Blad 60 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 houden op het werk van Reiniging. Wij zijn over de beant woording over dat punt tevreden. Wij hebben verder het hele voorstel getoetst aan vier pun ten. Dat hebben wij daar ook kenbaar gemaakt. Wij hebben ons afgevraagd of het effectiever en efficiënter werkt of het goedkoper werkt en of de positie van werknemers gega randeerd is. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat inder daad aan die vier punten wordt voldaan. Totdat de wethouder zijn mededeling aan het begin van dit agendapunt deed. Ik wil vragen hoe het schrappen van die zin zich verhoudt tot de voorwaarde die is gesteld vanuit de ondernemingsraad, het georganiseerd overleg. De voorwaarde die daar gesteld is, is dat de samenwerking gelijktijdig met de verzelfstan diging tot stand dient te komen. Het is mij nu niet meer duidelijk Mevrouw Inberg: Wij hebben in de commissie ook gewezen op de manco's die kleven aan het beslisdocument en wij hebben daar ook een aantal dingen in genoemd die naar onze mening in het vervolgtraject aan de orde moeten komen. Ik wil toch nog even herhalen wat onze bezwaren waren tegen het nu op gestelde beslisdocument. Het ademt namelijk sterk de nood zaak tot schaalvergroting en het aangaan van allianties met andere partners, inclusief verkoop, uit. Die noodzaak wordt niet onderbouwd door de onderzoeken die tot nu toe zijn ge daan. Hoewel wij sympathiek staat tegenover de samenwerking met Afvalsturing, is het natuurlijk wel goed om in het oog te houden hoe de zaken er voor staan en op welk niveau Af valsturing en Reiniging Leeuwarden elkaar kunnen versterken en op welk tijdstip met name. Afvalsturing maakt momenteel een slagvaardige indruk, de gunstige contracten met VAM zijn daarvan een goed voorbeeld. Op dat niveau werken wij, zoals bekend, al samen. De afvoer van ons afval gaat via Afvalsturing. De vraag is wat de toegevoegde waarde is van het onderbrengen van de inzameling onder Afvalsturing. Die vinden wij in het rapport nergens terug. Evenmin overigens als de toegevoegde waarde van het aansluiten bij een orga nisatie als ROVA, die in het tweede concept beslisdocument verdwenen was om onduidelijke redenen. Wij vonden eigenlijk dat wij uitleg in het beslisdocument mochten verwachten op het volgende punt In het KPMG-rapport, dat op de strategische bijeenkomst van 2 5 april jl. van Afvalsturing is besproken, staan de afval stoffenheffingen van alle Friese gemeenten. Leeuwarden is dan, op Schiermonnikoog na, de laagste. Leeuwarden is dan ook nog 100% kostendekkend. De andere gemeenten zitten bo ven de f 480,-, Leeuwarderadeel heeft bijvoorbeeld f 470,- en dat is ook nog maar voor 95% kostendekkend. Wij zitten op f 295,-. Wij scoren wat dat betreft heel erg goed. Blad 61 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 In de commissie hebben wij ook nog het jaarverslag bespro ken. Het blijkt dat wij zelf ook hele gunstige contracten kunnen afsluiten voor wat betreft klein chemisch afval, waarop een retour van f 600.000,- kon worden gemeld. Waarom willen wij dan toch in één verband met andere ge meenten? Wij zijn al goedkoper dan de rest. Afvalsturing weet dat zelf ook wel en zij is nu bezig met het uitwerken van een toekomstscenario over haar functie en opzet. Dat is ook nodig, want de scheiding tussen backdesk- en frontdesk functies is tot nu toe niet duidelijk omschreven en de voor en nadelen zijn niet onderkend, zoals ook de aanwezigen op die strategiebijeenkomst lieten weten, met name de heer Steenmeijer heeft daar nogal uitspraken over gedaan. Als wij het namelijk hebben over de gewenste schaal voor front desk, de inzamelactiviteiten, dan blijkt bijvoorbeeld het rendement bij 100.000 aansluitingen te worden gehaald. Daarboven voeg je niet noemenswaardig meer toe. En Fries land heeft al 250.000 aansluitingen. Vanuit de frontdesk functie, de inzamelfunctie, volstaat dus al een schaal tot 100.000 aansluitingen. Voor wat betreft de backdesk-functies heerst veel onduide lijkheid. Wat valt daar onder? Het meest vergaand is de be tekenis waarin recycling, verkoop, verwerking, verbranding en storting wordt meegenomen. Deskundigen wijzen echter op de gevaren van deze situatie, die leidt tot het inzamelen van afval door tevens de bezitter van de verbrandingsoven, die daarmee de tarieven van de afvalstoffenheffing volledig kan bepalen. Ook dit moet nog door Afvalsturing in een toe komstvisie en een scenario worden voorgelegd. Midden in de ze nog niet uitgewerkte scenario's forceert Leeuwarden een stap die niet onderbouwd wordt. Dit is een wat wazige pro cedure, zowel voor Afvalsturing als voor ons. Ik wil er nog even op wijzen dat een overhaaste beslissing al meer ge meenten in moeilijkheden heeft gebracht, ik heb daarvan in de commissie al voorbeelden genoemd. Kortom, de onderbouwing is op de punten schaalgrootte, af valstoffenheffing en afvalpreventie naar onze mening niet voldoende genoeg om op dit moment volledig met het beslis document te kunnen instemmen. Wij vinden dan ook dat dit in het vervolgtraject aan de orde zal moeten komen. De raads- brief is wat dat betreft deels gewijzigd. Ik wil nog even als voorbeeld ook noemen, dat ook blijkt dat wij overhaast te werk gaan uit de instemming die vanuit de OR moest komen. Die moest ons nog mondeling in de com missievergadering bereiken, omdat men er tot nu toe niet uit was. Wij wijten dat ook aan de onzekerheid over de toe komst Dan ten aanzien van de voorgestelde bestuurlijke vormge ving. In het beslisdocument worden voorstellen gedaan ten aanzien van de zeggenschap in een NV. Naar onze mening ligt het accent te zwaar op de Raad van Commissarissen, die in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 31