Blad 70
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
heeft zelf wat cijfers genoemd. Ik heb, omdat ik ook van
cijfers houd, ook eens een paar dingetjes bekeken. Ik con
stateer dat ik in de afgelopen jaren als wethouder ruim
meer dan 15.000 vergaderingen/overleggen heb gevoerd. Vraag
mij niet wat ik allemaal gedaan heb, maar het aantal schrik
je wel van.
Ik denk dat er weinig wethouders in dit land zijn die kun
nen zeggen dat ze binnen tien jaar vijf keer benoemd zijn
als wethouder. Ik vermoed dat ik het absolute record heb
waar het gaat om het aantal officiële handelingen voor ver
schillende projecten te hebben kunnen verrichten binnen een
uur. Dat waren er namelijk drie. Een eerste paal slaan voor
een project, het inmetselen van een gedenksteen en als
laatste en mooiste het demonteren van een biechtstoel
Het is, dat mag duidelijk zijn, heel erg verslavend werk.
In die periode zijn er toch nogal wat veranderingen aan de
orde geweest. Ik wil een paar dingen noemen.
Ik denk dat Leeuwarden in die periode - en dat is zeker
niet door mij gebeurd, maar ik constateer gewoon die veran
deringen en dat is toch essentieel voor de stad - van een
in zichzelf gerichte/gekeerde gemeente naar een gemeente is
gegroeid die zich ook taken/rollen toedicht binnen Fries
land, binnen het Noorden, binnen Nederland. Dat is een vol
strekt andere benadering en ik denk dat dit een hele be
langrijke verandering is, als je ook kijkt naar de positio
neringen die wij hebben gekregen, als Stadsgewest Leeuwar
den, als stedelijk knooppunt Leeuwarden, de Westergozone
waar wij onze rol in vervullen en zeker ook in het kader
van het Grote Stedenbeleid.
Ook personele veranderingen. Ik heb onder drie burgemees
ters mogen dienen met veel genoegen, onder drie gemeentese
cretarissen mogen dienen, ik heb dertien collega-wethouders
mogen meemaken en 96 collega-raadsledenAls je ziet hoe
veel mensen allemaal langs trekken, dat is nogal wat.
Er zijn ook nogal wat bestuurlijke veranderingen geweest.
Het rare daarvan is dat je die eigenlijk heel slecht zelf
onderkent, want het gaat over onderstromen die je vaak niet
in de gaten hebt, omdat wij nu eenmaal in onze dagelijkse
praktijk als college en raad met honderden dingen tegelijk
bezig zijn, van het ene incident naar het andere, zou ik
bijna willen zeggen, rennen. Wij moeten ook altijd op ieder
moment over elk onderwerp een mening hebben, dat leidt ook
nogal af van het eens even rustig doordenken voor op de
langere termijn. En er is natuurlijk ook altijd het span
ningsveld van de korte termijn oplossingen en de lange ter
mijn wijsheid, de detailbehartiging tegenover de helicop-
ter-view. Dat zijn allemaal elementen die het voor ons
moeilijk maken om blijkbaar lange termijn processen te
doorgronden
Blad 71
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
Want er zijn natuurlijk hele wezenlijke veranderingen aan
de ordeIk constateer dat de stuurkracht van de overheid
door middel van traditionele planvorming en regelgeving
aanzienlijk aan het afnemen is. Daarnaast kun je constate
ren dat het bestuur steeds meer van een gezagshuishouden
naar een onderhandelingshuishouden gaat. Als je dan kijkt
wat dat voor gevolgen heeft, dan denk ik dat je toch vast
moet stellen dat de besluitvormingsprocessen toenemen. Ik
constateer ook dat de raad steeds meer - ik kom straks op
een andere kant daarvan - de neiging heeft om zelf te gaan
onderhandelen. Dat is uiteraard hun goed recht, maar of het
verstandig is, laat ik even in het midden. Tegelijkertijd
zie ik ook raadsleden die feitelijk fysiek tegen de grenzen
van hun mogelijkheden aan gaan lopen. Ik denk dat het een
koud kunstje voor ieder van ons, zoals wij hier zitten, is
om iedere avond minstens twee of drie dingen te doen als
het gaat over hoorzittingen, brainstormvergaderingen,
klankbordgroepen en wat dies meer zijIk zie tegelijker
tijd de spanning van enerzijds met al die dingen bezig zijn
en het feitelijk fysiek niet aan kunnen.
Daar tegenover staat dan merkwaardig genoeg een raad die
- en daar ben ik het inhoudelijk ook volstrekt mee eens -
op hoofdlijnen wil sturen, een raad die ook steeds meer de
controlefunctie van het bestuur (lees het college) wil uit
oefenen, opereren wij wel goed, gaan de dingen wel goed, en
daarmee tendeert naar een feitelijk dualistisch model.
Dat zijn twee tegengestelde benaderingen. Het is duidelijk
niet zo dat ik het allemaal zo goed zie en dat u dat alle
maal fout doet, dat is absoluut niet mijn bedoeling, maar
ik zie de verschillende lijnen zoals wij met elkaar bezig
zijn. Dat heeft consequenties, niet alleen voor onszelf,
maar met name ook voor de omgeving, niet alleen voor het
feit dat de omgeving ons daardoor minder begrijpt, van hoe
lopen die processen in die gemeente, waarom gebeuren dat
nou? Maar ik denk ook dat - en dat is een punt van zorg -
het ambtelijk apparaat door ons bestuurlijk functioneren
niet altijd op het goede been wordt gezet. Ik denk dat dat
niet nodig zou hoeven te zijn.
Er zijn ook heel veel dingen in mijn eigen portefeuille aan
de orde geweest en veel veranderingen. Onze voorzitter en
ook de nestor hebben daar al een aantal voorbeelden van ge
noemd. De portefeuille Ruimtelijke Ordening, Volkshuisves
ting en Verkeer en Vervoer - dat is altijd de door mij zeer
geliefde portefeuille - is een hele mooie portefeuille,
waarin je inderdaad dingen één op één gerealiseerd ziet. Ik
kan iedereen die portefeuille aanraden. Ik heb daar hele
goede gevoelens bij gehad, ook als ik om mij heen kijk wat
er al zoal heeft kunnen plaatsvinden. Het is in dat verband
heel erg leuk om te zien hoe mijn opvolger zich al enkele
weken heel erg nadrukkelijk aan het inlezen is. Wij hebben
hem daarvoor een grote stapel overdrachtsdocumenten be-