Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997
dat er niet alleen zicht is op een aantal lange termijn
doelen, maar ook op een aantal dichterbij liggende doelen.
Als voorbeelden worden genoemd:
de realisering van de verzelfstandigingstrajecten van
Stadsbeheer;
het minimabeleid;
de GDV/PDV-locatie;
het jeugdbeleid;
het Grote Stedenbeleid;
de sociale activering;
de aanpak van achterstallig onderhoud;
nieuwe acquisitie.
Onze fractie wil daar nog aan toevoegen:
het milieubeleid, met name duurzaam bouwen, bodembeheer;
een verbeterde bedrijfsvoering;
een begin van aanpak van de Binnenstad met de vaststel
ling van het Masterplan;
geen nieuwe lastenverhogingen, maar zelfs lastenverlich
ting.
Al met al kun je zeggen, en dat doet onze fractie dus ook,
dat we een succesvolle collegeperiode aan het afsluiten
zijn. Het college is er - weliswaar met hulp van het Rijk,
maar dat is niet meer dan billijk - in geslaagd een begro
ting te presenteren die perspectief biedt voor de toekomst.
Minder tevreden is onze fractie over de wijze van besluit
vorming aangaande een aantal belangrijke punten. Onze indruk
is dat het college soms te snel wil, of anders gezegd dat
het college de raad soms in een te laat stadium bij de uit
gangspunten voor nieuwe strategieën betrekt. Onze fractie
vindt het geen goede zaak, dat na een informele informatie
ronde bijvoorbeeld in het Stadhouderlijk Hof, strategische
stellingnames worden neergelegd in algemene beleidsdocumen
ten zoals Perspectief en Concern- en Dienstbegrotingen
zonder dat een fundamentele besluitvormende discussie heeft
plaatsgevonden in een raadscommissie en de raad. Ik doel
hier op de discussie over het welzijnsbeleid en op de
discussie over de verdere ontwikkeling van de gemeentelijke
organisatie. Wanneer de raad niet goed wordt betrokken bij
dergelijke fundamentele discussies krijg je situaties zoals
bij de verzelfstandiging van Sport en Recreatie: de raad
gaat uiteindelijk toch met de hakken in het zand akkoord met
alle gevolgen van dien.
Formeel heeft het college gelijk, wanneer het stelt dat de
uitgangspunten voor het nieuwe welzijnsbeleid met de vast
stelling van Perspectief 1998-2001 zijn geaccordeerd,
materieel echter niet. We zien nu hetzelfde met de organi
satieontwikkeling: in de Overige toelichting op de begroting
vallen daarover interessante gedachten te lezen, die verder
uitgewerkt zijn in de begroting van de Concernstaf op pagina
16 en 17. Maar gezien de veelheid aan stukken die de raad
vandaag moet behandelen en gezien de beperkte tijd die com
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997
missies hebben gekregen en de raadsfracties nu weer krijgen
voor de bespreking van de begroting is een goede mening- en
besluitvorming over de ontwikkeling van de organisatie niet
mogelijk. Een dergelijk belangrijk punt vraagt om een afzon
derlijke bespreking. Onze fractie wil straks niet in één of
ander voorstel te lezen krijgen dat de uitgangspunten en
richting voor de verdere ontwikkeling van de organisatie is
geaccordeerd bij de behandeling van de begroting 1998. We
willen graag de toezegging van het college dat de raad op
een serieuze manier bij het vaststellen van de uitgangs
punten voor de verdere organisatieontwikkeling betrokken
wordt
Ook de Ondernemingsraad heeft aangegeven tot nu toe daar
onvoldoende bij betrokken te zijn geweest.
Wat betreft de discussie over de interpretatie van wat bij
Perspectief over het toekomstige welzijnsbeleid is vastge
steld wil onze fractie de raad voorstellen de tekst op
pagina 4 van de Begroting van de Dienst Welzijn als volgt te
wijzigen: In de 5de alinea in de derde volzin worden de
woorden "reeds vastgelegd" gewijzigd in: "als een voorzet
voor discussie voor de raad neergelegd"Wij hebben daarover
een amendement geformuleerd, welke luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 3 november 1997;
overwegende
- dat onduidelijkheid is ontstaan over de fase waarin
zich de discussie over het strategisch welzijnsbeleid
bevindt
- dat de raad de overtuiging heeft dat de hoofdlijnen
van dit beleid nog niet zijn vastgesteld, maar als een
voorstel aan de raad zijn voorgelegd;
- dat de raad van mening is dat deze discussie op korte
termijn tot richtinggevende uitspraken van de raad
moet leiden;
besluit
de volgende wijziging aan te brengen in het tekstgedeelte
van de begroting van de Dienst Welzijn:
in de vijfde alinea op pagina 4 worden de woorden "reeds
vastgesteld" gewijzigd in "als een denkkader voor
discussie voor de raad neergelegd"
en gaat over tot de orde van de dag
(De VoorzitterDit is amendement/motie nr. 4.)
Het amendement is ondertekend door mijzelf namens de PAL/GL-
fractie en ook door de heer Krol namens de CDA-fractie en
door mevrouw Van Ulzen namens de WD-fractie.
Met een dergelijke wijziging kan onze fractie leven, terwijl
onzes inziens de voortgang van de werkzaamheden door college
en dienst niet hoeft te worden gefrustreerd. Overigens wil
ik nog wijzen op een interessant artikel van Paul Kuypers In
Binnenlands Bestuur, nr. 43 van 24 oktober jl., waarin hij