van het verbouwproject, c.q. krediet,
geweest"En "nadat de raad extra middelen voor achter
stallig buitenonderhoud had geweigerd, is de toenmalige
portefeuillehouder en diens opvolger er vervolgens vanuit
gegaan dat het achterstallig onderhoud dus buiten het
project viel en dus niet parallel met dit project kon wor
den uitgevoerd"
In de motivatie, om f 900.000,- extra beschikbaar te
stellen, wordt als onderbouwing onder andere gegeven het
feit dat er extra bouw- en schildersactiviteiten moesten
worden uitgevoerd in verband met achterstallig onderhoud.