Blad 72
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
schikbaar gesteld. Ik wil de diensten complimenteren voor
de fantastische manier waarop zij een beeld hebben ge
schetst van de ontwikkelingen. Hij is daarmee bezig en wat
het aardige is, hij wordt ook steeds enthousiaster voor de
portefeuille, die ik heb mogen beheren. Ik vind dat heel
verstandig van hem en ik wens hem ontzettend veel succes
bij de invulling daarvan.
Eén waarschuwing - dat is geloof ik al door Hendrik naar
voren gebracht - is dat het wethouderschap een eenzame baan
is, je opereert feitelijk als loner, om het zomaar eens te
noemen. Dat lijkt alsof er sprake is van een paradox, want
ik heb al even aangegeven hoe ontzettend veel gesprekken,
vergaderingen, besprekingen met weet ik allemaal wie, er
allemaal zijn. Je bent eigenlijk de hele dag bezig met men
sen te praten over zaken. Hoe zo eenzaam? Maar tegelijker
tijd realiseer je je dat je niet kunt functioneren anders
dan wanneer je toch altijd afstand houdt. Je hebt nu een
maal teveel loyaliteiten. De primaire loyaliteit, laat dat
helder zijn, ligt bij het college, maar er is natuurlijk
ook een loyaliteit naar een raad die je heeft benoemd, naar
je fractie die je heeft voorgedragen, naar je afdeling van
je partij die je heeft geselecteerd, naar de burgers ui
teraard die je gekozen hebben en zeker, ook niet in de min
ste plaats, heb je loyaliteit naar je ambtelijk apparaat.
Dat dwingt inderdaad permanent tot het balanceren tussen
die loyaliteiten. Dat betekent dus dat je nooit onderdeel
van uitsluitend één loyaliteit kunt worden, maar dat je
permanent afstand moet houden naar al die groepen waar je
graag loyaal naar toe wilt zijn. Dat betekent feitelijk dat
je toch altijd een wat eenzame rol vervult. Daar is best
mee te leven, kan ik verzekeren, maar het geeft wel aan dat
het toch een andere rol is dan je als raadslid hebt.
Voorzitter, leden van de raad, er zijn de laatste dagen
ontzettend veel woorden van waardering in mijn richting
uitgesproken, ook vanavond weer. Ik voel mij zo'n beetje
als de heer Bommel die op een gegeven moment zei: 'De lof
tuitingen stijgen mij naar het hoofd, zodat het mij in de
benen zakt'
Dank voorzitter voor uw aardige woorden, dank ook vooral de
raad voor het feit dat zij mij de erepenning van Leeuwarden
hebben willen geven. Ik zal niet over het koffiegeld begin
nen, ik zou daar nog wel het een en ander over kunnen en
willen zeggen, maar het lijkt mij niet helemaal gepast.
Ik wil Hendrik als nestor van de raad dankzeggen voor zijn
persoonlijke ontboezemingen in mijn richting, waarvan u na
tuurlijk heel weinig dingen moet geloven.
In veel reacties - ik wil dat toch nog even naar voren
brengen - beluister ik 'je stapt uit het politiek bestuur
lijk leven en daarmee is je carrière zo'n beetje over'Ik
vind dat grote onzin, alsof ik al met een soort pre-vut ga.
Blad 73
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
Ik heb zeer veel zin in die baan, laat daar geen misver
stand over zijn, als architect-directeur van Hüs en Hiem.
Laat ik dan de heer Steenbreek, voor de kenners ook bekend
als bovenbaas-secretaris in dezelfde Bommelserie, maar eens
citeren, dat vond ik wel aardig: 'Mijn carrière is heen,
alles wat mij overblijft is het aannemen van enkele commis
sariaten en directeursposten'
Ik heb een ontzettend mooie intensieve tijd gehad. Dat
heeft ook nogal wat invloed gehad op mijn gezinsleven. Onze
twee zonen hebben nooit een andere vader gekend dan die
welke in de publieke sector opereerde als wethouder. Ik heb
weliswaar getracht zeer veel thuis te zijn, dat wil zeggen
bij het ontbijt was ik er meestal en bij de lunch en het
avondeten, maar ik realiseer mij ook dat ik vaak als toch
een soort veredelde zombie dan waarschijnlijk daar in die
uurtjes rondliep, in de zin van de volgende vergadering of
het probleem zus en zo. Dus niet echt veel tijd vermoed ik,
althans te weinig.
Gelukkig werd ik regelmatig gecorrigeerd. Ab heeft altijd
gelijk, thuis kreeg ik het gewoon niet. Gerda heeft daarin
groot gelijk gehad. Dank voor jullie geduld en steun.
Overigens, jullie zullen het nog wel merken als ik vaker
thuis ben.
Ten slotte een enkel woord over Leeuwarden, want daar gaat
het natuurlijk vooral om. Ik vind dat de kwaliteit van onze
stad èn door de eigen inwoners èn door de inwoners van
Friesland in zijn algemeenheid zwaar wordt onderschat. We
hebben het over één van de mooiste steden, ik vind dat ik
dat kan en mag zeggen, van Nederland. Friesland moet domweg
een keer trots worden op zijn hoofdstad en Friesland moet
die stad steunen in het overwinnen van zijn problemen in
plaats van op een afstand te blijven toekijken. Dat vind ik
veel te veel plaatsvinden. Eigenlijk moet het oude Friese
gezegde, wanneer er gesproken wordt over een hoge kwali
teit, weer van toepassing worden (ik doen dat uiteraard in
het Nederlands, ik blijf consequent)'Als was het in Leeu
warden gemaakt'Dat is een oud gezegde waarin de kwaliteit
aangegeven wordt van: dat komt uit Leeuwarden. Dat moet
weer terugkomen.
Afscheid nemen van het bestuur van deze gemeente is buiten
gewoon lastig, zeker als je als impliciet motto voor jezelf
gehanteerd hebt: 'laten ze met hun poten van Leeuwarden af
blijven' Dat geldt dus ook voor u en u bent gewaarschuwd.
College, secretaris, zeer dank, leden van de raad, zeer
dank, ambtelijke medewerkers, zeer dank, het ga u goed.