Blad 62 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 tegenstelling tot de aandeelhouders - lees de gemeenten - verregaande beslissingen ten aanzien van fusie en overname mag nemen. Gezien de eerder geschetste bedreigingen vinden wij dit niet verstandig. Naar onze mening zal ook daarom eerst duidelijk moeten zijn hoe Afvalsturing in de toekomst gaat werken alvorens de besluitvorming middels een kleine Raad van Commissarissen uit handen wordt gegeven. In de vergadering van de Commissie Milieu en Stadsbeheer is als uitkomst van de discussie de toezegging door de wethouder gedaan de procedure te knippen, dus vooralsnog eerst alleen te besluiten tot externe verzelfstandiging. Ik vraag mij op dit moment even af of met het alleen het schrappen van het laatste zinnetje daar voldoende uitwerking aan wordt gege ven De heer Den Oudsten: Juist door al die onzekerheden voor de middellange termijn en alle strategische discussies, die nog plaatsvinden bij de grotere afvalverwerkers in Noord- Nederland, hebben wij gezegd, laten wij nu die knip leggen in de besluitvorming, laten wij wel zorgen dat onze reini gingsdienst zodanig wordt georganiseerd dat die gemakkelij ker aansluiting kan vinden bij derde partijen, maar laten wij ons zelf nog volledig vrij voelen om op het moment dat de eigen NV er staat die te laten aansluiten bij andere partijen. Daar was de wethouder overigens klip en klaar in. Hij heeft gezegd dat het kan. Dat lijkt mij ook geen enkel probleem. Ik vind het ook terecht dat mevrouw Inberg en ook anderen dit punt zo benadrukken, omdat het juist iets is dat toch wat afwijkt van het positieve advies van de onder nemingsraad. Ook ik ben toch wel nieuwsgierig naar hoe het college daar nu mee omgaat, omdat als je het formeel be kijkt, er op dit moment geen positief advies is van de on dernemingsraad dat je door kunt gaan. Dan kan je twee kan ten op. Je kunt opnieuw een advies vragen en je kunt vol gens mij ook gewoon een maand wachttijd in acht nemen en de ondernemingsraad de gelegenheid geven om naar de Onderne mingskamer te gaan. Ik weet niet hoe dat in gemeentelijke kringen precies werkt, maar dat wordt mij straks wel duide lijk gemaakt, denk ik. Maar ik denk wel dat als je praat over het serieus nemen van het belang van het personeel, dit een belangrijk onder deel is. Daar zal de wethouder hopelijk nog even op willen ingaan Een ander belangrijk onderdeel is dat je de mensen die al tijd onder de vlag van de zekerheid van het gemeentelijk dienstverband hebben gewerkt ook voor de toekomst zodanig goed moet toerusten dat zij zich ook bij hun toekomstige werkgever zeker en vooral ook prettig voelen. Ik denk dat alle voorwaarden aanwezig zijn om dat ook gerealiseerd te krijgen. Ik denk ook dat er goede overeenstemming is, een basis, om dat te regelen. Maar daar zit tegelijkertijd nog Blad 63 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 iets anders bij, ik zou dat toch hier willen neerleggen. Het is ook net zo goed van belang voor de gezondheid van de onderneming dat ook de loonkosten conform de andere bedrij- ven zijn die in diezelfde markt opereren, anders zet je dit bedrijf bij voorbaat op achterstand. Mochten er dus ver schillen zijn tussen die huidige situatie in de loonkosten, dan denk ik dat het goed is dat die ook op een zorgvuldige manier zodanig worden weggewerkt dat dit het bedrijf niet belemmerd in zijn bedrijfsvoering. Dat ten aanzien van het personeel Het tweede punt, wat voor de PvdA-fractie van belang is, ligt in de tarievensfeerIn feite moet je deze operatie niet aangaan vanuit een defensief oogpunt, dat je zegt wij kunnen dit op den duur toch niet meer alleen redden, dus laten wij nu maar aansluiting zoeken. Je moet zoeken naar mogelijkheden om de tarieven zo laag mogelijk te kunnen houden. Daar wordt wat genuanceerd in de papieren over ge praat, dat kan ik mij ook wel voorstellen. Het is altijd van belang om hier wat slagen om de arm te houden, maar ik wil hier wel nadrukkelijk zeggen dat het wel de inzet is van onze fractie om dat punt goed in de gaten te houden. Een ander punt, dat heeft te maken met het personeel en de toekomst van het bedrijf, is hoe je omgaat met de zeggen schap van de gemeente. Dat is een wat lastig punt, omdat je dat verschillend kunt wegen. Wij hebben gezegd dat je nu juist in de eerste fase als raad daar nadrukkelijk bij be trokken zou moeten zijn. Of je dat in commissieverband doet of een begeleidingsgroep, dat laat ik even in het midden. Als het college vindt dat dat laatste moet, dan hebben wij daar geen problemen mee. Maar er zijn wel een aantal zaken die vrij principieel nu geregeld moeten worden. Bijvoor beeld, hoe geef je gemeentelijke invloed gestalte? Dat is niet alleen bij ons eigen bedrijf, waarbij het natuurlijk 100% is, maar vooral ook kijken naar de toekomst. Praat je dan over, een maatstaf voor aandeelhouderschap is bijvoor beeld de kapitaalsinbreng; is het de mate van inbreng van omzet? Dat zijn allerlei zaken waar je met elkaar goed over moet praten, voordat je daar een definitief oordeel over kunt vellen. Een dividend beleid. Het is natuurlijk de bedoeling dat zo'n bedrijf gezond draait, dus er zal af en toe misschien ook eens een gezond resultaat uit komen. Ik vind het van belang dat je vooraf een zorgvuldig dividendbeleid vast stelt, zodat je daar achteraf geen problemen over krijgt. Naar mate je verder het bedrijf laat opgaan in andere be drijven, zal je gemeentelijke invloed zakken, minder wor den. Dus is het van belang, ook in de vormgeving van die eigen onderneming, om dat op een goede manier op te zetten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 32