Blad 48 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 een marktplein van te maken. Daarmee hebben wij niet inge stemd. Dan lijkt het consequent om te zeggen dat wij daar dan dat groen doen. Als de raad zegt dat zij dat eerst meer open bediscussiëren, dan vloeit daar natuurlijk geen bloed uit. Dan zal ik niet zeggen dat je dat absoluut niet moet doen. Alleen de consequentie daarvan is dat je natuurlijk in de commissievergadering van misschien september a.s. een open discussie daarover krijgt en dan zal dit niet meer voor 1 november 1997 besloten worden, denk ik. (De heer Hoogeveen: Het alternatief is dat de wethouder nu driftig gaat uitwerken in de richting die wij niet willen en dat wij pas aan het eind van die uitwerking nee zeggen. Dan heb je volgens mij meer vertraging.Dat klopt, maar misschien denkt de rest van de raad daar anders over. Maar op zich vloeit daar geen bloed uit voort, alleen de raad krijgt een brainstormende discussie en in de tussenliggende maanden van nu tot september kan er niet een plan uitgewerkt wor den. Dat is de keuze. De heer Timmermans (weth.)Excuses dat ik in eerste in stantie niet heb gereageerd op de heer Van den Vlekkert. Ik was er niet, maar ik had wel een notitie van de voorzitter gekregen. Ik wil daar graag nog op reageren. Als ik het goed begrepen heb, dan is het beeld van de heer Van den Vlekkert, gratis openbaar vervoer in de binnenstad, het Hasselt model. Dat is natuurlijk een heel kostbaar mo del, dan moet je als gemeenteraad vervolgens bereid zijn om daar geld daarvoor neer te leggen. Nog even afgezien van de vrarag of wij het alleen over de binnenstad hebben of over de hele stad. Want dat maakt de mogelijkheden weer heel an ders. Het enige wat ik mij daarbij zou kunnen voorstellen is de suggestie dat aan de rand van de stad grote parkeer terreinen worden aangelegd en vervolgens in de hele stad gratis openbaar vervoer. Het heeft geen zin om aan de rand van de binnenstad parkeergarages te zetten en dan openbaar vervoer, daar zijn de afstanden te klein voor. Dat is bui tengewoon kostbaar. Dat zou betekenen dat je dan de par keertarieven hoog moet maken om vervolgens die slag te kun nen maken. Ik ben bang dat in de verhoudingen zoals die in Friesland zijn, mensen niet van die mogelijkheid gebruik zouden willen maken en dat daarmee de concurrentiepositie van de stad als voorzieningencentrum in gevaar komt. De heer Bilker heeft namens de CDA-fractie aangegeven dat zijn fractie tot op dit moment een consequente houding heeft aangenomen. Ik erken dat. Ik heb ook helemaal niks tegen zijn uitgangspunt dat het openbaar vervoer zo dicht mogelijk bij de binnenstad zou moeten komen. Ik heb alleen aangegeven dat je een keuze moet maken tussen het belang, het zo optimaal mogelijk aanwenden van de openbaar vervoer- functie tegenover de inrichtingskwaliteit van de binnen Blad 49 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 stad. Dat heb ik proberen aan te geven. In het betoog van de heer Bilker heb ik wel het eerste voortdurend gehoord, maar het laatste, die afweging, heb ik nergens in zijn ver haal gehoord. (De heer Bilker: Jawel, maar wij hebben ver schil van opvatting over wat je precies verstaat onder het begrip binnenstad. Dat gaat voor onze fractie telkens over het winkelhartDat moet je opkrikken, dat is de allereer ste prioriteitAls ik het over de binnenstad heb, dan heb ik het over de kwaliteit van het Masterplan. Dat Masterplan doet een aantal uitspraken en de consequente houding van de CDA-fractie voor wat betreft het openbaar vervoer betekent dat het Masterplan - dat zij zelf heeft onderschreven als zijnde een goed uitgangspunt - deels muteert. Dat is de constatering die ik doe Het onderzoek. Ik heb niet bedoeld te zeggen dat wij nu de openbaar vervoerfunctie op het Ruiterskwartier nog een keer gaan onderzoeken, want dat weten wijIk heb alleen aange geven dat wij de aannames onder de cijfers, die vanuit het college via VEONN, via Bureau Hofstra, naar voren zijn ge komen, aan een contra-expertise zullen onderwerpen. Daar komen wellicht andere cijfers uit, of dezelfde of negatief of positief. Dan denk ik dat waar sommige fracties dan geen behoefte hebben om die af te zetten tegen het Ruiterskwar tier, zou ik mij kunnen voorstellen dat andere fracties dat wel doen. Dus het is niet in het onderzoek betrekken, maar naast elkaar zetten en de plussen en de minnen van de vari anten bekijken. Want ik constateer dat er geen meerderheden zijn voor de verschillende varianten. Ik hoef iets niet te onderzoeken dat ik al ken, maar ik kan het wel afzetten te gen de andere zaken waar ik nog nader onderzoek naar wil plegen, omdat de aannames onder dat rekenkundige model, met inachtneming van de loopafstanden enz. en de varianten die de heer Feddema naar voren gebracht heeft, helder op het kleed moeten komen. Voor wat betreft de onderhoudskosten zullen wij in ieder geval een fikse poging doen waar het de directe onderhouds kosten betreft verbonden aan de brug. Als men de hele cij fermatige onderbouwing wil hebben, wat de consequenties zijn van het ene model ten opzichte van het andere, dan wordt het wat moeilijk, want dat betekenc dat je nu al na moet gaan rekenen wat het variant Ruiterskwartier voor her inrichtingsconsequenties zal hebben, hoe je dat zou moeten vertalen. Om het maar anders te zeggen, stel de variant bus naar buiten, dan moet je gaan berekenen wat het kost als het groen ten westen van de Nieuwestad wat groter zal wor den, dan ga je asfalt weghalen. Ga je dat dan toerekenen aan de busbaan aan de buitenzijde of reken je dat toe aan het Masterplan, dat wordt een hele lastige discussie. Maar wij zullen proberen om toch een zo objectief mogelijke ver gelijking te geven van de verschillende kosten verbonden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 25