Blad 4 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 bij de afslag Pier Panderstraat/HarlingersingelDit bevor dert echter het aantal verkeersbewegingen in noordelijke richting. Hofstra heeft deze toename berekend op circa 4.400 motorvoertuigen per etmaal. Wij dringen er derhalve bij u op aan wel een dergelijk verbod in te stellen, model 4B Tevens verzoeken wij u te besluiten tot het treffen van fy sieke maatregelen om dit linksafverbod te effectueren in combinatie met fysieke maatregelen om sluipverkeer via de Fonteinstraat, Molenstraat, Tramstraat en Harlingerstraat te voorkomen. Daarnaast verzoeken wij u om duidelijkheid en garanties ten aanzien van ten eerste het onderzoek en de te treffen maat regelen om de toename van de geluidsbelasting van de wonin gen aan de Westersingel en Pier Panderstraat tegen te gaan. Ten tweede de fysieke maatregelen om een veilige oversteek van de Westersingel voor fietsers en voetgangers te waar borgen De Voorzitter: Ik hoop dat u begrijpt, gezien het feit dat dit punt op de agenda staat, dat we deze punten meenemen in onze normale behandeling van dit agendapunt. De heer Van Beijaren: Ik woon in de Fonteinstraat en ben daardoor een beetje belanghebbende bij de eventuele plannen voor de voetgangersbrug. Ik ben daar op tegen en wel om de volgende reden. Als u weet dat een paar maanden geleden van mij en van mijn kinderen drie autobanden kapot geprikt zijn door dronken mensen van het Schavernek komend, dan wordt dat waarschijnlijk alleen maar erger. Ik voorzie daarom ook dat dan waarschijnlijk mensen over de auto's heen lopen wat nu ook in de Grote Hoogstraat of grote horecastraten vaak het geval is Vandaar dat ik misschien wel mede namens buren spreek, maar zeker voor mijzelf, dat als de plannen van het bruggetje mochten doorgaan, even afgezien het kostenaspect, dat ik dan, na 25 levensjaren gewoond te hebben in de Fontein straat, zeer snel weg ben. De heer Van den Vlekkert: Mijnheer de voorzitter, geachte dames en heren van het college en de raad, belangstellenden en belanghebbenden, graag maak ik van deze gelegenheid ge bruik om iets aan te dragen in de discussie rond het Mas- terplan en de HarmoniebrugIk doe dit namens enige bewo ners van de wijk en namens werkgroepen ten behoeve van de minst betaalden die het financiële plaatje met grote be langstelling volgen. Ik ga niet zo zeer in op de merites van de Leeuwarder plan nen, maar bied u, zoals u misschien wel gemerkt hebt, een Blad 5 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 1997 alternatief waarvan velen van u kennis hebben kunnen nemen, namelijk de oplossingen van de stad Hasselt in België. Ik ben zo vrij die de Hasselt-variant te noemen. In deze variant is afgezien van een aantal plannen en de daardoor vrijkomende middelen worden aangewend om de bin nenstad autovrij te maken en gratis busvervoer binnen de stadsgrenzen mogelijk te maken. In die variant wordt de au to uit de binnenstad geweerd en stoelt het binnenstadsver- keer geheel op openbaar vervoer. De Leeuwarder oplossing is in die zin een hybride-oplossing, waar veel bezwaren aan kleven, zoals aan iedere oplossing die niet van harte het gewenste doel nastreeft. In dit geval een autovrije binnen stad, eventueel dan een autoluwe, zodat de bewoners van de buurt zelf binnen kunnen komen. Zo'n benadering wil ik toe passen op de situatie in onze stad en ik baseer mijn betoog vooral op normale bedrijfseconomische methodes en niet op emoties en gevoelens. Wanneer Leeuwarden afziet van bepaalde onderdelen van het Masterplan betekent dit bijvoorbeeld dat niet wordt geïn vesteerd in de parkeervoorzieningen op, aan of onder het Oldehoofsterkerkhof en bij het Hoeksterend. Ook de investe ringen voor de Harmoniebrug komen te vervallen en wellicht ook nog andere. Ik kan slechts een schatting maken van de benodigde investeringen, maar ik hoor wel of ik er heel veel ver naast zit, maar een bedrag van circa f 40 miljoen lijkt mij niet onredelijk. Hierbij houd ik geen rekening met overschrijdingen, hoewel dat in het recente verleden haast schering en inslag was bij ieder plan van enige om vang. Dit soort investeringen wordt normaliter in hooguit 20 jaar afgeschreven, ofwel 5% per jaar. De gederfde, dan- wel te betalen rente mag gesteld worden op ten minste 7%. Het onderhoud kan gesteld worden op 3% van de investering, zodat de kapitaallasten, uitsluitend nog maar de kapitaal- lasten, ten minste 15% van de investering per jaar bedra gen. Daarbij komen nog de operationele kosten die ook niet mis zijn. Verdere kosten, betrekking hebbende op de herin richting van delen van de binnenstad, neem ik niet mee. De noodzaak in de totaliteit lijkt niet erg aangetoond en staan bovendien mijns inziens ook vrijwel los van het Mas terplan en van de brug. Voor de twee wel genoemde kosten moet derhalve gerekend worden met een totaal aan kapitaal- lasten van f 6 a f 7 miljoen. De redenering dat Leeuwarden met lagere kosten mag rekenen, omdat andere instanties dan de stad meefinancieren, wijs ik in dit verband bedrijfseco nomisch van de hand, omdat het gaat over de totaalsom van de investeringen en niet over de beurs waaruit wordt be taald. In wezen komt alles uit de openbare middelen. Als ik het genoemde bedrag beschouw en daarbij mee tel dat met de Hasselt-variant ook behoorlijk wat wordt gedaan aan de positie van de minima, die vrij openbaar vervoer binnen de stadsgrenzen hebben, zou het mij wel aanvaardbaar lijken om gelden voor de minima gereserveerd, zo dat al het geval

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 3