Blad 66
Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997
pas dan kun je gaan praten over eventuele aansluiting. Ik
denk dat er toch een gelijktijdigheid in kan zitten. Dat is
wat de OR ook stelt. Wat wij nu doen is het principebesluit
nemen, wij gaan verzelfstandigen en wij gebruiken de komen
de tijd, als wij ook de statuten uitwerken enz., natuurlijk
om te kijken hoe wij aansluiting kunnen vinden. Over die
aansluiting besluiten wij pas op het moment dat wij dat
voorleggen aan de raad. (De heer Den OudstenVolgens mij
besluiten wij nu om te verzelfstandigen zonder dat wij ons
uitspreken over de volgende stap. Dat betekent dus dat er
in theorie verzelfstandigd kan worden zonder dat er een sa
menwerkingsverband achter aan komt. Dat is iets anders dan
wat de OR als voorwaarde heeft gesteld. Ik vind het prima
als de wethouder zegt dat hij dat wel regelt met de OR,
maar het is wel wat anders.) (De heer De Beer: Ik citeer
wat er staat in dit beslisdocument op bladzijde 30. Daar
staat: 'De eerste stap is te komen tot een verzelfstandigd
reinigingsbedrijf voor de gemeente Leeuwarden, een integra
le samenwerking van RTO met mogelijke partners is de tweede
stap'. Dat sluit aan bij wat de heer Den Oudsten zegt,
eerst de verzelfstandiging afkaarten, zoals wij dat hier in
dat beslisdocument hebben en pas daarna kijken wat de moge
lijkheden zijn. Dat is de voorwaarde waaronder wij akkoord
zouden kunnen gaan.) Maar volgens mij is dat ook wat ik net
naar voren bracht. (De heer Beers: Wij constateren hier een
verschil van mening tussen het collegevoorstel en de onder
nemingsraad, want de ondernemingsraad stelt gelijktijdig
heel nadrukkelijk.De garantie kan ik niet geven, die zal
de raad moeten geven. Wij streven er wel naar dat op het
moment dat er verzelfstandigd wordt, je daaraan vastkoppelt
dat het duidelijk is dat er ook samenwerking gezocht wordt
met andere partijen. (Mevrouw InbergNu herhalen wij in
feite de discussie die wij in de Commissie Milieu en Stads
beheer hebben gehad. Wij willen dat uitdrukkelijk nog even
los van elkaar koppelenOp dit moment besluit de raad
niet, laat dat duidelijk zijn, tot aansluiting van RTO bij
een andere organisatie. Wat ik alleen probeer te zeggen is
dat op het moment dat wij dit besluit genomen hebben het
ons toch vrij staat, daar hebben wij ook een intentiever
klaring over afgesloten met Afvalsturing, om te kijken op
welke manier wij met een verzelfstandigde organisatie aan
sluiting kunnen vinden bij een andere organisatie zoals
bijvoorbeeld Afvalsturing. Dat leggen wij uiteraard voor
aan de raad. Dat kan natuurlijk niet anders. Als de raad nu
zegt: u moet volledig die hele verzelfstandiging helemaal
afgewerkt hebben en dat zal gebeuren op 1 januari a.s. en u
mag pas op 2 januari beginnen met na te denken over eventu
ele allianties, dan denk ik dat er echt een heel groot gat
zit tussen wat het advies van de OR is en wat dan het be
sluit van deze raad is. Maar ik kan mij niet voorstellen
dat de raad zegt dat wij niet tegelijkertijd al moeten gaan
nadenken over samenwerking met anderen.
Blad 67
Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997
De heer Den Oudsten: Dat is waar, de wethouder heeft hier
gelijk in. De PvdA-fractie zal zeker de wethouder ook niet
vergen op deze tijdelijkheid. Het is natuurlijk logisch dat
ook tegelijkertijd gekeken wordt naar allerlei zaken die
ook in het college al wat in het vat zitten. Er is natuur
lijk wel een reden waarom wij toch even scherp die zaak
hier neerzetten. Dat zijn een aantal inhoudelijke redenen,
daar heeft mevrouw Inberg net een aantal van genoemd, het
tweede is dat wij die knip ook nadrukkelijk in de commis
sievergadering hebben gelegd en zowel in het verslag als
ook in de raadsbrief is daarvan niets terug te vinden.
Daarom is het ook noodzakelijk dat wij dit hier nog even
extra benadrukken.
De heer Brinks (weth.)Mevrouw Inberg heeft nog een hele
boel op- en aanmerkingen gemaakt ten aanzien van de manco's
die het beslisdocument zou hebben, omdat er niets in staat
over wat Afvalsturing gaat doen, hoe het zit met frontdesk
en backdesk, het hele KPMG-onderzoek enz. Ik denk dat dat
ook niet elementen zijn die je op dit moment in dit beslis
document naar voren brengt. Het zijn wel elementen die je
natuurlijk, als je gaat nadenken over samenwerking en over
schaalgrootte, naar voren brengt. In die zin wilde ik daar
in ieder geval noq even op reageren.
Ik denk dat ik hiermee alle vragen in eerste en tweede ter
mijn behandeld heb.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
De heer Beers: Als ik het zo mag begrijpen dat die aanslui
ting zo spoedig mogelijk bij verzelfstandiging op 1 januari
1998 wordt gezocht in het komend halfjaar, dan kunnen wij
er mee instemmen.
De heer De Buer: De WD-fractie wil geacht worden tegen
punt 4 van het besluit te hebben gestemd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-
fractie en de NLP-fractie geacht willen worden tegen onder
deel 4 van het besluit te hebben gestemd.