Blad 46 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 De heer BiemansEen aantal jaren geleden hebben wij in de ze raad uitvoerig stilgestaan bij de noodzaak om het voort gezet onderwijs in deze gemeente en in de omliggende ge meenten ingrijpend te herstructureren. Destijds liepen de emoties hoog op en kostte het erg veel moeite om de vorming van twee brede scholengemeenschappen door deze raad geac cepteerd te krijgen. Nu, slechts enkele jaren later, lijkt het geheel anders te gaan. Destijds is ook al gediscussieerd over de vraag of er één of twee scholengemeenschappen moesten worden gevormd. Een van de argumenten om destijds toch voor twee scholengemeen schappen te kiezen was dat er een gezonde vorm van concur rentie zou kunnen ontstaan tussen de beide te vormen scho lengemeenschappen. Twee scholen hadden bovendien ook het voordeel dat de leerling niet zo snel zou verzinken in een ware onderwijsfabriek. Toch wordt nu voor die, wat je zou kunnen noemen, onderwijsfabriek gepleit. Een van de argu menten die gehanteerd wordt is het voorkomen van onnodige concurrentie. Het kan verkeren. Mijn fractie was destijds geen voorstander van het vormen van één brede scholengemeenschap. Er moet daarom een goede reden zijn om ons nu te overtuigen van de noodzaak toch één zeer brede scholengemeenschap te vormen. Ook wij kunnen on ze ogen niet sluiten voor de ontwikkelingen in de regelge ving van het voortgezet onderwijs. De Commissie Van Veen heeft verregaande aanbevelingen gedaan om de mavo- en vbo- opleidingen op de lange termijn aan te laten blijven slui ten bij de behoeften op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd zijn er opmerkingen gemaakt over een verantwoorde omvang van de opleidingen om te voorkomen dat er teveel en te kleine opleidingen blijven voortbestaan, die onderwijskun dig niet meer verantwoord kunnen functioneren. De Commissie Van Veen heeft daarbij het belang van de leerling en van onze samenleving voorop gesteld. De hierop volgende her structurering van mavo en vbo is in volle gang. Daarop moet ingespeeld worden. Te kleine opleidingen in met name het vbo zullen goedschiks of kwaadschiks geherstructureerd wor den. Voor een onderwijscentrum dat Leeuwarden is, is het van belang dat er een breed geschakeerd aanbod van onder wijsvoorzieningen gehandhaafd blijft. Een aanbod dat zich wat ons betreft niet beperkt tot hoger onderwijs, maar zich ook uitstrekt tot het middelbaar beroepsonderwijs en het voortgezet onderwijs. Dat handhaven van een breed geschakeerd opleidingenaanbod wordt moeilijker in deze tijd. Daarbij speelt een verdere schaalvergroting voor het voortgezet onderwijs een belang rijke rol. Echter, waar draait het nu om? Naar het oordeel van mijn fractie moet te allen tijde het kind, de leerling, centraal blijven staan in het onderwijs. Het gaat er om de leerlingen de mogelijkheid te bieden een goede opleiding af te ronden. Daar is een breed aanbod aan opleidingen alleen niet doorslaggevend voor. Doorslaggevend Blad 47 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 voor een succesvolle schoolloopbaan is of het kind zich ook thuis voelt op de school van zijn of haar keuze en of het kind een team leerkrachten voor zich vindt waarbij het goed leren is. Met andere woorden, is de school in staat het kind het gevoel te geven dat het zelf centraal staat en kan voorkomen worden dat de leerling zich niet thuis voelt in een massale onderwijsfabriek. Daarnaast is voor de gemeente het financiële risico dat ge lopen wordt van belang. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat als geheel op de middellange termijn het financiële plaatje er nog relatief gunstig uitziet, maar daarbij wordt uitgegaan van aannames. Hoe hard zijn die? Wij willen graag zien dat ook op langere termijn het finan ciële risico voor de gemeente zo beperkt mogelijk blijft. Welke ideeën heeft het college hierover? Dat zijn de vragen die bij de uitwerking van deze fusie centraal zullen moeten staan. Hoe wordt de nieuwe, zeer brede, scholengemeenschap georganiseerd en hoe worden de financiële risico's voor de gemeente zoveel mogelijk be perkt? Daarop graag een reactie van het college. Mevrouw Van Ulzen: Er is indertijd afgesproken dat alvorens er een raadsbehandeling plaats zal vinden eerst het verslag van de commissie in ons bezit zou zijn. Dat is weer niet het geval, terwijl bovendien in de aanbiedingsbrief staat: op 30 oktober 1997 heeft de Commissie Welzijn besloten u te adviseren. Dat klopt ook niet, er zijn toen zeer veel voor behouden gemaakt. Het verslag is ook niet in ons bezit, is ook niet vastgesteld. Waarom maken wij die afspraken als ze toch niet worden nagekomen. Uw argumenten en motieven om tot de door u voorgesteld fu sie te komen vinden wij niet overtuigend. Voor het gemak heb ik de aandachtsstreepjes vertaald in a. tot en met d. Aandachtsstreepje a. U bent van mening dat dit voorstel meer mogelijkheden biedt om het vbo in stand te houden. Daar zit natuurlijk het probleem, een probleem dat je niet oplost door het op één hoop gooien van twee scholengemeen schappen met nog een derde daar bovenop. Tot mijn verbazing wordt nergens gesproken over het feit dat van de 46 regio nale opleidingscentra meerdere een vbo-opleiding hebben en daar waar deze gekoppeld zijn je ook de groei van het mbo ziet toenemen. Even terzijde, bij de landelijke begroting van 1998 van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is een mo tie ingediend, breed gesteund, om te komen tot technocentra zodat hoogwaardige vaklokalen gemeenschappelijk gebruikt kunnen en zullen worden door zowel het lbo, het mbo en het hbo. Hoe gaat het dan straks in Leeuwarden als het lbo zo nodig bij het Slauerhoff en de Delta moet, opnieuw kosten maken? De wet staat nu al toe dat bijvoorbeeld het AOC een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 24