Blad 16
Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997
concern, iedere periode zal je als bedrijf moeten nagaan of
jouw kapitaalariaal?? nog afgestemd is op jouw behoefte.
Dat is niet iets wat je incidenteel doet, dat is iets wat
je heel regelmatig doet en dat is dus in principe een gewo
ne taak die je ook als gemeente zou moeten doen, los van de
vraag of je verzelfstandigt of dat je het als bedrijf zou
moeten doen, los van de vraag of je verzelfstandigt.
Het zal duidelijk zijn dat de conclusies daarvan wel geïm
plementeerd zullen moeten worden in een eventuele BV. Om er
voor te zorgen dat dat ook afdoende gebeurt is de clausule
opgenomen dat tot dat moment de meerderheid van de commis
sarissen zal bestaan uit wethouders van de gemeente Leeu
warden. Tenslotte is het natuurlijk zo dat die implementa
tie ook gebeurt via het feit dat wij als verhuurder optre
den van diverse accommodaties aan een eventuele BV Sport.
"De raad van de gemeente Leeuwarden'
bijeen op 20 oktober 1997;
behandelende het plan van aanpak verzelfstandiging sec
tor Sport;
overwegende
dat het gewenst is te komen tot een nadere uitwer
king van de samenwerking op het sportcomplex Kalver
dijkje;
dat het gewenst is dat het zwembad Kalverdijkje
daarin en daarbij mede een publieksfunctie houdt;
besluit het college te verzoeken om:
in samenwerking met (beoogde) samenwerkingspartners
een bedrijfs- en ontwikkelingsplan Kalverdijkje op
te stellen;
op basis hiervan intentieovereenkomsten met partners
op te stellen;
de raad via de functionele commissie van de ontwik
kelingen op de hoogte te houden."
Deze motie is met name bedoeld om de onzekerheid over de
bedoelde samenwerking rond Kalverdijkje enige duidelijkheid
te geven.
Wij wachten de reactie van de raad af.
De heer Meerdink: Het voorstel ligt nu voor om een kwalita
tief traject in te bouwen in het besluit om tot verzelf
standiging van de sport te komen. Het heeft een hele lange
geschiedenis, daar is al eerder aan gerefereerd. Sinds 1992
heeft de raad de mening dat uitvoeringstaken niet per sé
tot de kerntaken van de gemeente behoren. Die mening is
sindsdien niet bijgesteld, sterker, in de visie van het
college onder andere verwoord op een bijeenkomst in het
Stadhouderlijk Hof, moet de gemeentelijke organisatie nog
kleiner worden en moeten de taken geconcentreerd worden in
beleidsontwikkeling, het scheppen van voorwaarden, het ge
Blad 17
Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997
ven van opdrachten aan uitvoeringsorganisatie en het voeren
van de regie over de uitvoering. Ideaaltypisch gezien be
vindt het gemeentebestuur zich in de controlekamer en ziet
toe op een correcte uitvoering van de door hem verstrekte
opdrachten. Dat kan uiteen lopen van cultuur, welzijn,
openbaar vervoer, afvalinzameling, brandweer, onderwijs en
ook sport. Hoewel je van elk gemeentelijk beleidsterrein
afzonderlijk moet bezien welke uitvoeringstaken je wel of
niet wilt verzelfstandigen en hoe je dat organiseert, dat
zo organiseert dat je waar krijgt voor je geld, lijkt het
onze fractie dat het uitgangspunt steeds hetzelfde is. Waar
dat kan, de uitvoering verzelfstandigen, zodat je als ge
meentebestuur je kunt concentreren op de andere taken,
kerntaken zo u wilt. Dit uitgangspunt past ook in de filo
sofie van de gemeenteraad die op hoofdlijnen stuurt. Maar
als je kijkt naar de historie van het nu voorliggende voor
stel, en dat loopt al vanaf 1994, krijgt onze fractie de
indruk dat dit uitgangspunt kennelijk niet geldt voor
sport, althans een deel van de raad heeft daar moeite mee.
Een aantal discussies, zo is onze indruk, loopt door elkaar
heen. Dat maakt het ook ingewikkeld om tot besluitvorming
te komen. Er ligt nu ook weer een aantal moties waarvan wij
moeten afwachten hoe de stemming zal gaan verlopen.
De hoofdvraag is natuurlijk: gaan wij sport integraal ver
zelfstandigen, ja of nee? Wat ik hiervoor heb gezegd en om
dat er geen inhoudelijke bezwaren tegen integrale verzelf
standiging zijn aan te voeren, heeft onze fractie die vraag
steeds positief beantwoord. De verzelfstandiging van enkele
onderdelen hebben wij steeds afgewezen.
Een tweede vraag is hoe de relatie tussen de verzelfstan
digde Sport BV en de gebruikers er uit gaat zien. Deze
vraag kan nog toegespitst worden op de relatie tussen de
Sport BV en de sportverenigingen. In het contract tussen
gemeente en Sport BV kunnen hieromtrent bepalingen opgeno
men worden, bijvoorbeeld het zoveel mogelijk in zelfbeheer
geven van velden en hallen.
Een derde vraag is: hoeveel geld wil de gemeente aan de
Sport BV meegeven? Op deze vraag hadden de moties bij de
behandeling van de Perspectiefnota betrekking.
Een vierde vraag ishoe de samenwerking bij het Kalver-
dijkjecomplex tussen de Sport BV en een aantal particulie
ren er uit zal gaan zien.
Een vijfde vraag, die is eigenlijk nooit met zoveel woorden
gesteld, maar af en toe bekruipt ons het gevoel dat dat wel
meespeelt, is de kwestie van hoe groot het vertrouwen van
de raad is in het management van de dienst. Naar ons idee
speelt af en toe ook die vertrouwenskwestie een rol mee,
waardoor de discussie eigenlijk wat versluierd wordt.
Naar de mening van onze fractie moeten en kunnen deze vra
gen afzonderlijk beantwoord worden, maar dat is niet ge
beurd. De spraakverwarring is heel groot. Al met al leidt
dit tot uitstel van het besluit tot verzelfstandiging. Het