Blad 58 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 Van belang voor de CDA-fractie zijn de extra kosten die ge paard gaan met de instelling van de indicatiestelling nieu we stijl in onze regio: de Stichting Regionaal Indicatieor gaan Noord-Friesland ofte wel de RION. De huidige regionale indicatiecommissie Regio-Noord wordt uit de GGD gehaald. Deze ontvlechting kost alleen al voor Leeuwarden een struc tureel bedrag van f 70.000,- en de totale kosten voor de hele regio f 202.000,-. De vraag is natuurlijk waarom deze ontvlechting plaatsvindt. De CDA-fractie wil graag de toe zegging van het college dat er alles aan gedaan wordt om die ontvlechting qua kosten zo minimaal mogelijk te doen zijn. Dat wil zeggen, wil het college bewerkstelligen dat wat de huisvesting betreft het RION onderdak vindt in de nieuwe GGD, zodat logistiek, organisatorisch en qua onder steuning van dezelfde diensten gebruik gemaakt kan worden? Dus in één nieuwe huisvesting en met dezelfde administra tieve financiële ondersteuning. Dan is er in elk geval geen sprake van ontvlechting. Een ander punt waar onze fractie nogal problemen mee heeft is de geplande taakstelling van 10%. Als wij ervan uitgaan dat de begroting gebaseerd moet zijn op het aantal indica ties zoals in een echte productbegroting straks ook bij het RION het geval zal moeten zijn en Leeuwarden legt er nu al een claim van 10% op, dan is dat onzes inziens onjuist. Je kunt immers af gaan rekenen op de te leveren producten? De indicaties zullen in de toekomst alleen maar toenemen. De CDA-fractie acht die 10% irreëel en wil graag na één jaar de taakstelling opnieuw bekijken alvorens het echt op te leggen. Graag verneem ik hierop de reactie van het college. De heer De Jong (weth.Ik zou het bijzonder spijtig vin den als de fractie van de heer Stoker om het simpele feit dat hij vindt dat er vanuit bepaalde gremia te weinig men sen in een bestuur zitten nu tegen dat hele voorstel stemt. Wat ik constateer is dat wij hier te maken hebben met een gedecentraliseerde situatie, het rijk heeft het zo bij de gemeenten neergelegd. Waar wij nu over gesproken hebben, ook zeer uitvoerig met de PAL/GL-fractie in de commissie, dat is dat wij het graag hier en daar anders hadden gezien. Kijk naar de positie van de gemeenten in het bestuur, op tisch lijkt het alsof dat een minderheidspositie is, ter wijl materieel - om dat woord nog maar eens te gebruiken - juist die gemeenten een hele belangrijke stem in het kapit tel hebben. Dat ziet u terug in de statuten. Ik zou op ba sis van de inbreng van de heer Stoker willen zeggen: wat er gebeurd is, is een heel lang traject, dat is een kwestie van onderhandelen geweest tussen diverse partijen die daar in van de wetgever een bepaalde positie hebben gekregen, met name gemeenten en de zorgverzekeraar. Dat is nu aan de orde geweest. Wat hier voorligt, ik geef dat toe, dat is een compromis. Maar de heer Stoker moet zijn eigen afweging Blad 59 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 maken. Ik zou het bijzonder betreuren als hij op basis daarvan tegen het besluit zou stemmen. (De heer Stoker: Mijn fractie kan natuurlijk niet verdeeld stemmen, maar mijn steunfractie was duidelijk van mening dat de groep waar het hier om gaat toch de patiënten zijn en die zijn ondervertegenwoordigd in dit geheel. Dat was voor ons uit eindelijk onacceptabel.) Ik neem daar kennis van. Toch nog één poging. Ik heb het verder niet over de steunfractie van de heer Stoker, daar blijf ik buiten. Maar wij hebben ook met mevrouw De Bruin gesproken in de commissie over de ver tegenwoordiging van het patiëntenplatform bijvoorbeeld en de ouderenbonden. Wij hebben geconstateerd dat wat er nu voorligt een compromis is. Het punt is wel neergezet, ook in het bestuur van het Regionaal Indicatieorgaan, dat er een verdere ontwikkeling is. Het is denk ik veel verstandi ger om nu ja te zeggen en verder te gaan met de strijd voor meer invloed van de patiënten. Mevrouw Mol heeft gevraagd waarom ontvlechten en is het niet verstandig om te kijken of de RION niet bij de GGD zou moeten. Ik denk dat dat een goede optie zou kunnen zijn qua huisvesting om in ieder geval je ontvlechtingskosten zo laag mogelijk te laten zijn, want dat is ook wat wij willen als college. Wij hebben er geen enkel belang bij om die ontvlechtingskosten hoog te laten zijn. Op zich de optie om te kijken naar de GGD vind ik een goede, de stuurgroep fu sie GGD denkt daar hetzelfde over. Maar het probleem is na tuurlijk wel dat het RION op 1 januari 1998 operationeel moet zijn. De zaken ten aanzien van de huisvesting GGD zul len waarschijnlijk iets langer tijd nemen. Daar zitten nogal wat verschillende opties in. Daarom kiezen wij ook nu voor een tijdelijke huisvesting van het RION, zodat je daar nadere mogelijkheden hebt. Maar de contacten zijn er en ik juich ze ook zeer toe. Ik zal dat in de regiocommissie ook nog eens bevestigen. De tweede opmerking die de CDA-fractie maakt heeft te maken met de 10% claim die neergelegd wordt. Die ligt er niet zo maar. Wij hebben eerder besloten bij de Perspectiefnota dat het college - en de raad heeft dat gevolgd - 20% kort op het doorgeven van de juni- en septembercirculaire. Dat heb ben wij hier ook gedaan, ware het niet dat ook deze club moet draaien en men op zich de bedragen had ingeboekt. Wij hebben gezegd oké, dan laten wij het doen, dat betekent wel een hogere taakstelling van de dienst Welzijn uiteindelijk, maar laat nu ook in een beginstadium weten - en doe dat verzoek bij het nieuwe bestuur, want zo staat het in het raadsbesluit - in ieder geval met een taakstellende begro ting te komen, maar in het volgende jaar met een 10% kor ting te kunnen komen. Ik vind in ieder geval dat je het signaal kunt geven dat je wilt dat in dit soort processen, die soms wel eens de neiging hebben om wat uit te dijen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 30