Blad 32
Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997
genheid om op de dienst uit te gaan zoeken hoe het in el
kaar zit. Ga nu eens vragen wat er aan de hand is en ga dan
eens kijken of een mening zou kunnen worden bijgesteld en
of jullie die verzelfstandiging in durven te gaan. Dat
heeft collega Biemans gedaan en hij is in de fractie terug
gekomen met een verslag daaromtrentOp basis daarvan, een
zorgvuldige procedurezeggen wij nu tegen het college, kom
zo spoedig mogelij k met het voorstelwant wij durven die
discussie en die procedure aan. Daar is niks mis mee. En
dat leidt er niet toe dat wij geld in de put gooien. Ik heb
het idee dat mevrouw Waanders daarmee bezig is.) Nee, want
ik denk dat de heer Krol nu een tegenstelling creëert die
er helemaal niet is. Wij zijn het namelijk volledig met de
heer Krol eens dat je op kortere termijn als het gaat om
het a-onderzoek de vragen die er nog resteren sneller kunt
beantwoorden. Waar het verschil in zit, is ga je vervolgens
ook akkoord met een ontkoppeling van het a-onderzoek en de
b- en c-onderzoekenDaarvan zeggen wij dat je dat niet zou
moeten doen, omdat die wel degelijk met elkaar samenhangen
en te maken hebben met die integrale verzelfstandiging.
Waar wij daarom wel voor pleiten is niet alleen een ver
snelling van het a-onderzoek, want dat zou misschien best
binnen een maand kunnen, maar dat geldt niet voor het b- en
zeker niet voor het c-onderzoek. Wij pleiten er wel voor om
ook dat b- en c-onderzoek zo snel mogelijk te laten plaats
vinden, de uitkomsten zo snel mogelijk aan de raad voor te
leggen, dus ook de termijn waarop je het definitieve be
sluit neemt naar voren te halen. Daar moet het streven op
gericht zijn. Dus ook wat dat betreft streven wij naar een
verlaging van extra kosten, die wel degelijk gemotiveerd
zijn waarom je die extra kosten zou moeten maken, alleen
wij vinden ook dat ze zo laag mogelijk moeten zijn. Die
winst kun je halen door de termijn waarop je het tweede on
derzoekstraject gaat doen zo kort mogelijk te maken. Een
motie van die strekking zal de PAL/GL-fractie ook mede na
mens de PvdA-fractie zo meteen indienen.
De heer Meerdink: Uit de discussie blijkt wel hoe verwar
rend het allemaal is. In eerste instantie heeft onze frac
tie naar voren gebracht dat je de verschillende besluiten
ook los van elkaar zou kunnen zien. Dat vinden wij princi
pieel nog steeds. Als de heer Hoogeveen naar voren brengt
dat structuur het beleid moet volgen, dan denk ik dat heb
ik eerder gehoord, maar hadden wij dan geen sportbeleid in
Leeuwarden? Natuurlijk volgt de structuur het beleid en
juist dat was de reden om te zeggen dat wij zoveel mogelijk
uitvoerende taken willen gaan verzelfstandigen. Al dat
soort opmerkingen maken het er allemaal niet echt helderder
op. Om die reden denk ik ook dat het goed is om toch eerst
de onderzoeken te laten uitvoeren en dan pas over te gaan
tot het besluit tot verzelfstandiging. In eerste instantie
Blad 33
Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997
heb ik ook gezegd dat wij er naar neigen om die motie te
ondersteunen, maar gehoord de discussie, ook gehoord de re
actie van de wethouder, denk ik dat het inderdaad toch ver
standig is om eerst een goede voorbereiding te hebben en
dan pas met het besluit tot verzelfstandiging te komen.
Als je kijkt naar de moties van de NLP-fractie en het voor
stel dat het college nu doet, zit daar ook niet zo heel
veel verschil tussen. De NLP-fractie stelt voor om zo snel
mogelijk tot verzelfstandiging te komen en heeft daarnaast
nog een aantal moties die voor een groot deel overlappend
zijn met het voorstel van het college. Ik denk dus ook dat
wat dat betreft er eigenlijk nauwelijks verschil van opvat
ting is tussen het college en de NLP-fractie en ook onze
fractie. Het enige verschil dat er nog is, is de termijn.
Moet je inderdaad pas per 1 januari 1999 de dienst Stadsbe
heer gaan opheffen en pas dan overgaan tot een integrale
verzelfstandiging van de Sport BV of kan dat eerder? Wat
ons betreft, dat is ook het amendement dat wij op het be
sluit willen indienen, moet dat eerder.
De heer Krol heeft gezegd dat hijwanneer in het amende
ment een termijn genoemd wordt van 1 juli 1998, met een
dergelijk amendement akkoord zou kunnen gaan. Wat dat be
treft zou ik ook graag van de wethouder horen dat het in
derdaad per 1 juli 1998 kan. Als ik kijk naar het procedu-
revoorstel, ook de termijnen die genoemd zijn, dan staat
daarin dat in mei 1998 het raadsbesluit genomen wordt over
de verzelfstandiging. Dat zou dan misschien ook per 1 juli
kunnen, dan moet je de feitelijke voorbereiding natuurlijk
al eerder treffen, maar dat kan ook omdat een tweetal on
derzoeken per 1 januari 1998 al afgerond is en een derde
half maart afgerond is. Je zou dus met die feitelijke im
plementatie al eerder kunnen beginnen, zodat per 1 juli
1998 het grootste deel naar die Sport BV zou kunnen gaan.
Wellicht dat dan formeel de dienst Stadsbeheer nog moet
blijven bestaan, maar dat is dan een huls die dat jaar nog
wel uitdient, maar die niet extra veel kosten met zich mee
brengt. Als de wethouder dat zou kunnen bevestigen, dan
kunnen wij het amendement nog aanpassen en er 1 juli 1998
van maken, anders moeten wij dat in een derde termijn doen
en dat lijkt mij wat lastig.
De heer Hoogeveen: In zijn eerste termijn geeft wethouder
Brinks nog eens aan dat het doel van het college is te ko
men tot een integrale verzelfstandiging. Dat begrijp ik, zo
heeft ieder zijn eigen doelen. Het doel van de D66-fractie
is een kwalitatief goed sportbeleid en een goede uitvoering
daarvan. Het onderzoek voor het Kalverdijkje wordt als
voorbeeldproject genoemd door de wethouder. Dat is uitste
kend, als voorbeelden ons overtuigen kunnen van een goed
idee dan is dat altijd mooi meegenomen. Wat ons betreft is
het meenemen van de positie van de Blauwe Golf in dat on-