Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997 De Voorzitter heropent om 22.00 uur de vergadering. Punt 14 (bijlage nr. 163) De Voorzitter: Aan de orde is "Schoon door de poort" - op richtingsdocument van Fryslan Miljeu NV en Fryslan Bedrij ven BV De heer JacobseNa de commissiebehandeling zijn er twee dingen blijven liggen. Het eerste is het risico dat wij lopen dat uiteindelijk toch tot Europese aanbesteding moet worden overgegaan. Dat risico is moeilijk in te schatten. Uiteindelijk heeft mijn fractie dat risico neembaar geacht en dat voorbehoud trek ik dus namens mijn fractie in. Het tweede is het dividendbeleid. Wij willen absoluut voor komen dat deze NV tot een melkkoetje voor overheden ver wordt. Dat gevaar is niet irreëel als je kijkt naar de pro vincie die met gulzige ogen kijkt naar NUON-gelden en ook de reserves van het Waterleidingbedrijf en niet om dat te rug te geven aan burgers of de tarieven te verlagen, maar om eigen tekorten weg te werken of infrastructuur te reali seren. In de commissie was de wethouder niet bereid uit te spreken dat een eventueel dividend gestort zou worden in het Egalisatiefonds Afvalstoffenheffing. Ik verzoek hem dat hierbij nog een keer. Indien hij niet bereid is tot die toezegging, zal mijn fractie in de tweede termijn de raad om die uitspraak vragen. Voor het overige gaan wij met uw voorstel akkoord. Mevrouw Inberg: Wij hebben in de commissie uitgebreid ge sproken over de verzelfstandiging van de Reiniging, ik zal dat nu niet overdoen. Ik heb daar toen ook een aantal vra gen neergelegd omdat met name in dit stadium van afstand doen van de Reiniging het erg belangrijk is dat wij kijken naar de bevoegdheden en controlemogelijkheden die wij ten aanzien van de NV en BV afspreken. De meeste van mijn vra gen zijn schriftelijk prima beantwoord, maar doordat wij op zo korte termijn wederzijds die vragen en antwoorden met elkaar uitgewisseld hebben zal ik toch een aantal herhalen om te weten of ik daar het juiste antwoord op heb gekregen. Een vraag van de D66-fractie was onder andere dat in de Al gemene plaatselijke verordening werd gezegd dat de zorg voor de inzameling van klein-chemisch afval bij de gemeente berust en ik meende dat wij daar niet een vergunning voor hadden. Hier ligt in feite een toezegging van de wethouder Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997 om de APV op dat gebied aan te passen. Mag ik daarvan uit gaan of zegt hij dat dat nog bekeken moet worden? Dan een meer principieel punt. In de Algemene plaatselijke verordening staat ook de taakopdracht voor de NV en één van die taakopdrachten zou zijn bevordering van gescheiden in zameling van afvalstoffen. Wij hebben al vaker onze angst uitgesproken om een soort OLAF-achtige toestanden te krij gen, waarin wij weer gaan investeren in allerlei bedrijfjes en daar enorme kosten op maken. Wij zouden met name bij de ze taakopdracht een toevoeging willen plaatsen, omdat be vordering van gescheiden inzameling heel breed kan worden opgevat en men zich weer in allerlei avonturen kan steken. De toevoeging zou dan moeten zijn: 'voor zover daarmee een werkelijk milieurendement wordt gehaald en deze niet leidt tot een verhoging van de afvalstoffenheffing'De wethouder heeft daar in de vergadering toentertijd redelijk positief op gereageerd, maar in de schriftelijke beantwoording stelt hij daar weer wat bezwaren bijIk zou daar nog graag een uitspraak over willen hebben. De andere vragen zijn meer technisch en zijn beantwoord, alleen voor wat betreft de huurovereenkomst van de BV, dus de inzamelaar van de bedrijfsafvalstoffen hadden wij ge vraagd waarom de huurovereenkomst niet was opgenomen in het oprichtingsdocument. Dat wordt uitgelegd met dat men in feite alles inhuurt bij de NV en daar contracten mee sluit. Dat is juist, maar voor de huisvestingslasten wordt dan 10% toegerekend aan de BV. Ik vraag mij af of dat een stan daardbedrag is of dat het gebaseerd is op het werkelijke gebruik dat de BV van de NV huisvesting maakt. De heer Meerdink: Het gaat hier om verzelfstandiging van een uitvoerende taak. De laatste jaren is het streven er op gericht om duidelijker rollen van de overheid te krijgen en om waar mogelijk die rollen organisatorisch te scheiden. Tegelijkertijd weet je dat je in die scheiding tegen gren zen gaat aanlopen. Daarover wou ik drie opmerkingen maken. Ten eerste de kwestie van het Europees aanbesteden. Het gaat daar niet zozeer om de vraag of de NV RTO bij een aan besteding de dienst is, maar wat de relatie is tussen de gemeente en de NV RTO. Door in de verordening aan te geven dat de NV RTO de inzamelaar van huisvuil wordt, kun je het probleem voorlopig wellicht ondervangen, of dat ook nog kan na bijvoorbeeld een periode van vijf jaar is de vraag. Ten tweede, in Binnenlands Bestuur van afgelopen zaterdag stond een recensie van het proefschrift 'Zelfstandige Be stuursorganen in een democratische rechtstaat' van S.E. Zijlstra. De teneur van dat artikel was dat veel ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 20