Blad 66
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
'Hij was en is de gemeenschap der Leeuwarders trouw en gun
stig gezind'die tekst hebben wij neer laten slaan in de
gemeentelijke erepenning. Het is mij een eer namens het
College van Burgemeester en Wethouders, daarbij mij ge
steund wetend door de gemeenteraad, jou die erepenning van
de gemeente Leeuwarden nu te mogen uitreiken. De voorzit
ter overhandigd de heer Timmermans de erepenning
De heer Ten Hoeve (nestor van de raad)Wethouder Timmer
mans, jonge heer Timmermans, Appie, zou ik willen zeggen,
en natuurlijk Gerda, Jasper en Bart,
het is soms wel even moeilijk om als tweede het woord te
voeren, want ik heb hier op mijn briefje staan 'vroeger had
Leeuwarden een stadstimmerman en de afgelopen twaalf jaar
hadden wij Timmermans die met veel inzet, betrokkenheid en
liefde aan de stad heeft getimmerd, gebouwd en geknutseld,
zoals hij het zelf soms heeft gezegd'
Vorige week was Gerda Timmermans in een kledingzaak in de
stad en ze stond wat in de rekken te rommelen en toen hoor
de ze achter zich: 'Hew je ut hoart, die Timmermans gaat
oek weg. Dit is al ut tweede stuk in'e krant. Hij het oek
wel wat betekend foar de stad.' 'Nou, dat weet ik so net
nog niet, want ik woan in de Breedstraat en nou hew ik ut
sicht op dy freeslike flat op ut Leeuwarder Krant terrein
en daar bin ik nou niet su wiis met. Mevrouw, kin ik u hel
pen?' 'Niet als u zo onvriendelijk over mijn man doet.' Dat
was er even tussendoor.
Waar was Ab zoal mee bezig. Dat wil ik ook maar kort noe
men, want de burgemeester heeft al wat genoemd, volkshuis
vesting, stadsvernieuwing, verkeer, busbanen, de Westergo-
weg, de haak om Leeuwarden, knooppunt, gemeentelijke herin
deling, stationskwartier, het Schoolstraatgebied wat hem na
aan het hart lag, de banaan van Daan, maar ook de bouw in
de dorpen. En altijd had Ab de portefeuille Ruimtelijke Or
dening en Stadsontwikkeling en daar kwam nog wel eens wat
bij, Grondzaken, Cultuur, zelfs Emancipatie. Maar hij wilde
beslist die inhoudelijke portefeuille, daar lag zijn hart.
Intussen was hij natuurlijk ook heel sterk de bestuurder
die altijd resultaatgericht dacht. Hij wist wel waar hij
uit wilde komen, maar als het nodig was wilde hij ook een
compromis sluiten. Hij had dat doel voor ogen. De laatste
tijd heb ik wel eens een beetje gedacht dat die bestuurlij
ke overwegingen de inhoudelijke kanten wat in de weg ston
den, maar beide bleven. Wat in het gedrang kwam, dat waren
de hobby's, de architectuur. Daar bemoeide hij zich natuur
lijk wel in gemeentelijk verband mee, maar vroeger gebeur
den er andere dingen. Ik denk dan aan de MAF (Moderne Ar
chitectuur Fryslan)het rapport over de Hollander wijk, de
studie over Fribourg, zijn hobby voor de luchtbruggen, die
overigens niet tot resultaten heeft geleid.
Blad 67
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
Naast al die zakelijk dingen wil ik toch nog een paar per
soonlijke herinneringen ophalen.
Ik maakte Ab al mee in de Stichting Aed Lewverd. Daar zaten
wij in met wat wilde jongens en wij maakten ons druk over
de afbraak van de bebouwing van de Torenstraat en de over
kluizing van het Hoeksterend. Hij was toen al de bestuur
der, want hij maande ons aardig tot kalmte en gaf wegen aan
die wij het best konden bewandelen om toch tot resultaat te
komen
De MAF was je heel intensief bij betrokken. Heel leuk waren
de reisjes naar Luik, Maastricht en Haarlem.
Ik herinner mij ook nog heel sterk, je kunt je dat nu bijna
niet meer voorstellen, zijn eerste optreden in de raad. Ab
zat daar en ik zat hier, wij moesten toen nog staan. De ta
fel ging heen en weer. Hij stond daar te trillen tegen de
tafel, terwijl als je hem nu ziet praten en hoort praten je
je dat bijna niet meer kunt voorstellen.
Wat ook op de achtergrond kwam, dat was in de beginjaren
het klaverjassen op zondagavond. Die gezelligheid was er
ook
Hele prettige herinneringen heb ik persoonlijk - ik houd
van persoonlijke herinneringen met opzet, omdat vaak die
zakelijke kanten zo benadrukt worden - aan de VNG-
congressen. Die waren een paar dagen, maar wij spijbelden
altijd een morgen, bijvoorbeeld in Leiden of Den Haag, en
dan maakten wij een toer door de stad, uren liepen wij rond
om daar de boel te bekijken. Die steden, en elke andere
stad, kende Ab tot en met door zijn werk, maar ook door
zijn interesse.
Als fractie maakten wij ook fietstochten over het platte
land. Voor mij zat er altijd een element van wedstrijd in,
want ik wilde Ab dan brengen naar een pad of straat waar
hij nog nooit geweest was. Dat lukte bijna niet, maar hij
wilde ook nauwelijks toegeven dat er straten in de stad wa
ren die hij niet kende. Ik heb het beeld nog voor ogen dat
hij met Jasper voorop door de straten van de stad fietste,
elke buurt verkende om dat goed in zich op te nemen.
Eén ding, wat je je nu ook nog moeilijk kunt voorstellen,
in die hele tijd dat hij in het college heeft gezeten,
twaalf jaar, was hij er één keer helemaal af, echt in een
dip, heet dat nu. Dat was in de tijd dat de woningbouw in
de Friese dorpen speelde en dat Ab vurig bepleitte dat er
ook in de Leeuwarder dorpen niet gebouwd moest worden, om
dat wij anders ons standpunt ten opzichte van de provincie
verzwakten. Hij werd toen niet gesteund door Dolf en Jan-
nie. Ik belde met Gerda en zij zei: 'Het is niet goed met
Ab'Toen hebben wij een avond zitten praten, maar dat was
voor Ab ook bijna weer genoeg, want Ab heeft een eenvoudig
wereldbeeld, hij verdeelt de mensen in tobbers en niet-tob-
bersHij hoort niet bij de tobbers, hij gaat meteen door.