Blad 16 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 Mevrouw De Haan (weth.)De Ondernemingsraad van de Stich ting Werkwijzer heeft ons aangeschreven in onze hoedanig heid van subsidiënt van de Stichting Werkwijzer, de stich ting waar banenpoolers en JWG-ers in dienst zijn. Aanvanke lijk hadden zij natuurlijk eerst bij het bestuur van de Stichting Werkwijzer aangeklopt en het bestuur van de stichting heeft gezegd dat zij een contract hebben met de gemeente en in dat contract heeft de gemeente hun de finan ciële ruimte gegeven om een kerstgratificatie te geven van f 50,- en zij hebben als bestuur op hun begroting geen ex tra middelen om dat op te trekken en zij zijn ook niet vrij om hun reserves daarvoor in te zetten, want ook in dat con tract is geregeld dat die reserves gelabeld zijn. Dus het stichtingsbestuur had zoveel ruimte niet om de banenpoo lers, al of niet met JWG-ers, tegemoet te komen. Vandaar dat zij - en dat is vanuit hun positie best begrijpelijk - aankloppen bij de gemeente met de vraag of de gemeente aan de Stichting Werkwijzer niet die ruimte zou willen geven. Het college heeft de argumenten afgewogen en heeft uitein delijk om drie redenen gezegd dat zij dat verzoek afwijst. In de eerste plaats hebben wij geconstateerd dat als wij tegemoet komen aan de banenpoolers dat wij dan een prece dent zouden scheppen naar JTtfG-ers, maar in onze ogen ook naar DSW-ers. Ik zeg dan in de richting van de heer Fedde ma. Hoewel de DSW-ers formeel nu niet een brief hebben ge stuurd aan de raad, weten wij wel dat zij op het vinkentouw zitten, onder andere uit publicaties van vorig jaar in de kersttijd waar met name de DSW-ers dit aanhangig maakten. Wij weten wel dat op het moment dat de gemeente tegemoet komt aan de banenpoolers de DSW-ers ongetwijfeld met het zelfde verzoek bij ons op de stoep zouden staan. Dus een precedentwerking In de tweede plaats, als wij praten over nieuwe wensen - dan nog even los van de integrale afweging waar de heer Ja- cobse het over heeft - vanuit onze eigen sector, dan zou bij ons de prioriteit uitgaan naar voorstellen die te maken hebben met het creëren van werk en dat doet deze maatregel niet Een derde argument, dat ook zwaarwegend is nu de WIW er aan zit te komen, is dat in het kader van de WIW - dat geldt overigens ook voor de DSW met de nieuwe Wet op de DSW - er gepraat wordt over CAO's en dat wij nog niet precies weten of in het kader van die CAO dit verhaal van de kerstgrati ficatie of de eindejaarsuitkering ook wordt meegenomen. Wij hadden behoefte om daar eerst op te wachten. Overigens is de WIW ook in financiële zin nog een moeilijk heid, omdat wij weliswaar een bedrag hebben gekregen van het rijk om die WIW in te voeren, die zoals u weet januari a.s. al moet ingaan, te implementeren, maar wij ook op dit Blad 17 Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997 moment nog niet precies weten of wij daar financieel wel mee uit komen. Dus ook financieel houden wij nog rekening met het feit dat er wellicht extra geld nodig is om die WIW uitgevoerd te krijgen. Dat waren drie argumenten voor het college om te zeggen: wij doen het niet. Als ik de raad nu hoor, dan zijn er een aantal andere argumenten die op zichzelf voor het college niet nieuw zijn, u mag verwachten dat wij die mee hebben afgewogen. Voor ons is er dus geen reden om als college van standpunt te veranderen. Wij handhaven ons standpunt wat dat betreft. Wat overblijft is dat je uiteindelijk de argu menten, zoals die door de indieners van de moties zijn ge noemd, namelijk waardering zowel in financiële zin als maatschappelijk, zo zwaar kunt laten wegen dat het stand punt net de andere kant uit valt. Dat is uiteindelijk een kwestie van politieke weging, waarvan ik denk dat de raad er vrij in is om die weging te maken. De raad zal daar van avond over moeten stemmen. Maar ik denk dat als het om de argumenten gaat, dat die wat dat betreft wel zijn uitgewis seld Dan de vraag over welke groep hebben wij het, want uitein delijk hebben de banenpoolers een brief gestuurd. Ik heb net al gezegd dat voor het college dat precedent een argu ment was. Dat betekent dus dat als je de argumenten han teert van waardering en financiële positie, er dan niet zulke sterke argumenten zijn aan te brengen op grond waar van je tegen de JT»JG-ers zou moeten zeggen dat wij het voor hen niet doen. In zekere zin is ook het functieloon bij de DSW niet een sterk argument, want als je kijkt naar de daadwerkelijke financiële positie van de meeste DSW-ers - dan heb ik het over de echter DSW-ers - is die heus niet zoveel beter dan die van de mensen op het minimumloon. Wat mij betreft zou ik zeggen dat als je dan toch wat doet, houd dan de hele groep ook bij elkaar. Als wij dat niet doen, voorspel ik dat zij ongetwijfeld morgen op de stoep staan met dezelfde brief en dan zitten wij in de volgende raad over het volgende probleem te praten. Dan een aantal opmerkingen van de kant van de WD-fractie. De heer Feddema heeft gezegd dat de DSW ons niet heeft ge vraagd. Daar ben ik op ingegaan. Wie geef je dit nu? Want er werken inderdaad bij de DSW ook een aantal mensen van andere gemeenten. Eigenlijk is het een vraag aan de indie ners van de motie. Maar als je er toe zou overgaan DSW-ers mee te nemen, dan heb ik de neiging om te zeggen: maak dan alstublieft geen onderscheid in DSW-ers binnen dat ene ge bouw van de Leeuwarder DSW. Ik denk dat dat ook kan. Als je kijkt naar het exploitatietekort van de DSW dan wordt dat naar rato versleuteld over onze gemeente en de andere ge meenten. In die zin als je dit wat je er nu aan uitgeeft

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 9