Blad 56
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
Mijn fractie gaat niet akkoord met beslispunt nr. 28. Mijn
fractie wil te allen tijde het recht behouden om nieuw be
leid te fonderen en aan de raad te kunnen voorstellen, zeer
zeker als het gaat om het minimabeleid.
De heer Stoker: Op bladzijde 4 van de aanbiedingsbrief lees
ik dat men in afwachting van het rapport van de directeur
Welzijn naar een betere monitoring en betere ramingen van
de bijstandsuitgaven geen nieuwe beleidsinitiatieven wil
nemen. Dat mag dan voor het college gelden, maar de raad
dient mijns inziens toch wel de vrijheid te houden hiervan
af te wijken. De rapporten zijn er volgens het beleidsplan
in het tweede kwartaal van 1998, na de verkiezingen dus.
Wij gaan in elk geval niet akkoord met beslispunt 28 van
dit voorstel
De heer Brinks (weth.): Voldoet dit beleidsplan Uitvoering
Algemene bijstandswet aan de eisen die daaraan gesteld wor
den? Ja.
Zou je niet een verder plan op moeten schrijven, bijvoor
beeld plannen rond een verbeterde voorlichting? Wij hebben
er voor gekozen om dit beleidsplan in feite zo op te stel
len dat het kort is en dat het eigenlijk al een samenvat
ting is van een aantal andere plannen die er binnen de
dienst leven en verder ontwikkeld worden. Vandaar dat u ook
ziet dat dit redelijk klein is, wat er achter ligt is wel
degelijk het beleidsplan 1997 en 1996, wat eigenlijk inte
graal onderdeel uitmaakt van dit nieuwe beleidsplan.
Ik neem kennis van beide stemverklaringen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de leden
van de PAL/GL-fractie en GPV/RPF/SGP-fractie geacht willen
worden tegen punt 2 8 te hebben gestemd.
Punt 23 tot en met 33 (bijlage nrs160, 186, 161, 173,
170, 171, 174, 175, 176, 177 en 178)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van b. en w.
Blad 57
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
Punt 34 (bijlage nr. 172).
De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging van de statuten van
de Stichting Het Nieuwe Stads Weeshuis.
De hear De Jong: Yn de kommisje wie dit in hammerstik,
dochs wol ik üt namme fan de fraksje noch wat sizze.
Al yn 1991 is besletten it bestjoer fan de Stichting Het
Nieuwe Stads Weeshuis yn sekere mate op ófstan te setten.
No yn 1997 wurdt dit fierder ütboud, de gemeenteried hat
aansens neat mear te sizzen. In bepaalde mate fan in grut
tere ferantwurdlikheid foar it bestjoer en minder tafers-
joch troch de gemeente past yn it plaatsje fan bestjoeren
op öfstan. Mar yn it foarstel fan it kolleezje wurdt dy öf-
stan wol hiel grut. Foarsteld wurdt dat op de foarsitter
nei de bestjoersleden troch koöptaasje beneamd wurdeDus
it bestjoer kin yn feite har seis kieze. Om't yn dizze
stichting yn sekere mate sprake is fan mienskipsjild en dat
wy in lykwichtige gearstalling fan it bestjoer foarstean,
dat yn de takomst amper tafersjoch mear mooglik is, liket
üs dit dochs gjin goede saak. Wy binne dan ik tsjin benam-
men punt a. fan it beslüt en soene dêr oantekening fan
hawwe wolle.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de leden
van de NLP-fractie geacht willen worden tegen punt a. van
het besluit te hebben gestemd.
Punt 35 en 36 (bijlage nrs. 165 en 168)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van b. en w.
Punt 37 (bijlage nr. 158)
De Voorzitter: Aan de orde is Een bestuurlijk vernieuwende
werkwijze: het vervolg.
De heer Krol: De CDA-fractie heeft in de Commissie Bestuur
en Middelen aangegeven teleurgesteld te zijn in het tempo