Blad 46 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997 Dat betekent dat een deel van de fractie mee zal stemmen met de motie die nu voorligt en een deel van de fractie zal te genstemmen. Motie nr. 6 over de planschade zullen wij niet steunen. Het is inderdaad een slag in de lucht, alles wat je meer dan f 25.000,- in de begroting opneemt voor die planschade. Het is niet gefundeerd, dat geldt eigenlijk ook niet voor die f 25.000,-. Daarvan is het enige argument dat het nooit ho ger dan dat bedrag is geweestWethouder Timemrmans spreekt van dood geld, waar hij niet van houdt. Daar sluiten wij ons bij aan. Voor ons een reden om de motie niet te steunen. Motie nr. 7 over de verslaglegging. Ik heb aangegeven dat onze fractie op zich niet zoveel moei te heeft om terug te gaan naar een vorm van besluitenlijsten en tegelijkertijd het beschikbaar hebben van geluidsbanden in de leeskamer. Ik heb er ook aan toegevoegd dat de opmer king van de heer Stoker in de Commissie Bestuur en Middelen en ook vandaag herhaald over de moeilijke bereikbaarheid van verslaglegging dan voor de steunfractie, wij toch wel een belangrijk argument vinden. Dat is met name het argument om dan toch met deze motie mee te gaan. Motie nr. 8, het niet vergaderen overdag van raadsadviescom- missie zullen wij ook steunen. De heer Krol: Mijn tweede termijn wil ik beginnen met een reactie richting de opmerkingen die het college gemaakt heeft Mevrouw De Haan zegt richting de CDA-fractie: het CDA kiest niet. Ik zal duidelijk maken dat de CDA-fractie heus wel kiest en ik wil dat doen met de volgende opmerkingen. Als je ziet naar de Perspectiefnota die wij in juli hebben vastgesteld, dan hebben wij daar een aantal opmerkingen over gemaakt en gevraagd om een aantal andere keuzes te maken. De raad heeft toen een uitspraak gedaan op basis van de gege vens die toen op dat moment bekend waren en die gegevens wa ren een bepaalde financiële ruimte, die er op dat moment niet rooskleurig voorstond. U weet dat nu bij de behandeling van de begroting vandaag hier en nu die financiële ruimte anders en die situatie anders is, dat er een andere nieuwe omstandigheid is en dat de CDA-fractie vindt dat je die mag aangrijpen om nogmaals die punten, waarvan je toen vond dat ze niet moesten worden uitgevoerd, nog eens aan de raad voor te leggen in de hoop dat er nog eens na te denken valt over de argumentatie, maar ook over de financiële ruimte en alles wat daarmee te maken heeft. Kortom, die nieuwe omstandigheid kan ertoe leiden dat partijen kunnen zeggen dat zij ergens Blad 47 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997 op terug komen en dat zij dat opnieuw aan de raad voorleg gen. Dat lijkt mij logisch. De ruimte die het college zich verschaft met betrekking tot nieuw beleid onderschrijven wijAls het gaat om ombuigingen van f 6 miljoen, dan staan wij daar volkomen achter. Waar wij problemen mee hebben tot nu toe is de verdeling over de diensten zoals die door het college is gemaakt en dan gaat het met name om de f 3 miljoen van Welzijn. Dat heeft na tuurlijk alles te maken met de relatie richting subsidiebe leid en dat heeft natuurlijk te maken met, zoals wij vinden, de discussie die niet op de juiste manier nog gevoerd is. Ik kom daar straks op terug. Het is denk ik een volstrekt misverstand dat de CDA-fractie niet kiest, dat zij geen ruimte wil creëren. Wij zijn het zelfs eens met het college. Ik begrijp niet waar mevrouw De Haan dat vandaan heeft. (Mevrouw De Haan: Ik hoor de heer Krol geen dekking geven, ook in tweede instantie niet.) Ik denk dat zij vergeten is dat ik gezegd heb dat ik alleen over die dingen zou spreken waar wij moeite en problemen mee hebben en dat het niet zo is dat wij alle onderwerpen, waar over we het met het college eens waren, nog een keer opnieuw benoemen Dan hebben wij het over de dekking van de Buitenschool - ik wil mevrouw De Haan wel uit de droom helpen - dat is dezelf de dekking als die in de motie staat van de heer Meerdink. Als je f 6 miljoen zoekt voor andere beleidsvelden, als je f 6 miljoen zoekt voor nieuw beleid en je legt daar een claim op van f 150.000,-, dan noem ik dat een dekking. Daar kan je het mee eens zijn, maar dat is een keuze die wij ma ken. Dat heeft niks te maken met dat wij niet kiezen, wij kiezen heus wel, wij geven heus de richting aan van hoe wij dat zouden willen doen. Wij laten dus niet f 6 miljoen val len, een deel van die f 6 miljoen vullen wij zelfs al in. Het is maar net van welke kant je dat wilt bekijken. (Mevrouw De Haan: Het klopt niet. Wat de heer Krol zegt is dat zij een claim leggen, dit geld voor de Buitenschool zet ten wij af tegen het ombuigingsverhaal van f 9,5 miljoen. In feite zegt hij: wij vragen van het college niet om f 9,5 miljoen om te buigen, maar even wat minder.) Dus het niet kiezen werp ik verre van mij, dat kan zij niet hard maken. Wethouder De Jong. Als ik zie hoe en op welke manier de heer De Jong antwoord geeft op de motie omtrent het subsidiebeleid, het welzijns beleid en zich met name richt tot de heer Meerdink, een col legepartij dan moet ik zeggen dat ik mij daar aan stoorIk hoop niet dat dat structureel is of wordt of zal zijn, want ik denk dat als wij hier met elkaar discussiëren, wij dat op gelijkwaardige manier doen. Natuurlijk zitten wij niet in het college, dat beseffen wij elke dag, maar ik denk wel dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 24