Blad 28 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 Bijvoorbeeld het archeologisch erfgoed dat genoemd wordt is een ondergronds monument dat niet door het windmolenpark overhoop wordt gehaald. Ook voor wat betreft de schade aan vogels denk ik op grond van de laatste gegevens nog steeds te mogen volhouden dat het voor de vogels beter zou zijn wanneer dezelfde felle zorg voor hen zou blijken als er weer een weg door het landschap moet worden aangelegd. De bezwaren lijken zich nu voornamelijk op de geluidsover schrijdingen toe te spitsen. De metingen voor het correcte aantal toegestane decibellen moeten naar onze mening aan de deskundigen zijn toevertrouwd. Blijken deze cijfers te hoog te zijn, dan ontstaat een nieuwe situatie, maar wij gaan op voorhand niet uit van opzettelijk optimistisch gestelde cijfers, zoals enigszins de suggestie lijkt. De argumenten van de voorstanders bevatten ook veel techni sche details, die echter in het grote geheel niet veel nieuws aan de argumentatie voor-tegen toevoegen. Wel wil ik opmerken dat het mij lijkt dat soms niet zacht zinnig met de persoonlijke gevoelens van de initiatiefne mers wordt omgesprongen en dat zijn ook nog steeds maar mensen Niet tegenstaande onze instemming hebben wij grote moeite met het huidige landelijke beleid ten aanzien van windener gie. Ik heb dat ook bij de behandeling van de beleidsnoti tie als een voor de D66-fractie zwaarwegende factor naar voren gebracht. Dat is namelijk het feit dat in de lande lijke afspraken over te plaatsen aantallen megawatt aan al ternatieve energie, deze energie indertijd is bedoeld als vervanging van energie uit fossiele brandstof en kernener gie. Bij de huidige toename van elektriciteitsverbruik is alternatieve energie niet meer vervangende maar aanvullende energie geworden. Kortom, het energiebesparingsbeleid blijft volledig achter bij de installatie aan bijvoorbeeld windenergie. Uit de nationale milieuverkenningen 1997-2000 blijkt zelfs dat de uitstoot van C02 bij het huidige voort gaande energie-intensieve gebruik in Nederland zal toenemen tot 30% in 2020 in plaats van de beoogde stabilisering. Dat is dus niet eens een terugdringing. De opoffering die van burgers gevraagd wordt, want wij ontkennen niet dat wat be treft beeld en geluid offers van burgers worden gevraagd, wordt dus naar onze mening niet beloond. Het lijkt ons tijd dat landelijk en provinciaal de afspraken over terugdrin ging van energieverbruik worden nagekomen. De D66-fractie heeft dit indertijd ook in de commissie voorgelegd en als antwoord van de wethouder gekregen dat dit element van de discussie zeker in gesprek met de andere overheden wordt meegenomen. Dat vonden wij toen een beetje een nietszeggend antwoord, zacht gezegd. Ik heb toen een aantal voorbeelden voor een te volgen traject genoemd, waarmee inspraak bij landelijke overheden kan worden gekregen ten behoeve van Blad 2 9 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 het gewenste energiebeleid. Vervolgens bleek in die commis sievergadering - misschien dat dit dan van onze kant een nogal technisch verhaal was - dat er onduidelijkheid was over de bedoeling van het door ons gewenste traject. Er zijn toen geen uitspraken gekomen over de uitwerking. Wij hebben daarop een voorbehoud gemaakt en in de tijd tussen commissie en raad geprobeerd onze doelstelling nader te verklaren aan de wethouder. Wij hopen ditmaal tot een dui delijke afspraak te kunnen komen. Wij wachten eerst het antwoord van de wethouder af De heer Beers: Allereerst ben ik het eens met de sprekers die hebben aangegeven dat het college coulant is omgespron gen met de sluitingstijd voor bezwaarschriften. Ik vind dat ook een compliment waard. De afweging die de PAL/GL-fractie heeft gemaakt is geba seerd op milieu-argumenten, ook mevrouw Inberg heeft daar met name op gewezen. Het opwekken van schone energie is ook een taak voor de gemeente Leeuwarden en een samenleving die meer en meer elektriciteit wil gebruiken zal de consequen ties daarvan moeten dragen. Het plaatsen van dergelijke windmolens is zo'n consequentie, helaas, want ook de PAL/GL-fractie ziet wel in dat dergelijke hoge molens geen verbetering van het landschap betekenen, uiteraard niet. Maar het is wel in een landschap reeds aangetast door een vierbaansweg, een dubbele spoorlijn en hoogspanningsleidin gen en daardoor geschikter dan menige andere plek, ben ik bang. Friesland is een provincie die zich klimatologisch leent voor windenergie. Het is dan voor ons ook geen vraag meer of wij hieraan moeten meewerken, het schept juist ver antwoordelijkheden. Met andere woorden, als wij hier veel zon hadden gehad, dan had ik hier nu gepleit voor een zon nepanelenpark Volgens mij ligt er vanavond eigenlijk maar één vraag voor: willen wij als gemeente wel of geen medewerking verlenen aan de plaatsing van windmolens binnen de gemeentegrenzen? Uit uitgebreide studie is gebleken dat dit de enige ge schikte plek voor een cluster van molens is. In de beleids notitie Windturbines is deze plek dan ook aangegeven en aangenomen door de raad. Er is reeds een voorbereidingsbe- sluit genomen, ook door de raad en omdat wij het klimaat- verbond invulling willen geven, hebben wij dit beleid vorm gegeven en ook dat klimaatverbond is ondertekend door de gemeente. Op basis daarvan heeft de gemeente ook toezeggin gen gedaan aan de initiatiefnemende boeren en de Frigem. Nogmaals, als het deze plek niet wordt, hebben wij geen plek en hebben wij dus allemaal beleid voorbereid dat geen vervolg krijgt. Dat lijkt mij heel raar. Ik ben daar enigs zins bang voor, omdat ik in de laatste vergadering van de Commissie Stadsontwikkeling toch wel schrok van het gebrek

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 15