Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 heeft tegen de invulling van het OldehoofsterkerkhofDe raadsbrief is zo geformuleerd dat wij in principe een groe ne invulling zouden willen en een bebouwing bij het Heer Ivostraatje, maar geeft wel de ruimte om ook te praten over een ander type invulling. Want er staat ook 'in principe' en dit is ook meer vanuit het college gezegd, je geeft een suggestie mee, daar kun je over praten. Er staat ook dat uiteindelijk voor 1 november er een plan zal worden bespro ken in de Commissie Stadsontwikkeling. Maar er zit in deze raadsbrief nog voldoende ruimte om daar uiteindelijk anders over te besluiten. De heer Feddema vraagt heel concreet wanneer wij kunnen be ginnen met het Hoeksterend. Hij weet ook dat ik op dit mo ment niet een maand kan noemen en dat wij binnenkort uitge breider terug komen op het Hofsingelproject. Daar zal dat duidelijker aangegeven worden. Wij zijn daar heel druk mee bezig en het behoort tot de prioriteiten. Dus wij doen dat zo snel mogelijk. Hij geeft op dit moment al aan dat hij niet akkoord zal gaan met baatbelasting. Daar neem ik kennis van. Maar hij wil ook nog de duidelijkheid hebben over dat wij zijn sug gestie voor het obligatie-onderdeel gaan onderzoeken. Ik heb in de commissie al toegezegd dat wij dat mee zouden ne men en dat staat nog steeds. De heer Bakker vraagt ook wanneer die afsluiting kan plaatsvinden. Dat is op dit moment moeilijk om te zeggen. Dat is eigenlijk ook het antwoord op andere dit type vra gen. De nadere uitwerking, de prioritering, hoe wij dat gaan uitwerken, wat het precies gaat kosten, komt eind dit kalenderjaar. In het derde kwartaal komt daar een voorstel voor en de besluitvorming zal zijn in het vierde deel van dit jaar. De heer Bakker komt met een motie over het Oldehoofster kerkhof. Eigenlijk is het mij niet helemaal duidelijk wat hij daarmee bedoelt. Hij geeft aan dat wij afwijken van het winnend ontwerp. Dat hebben wij heel in het begin van het traject ook aangegeven. De commissie heeft toen ook gezegd dat wij heel duidelijk onder de aandacht moesten brengen dat het ontwerp dat wint niet persé ook uitgevoerd gaat worden. Wij hebben ook aangegeven waarom wij vinden dat dit project niet uitgevoerd zou moeten of zou kunnen worden. Wij komen met een suggestie voor een andere invulling. Als ik naar de motie kijk, dan wordt bij het besluit aangegeven een nieuwe invulling te willen bespreken. Ik heb net al richting PvdA-fractie gezegd dat dit er is, want voor het Oldehoofsterkerkhof loopt ook weer een apart traject. Voor 1 november komt die discussie in de Commissie Stadsontwik keling. Als ik kijk naar de toelichting bij de motie van de heer Bakker, dan proef ik daar eigenlijk een beetje uit dat hij het winnend ontwerp zou willen laten uitvoeren. Houdt Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 dat dan in dat hij niet een nadere bespreking wil in de commissie? (De heer Bakker: In de raadsbrief staat dat het een groenere invulling moet krijgen, met een bebouwing aan het Heer Ivostraatje. Dat staat dus vast als het raadsbe sluit nu wordt vastgesteld.Nee, er staat in principe zou den wij dat willen. Dat halen wij uit de diverse reacties die gegeven zijn. Daar is een mix uitgehaald van wat aan trekkelijk is, wat ons goed lijkt. Er staat duidelijk bij: in principe zouden wij dat willen. Maar dan staat er ook in het stukje tekst dat er een apart traject wordt gevolgd en dat het voor 1 november 1997 in de Commissie Stadsontwikke ling komt. Het wordt in dit voorstel niet dichtgetimmerd. De heer Jacobse komt met de opmerking dat voordat je een project start je eerst een deugdelijke financiële onderbou wing moet hebben. Ik heb niet helemaal begrepen of hij dat direct van toepassing wil hebben voor de Harmoniebrug of voor het totale Masterplan. Als hij zegt dat het om het to tale Masterplan gaat, dan denk ik dat het bijna niet nodig is om te zeggen dat wij het hier hebben over een globaal plan en je kunt natuurlijk nooit tot in detail gaan uitre kenen wat dat kost enkel en alleen omdat de detail er niet in zit. Wij hebben het hier bijvoorbeeld nog niet over het type steen, wij hebben het hier nog niet over de speciale lamp en dat soort dingen, dan kun je ook niet exact gaan aangeven wat het kost. Wij gaan aangeven waar wij gaan be ginnen, hoe het in zijn totaliteit er globaal uit moet gaan zien en dan gaan wij de diverse delen bespreken en uitreke nen. Hij zegt ook dat als de trein eenmaal rijdt er geen weg te rug is. Ook dat ben ik niet met hem eens, want het gaat duidelijk om aparte delen. Uiteraard ga je dat gefaseerd invoeren, je kunt zelf je tempo bepalen en je kunt ook zelf bepalen hoe dat er uiteindelijk uit gaat zien. Het is niet zo dat je zegt dat als wij nu instappen, de trein in één vaart doorgaat en wij nergens meer kunnen bijsturen. Dat proef ik eigenlijk uit de woorden van de heer Jacobse. Hij is ook tegen het Masterplan. Hij zegt dat hij voor een sobere inrichting is, het kan altijd goedkoper. Dat ben ik met hem eens, het kan ook goedkoper. Maar waar doen wij dit om? Wij hebben een keuze gemaakt om onze binnenstad te her- inrichten omdat wij die aantrekkelijker willen maken. Wij willen hem aantrekkelijker maken voor de burgers van Leeu warden, wij willen hem aantrekkelijker maken voor de mensen die hier komen winkelen, wij willen hem aantrekkelijker ma ken voor het toerisme. Kortom, het is ook een werkgelegen heidsargument. Wij hebben ook naar BenB aangegeven dat wij niet een luxe dure inrichting willen. Wij willen een herin richting die past bij het budget van Leeuwarden. Want je zou het op een veel duurdere manier kunnen gaan doen. Daar hebben wij niet voor gekozen, want dat is ook niet noodza kelijk. Wij hebben gekozen voor een degelijk plan, voor een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 17