Blad 56 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 geen recht doen aan de inhoud van het beleidsplan waarmee wij, dat zei ik net al, volledig kunnen instemmen. Daarom wil mijn fractie nu instemmen met het voorliggende strate gisch beleidsplan met inachtneming van onze opmerkingen ten aanzien van de bestuursstructuur. Wij willen daarnaast het college de suggestie doen om bij de voorstellen die ontwikkeld worden ten aanzien van de te kiezen bestuursvorm ook onze opmerkingen op dat punt, zoals in onze notitie verwoord, mee te nemen. Op die manier wordt de discussie gevoerd op het juiste moment en niet naar aan leiding van de passage in een raadsbrief, die feitelijk over een ander onderwerp gaat De heer Stoker: Bladzijde 2 van de aanbiedingsbrief bij dit voorstel noemt al dat de dubbele verantwoordelijkheid die het gemeentebestuur en met name het college heeft ten aan zien van het onderwijs steeds meer begint te knellen. Juist wat dit betreft heeft onze fractie in een gezamenlijke no titie met de CDA-fractie het een en ander gesteld en duide lijke voorstellen gedaan, waarvan wij niet het idee hebben dat die voldoende door college en raad zijn afgewogen. Verder wordt op bladzijde 18, bijlage 1, in de werkplanning taakgroepen openbaar primair onderwijs, het ontwikkelen van voorstellen met betrekking tot de zogenaamde vensterschool genoemd, iets waar wij vooralsnog ook onze bedenkingen bij hebben Voor het overige wil ik mij aansluiten bij de opmerkingen van de heer Biemans De heer De Jong (weth.)Ik constateer dat wij het met el kaar unaniem eens zijn over de inhoud van het strategisch beleidsplan of zoals wij dat in de commissie in feite ge noemd hebben een kadernota, want de status moet meer stra tegisch worden. Dat doet mij bijzonder veel genoegen. De discussie is inderdaad gegaan met de fracties van CDA en GPV/RPF/SGP over de te kiezen bestuursvorm. Zij maken daar een andere keuze. Zij hebben daar een nota over ingediend. Zij zeggen dat je het probleem kunt omzeilen door twee por tefeuillehouders Onderwijs voortaan aan te wijzen in het college. Ik heb daar al in een eerder stadium mijn argumen ten voor gegeven waarom ik denk dat het een redelijk om slachtige methodiek is. Overigens is mijn conclusie wel dat ondanks het feit dat zij vinden dat het zou moeten, zij dan toch nog niet tegen een verzelfstandigd schoolbestuur hoe ven te zijn. Zij maken daar nog wel steeds een voorbehoud voor. Wat wij kiezen is, wij hebben twee richtinggevende uitspraken gedaan als college. Enerzijds dat wij in princi pe kiezen voor een verzelfstandigde bestuursvorm. Er zijn allerlei varianten mogelijk, die hebben wij met elkaar al de revue laten passeren, daar waren zij ook bij betrokken. Blad 57 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 Anderzijds is het een vorm van bovenschools management. Ik zie op dit moment eigenlijk geen enkele reden waarom beide fracties nu tegen dat verzelfstandigde schoolbestuur zouden zi jn De heer Biemans: Een verzelfstandigd schoolbestuur in de vorm van een artikel 82 commissie is geen enkel probleem mits daar een bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit deze raad in zit. Dat wil dus zeggen de wethouder Onderwijs. Daarmee zijn wij klaar. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de frac ties van CDA en GPV/RPF/SGP geacht willen worden tegen de bestuursstructuur te hebben gestemd. Punt 18 (bijlage nr. 146) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 19 (bijlage nr. 150). De Voorzitter: Aan de orde is Oprichting Regionaal Indica tieorgaan Noord-Friesland. De heer Stoker: Wij vinden toch, als wij kijken naar wat er in de statuten staat onder bestuur artikel 4, de vertegen woordigers onder f, consumentenplatform BPCP, dat die ver tegenwoordiging te klein is. Eén bestuurder namens de pati ënten en eentje namens de ouderenbonden vinden wij te wei nig. Wat ons betreft houdt dat in dat wij hier niet mee ak koord kunnen gaan. Mevrouw Mol: De CDA-fractie heeft in de commissie enkele vragen gesteld over de oprichting van het Regionaal Indica tieorgaan en daar een voorbehoud voor gemaakt. Tevens is er vorige week een voorlichtingsavond geweest van de regio. Dat heeft voor ons een aantal vragen reeds beantwoord, maar er zijn toch nog een aantal vragen overgebleven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 29