Blad 58
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
en de mate waarin het college omgaat met een bestuurlijk
vernieuwende werkwijze, een onderwerp waarover in deze
raadsperiode nogal wat te doen is geweest. Bestuurlijk ver
nieuwend bezig zijn aangaande de werkwijze van de raad,
vernieuwend voor wat betreft de relatie en werkwijze tussen
raad en college. Tot slot, niet het minst belangrijke, ver
nieuwend naar burgers toe. Als je dat geheel overziet dan
vallen er een aantal opmerkingen te maken en is de conclu
sie, denken wij, gerechtvaardigd dat er nog niet veel ver
anderd en/of verbeterd is. De informatievoorziening vanuit
het college richting onze partij is nog steeds aan de mage
re kant. De werkwijze van de raad, de andere de betere ma
nier van werken, zoals wij dat voorgestaan hadden na de be
stuurscrisis, is nog niet optimaal, op cruciale momenten
doet een niet-collegepartij niet mee. Als voorbeeld verwijs
ik dan naar de discussie omtrent de verzelfstandiging van
Sport
Dan de vernieuwde werkwijze, zoals wordt voorgestaan in het
raadsvoorstel
Als je ziet wat wordt voorgesteld en waarover een beslis
sing wordt gevraagd, dan is ook dat, zoals ik zei, teleur
stellend en mager, met name als je achterom kijkt en ziet
wat er de afgelopen jaren gebeurd is. Teveel en te vaak
wordt in de nota melding gemaakt van zaken die vanzelfspre
kend en volstrekt logisch zijn en dus al gerealiseerd had
den moeten zijn, vinden wij. Ik noem een paar voorbeelden.
Integrale beleidsontwikkeling, verbetering bedrijfsvoering,
gemeentewinkel (daar is vaker over gesproken)beleidseva
luatie en bereikbaarheid publiek. Wat dat laatste betreft,
wanneer een telefonische bereikbaarheid, die overigens nog
steeds niet goed is, valt onder de vernieuwende werkwijze,
dan had deze notitie nog veel uitgebreider kunnen zijn.
Dat zijn wat ons betreft vanzelfsprekendheden en daar is
niks vernieuwends aan. Ook worden veel en te vaak zaken
aangekondigd die nog gerealiseerd moeten worden, die het
college van plan is te gaan doen. Als je goed kijkt, dan
staat er veelal in: dit moet nog gebeuren in het eerste
kwartaal van 1998, dat in het tweede of zelfs nog later.
Dat is mooi, soms ook logisch en nodig, maar getuigt niet
van veel daadkracht in deze raadsperiode. Als het bijvoor
beeld in de Commissie Bestuur en Middelen gaat over een ge
meenteblad dan blijkt, na uitleg van de wethouder, dat wij
ons moeten voorstellen dat er iets in Huis aan Huis moet
verschijnen. Dan denk ik een soort Grote Klok zeker, maar
dan anders. Dat is zoiets als oude wijn in nieuwe zakken.
Ook het opnieuw in stelling brengen van een stadspanel of
een referendum heeft niet zoveel nieuws in zich. Daarom
trent heeft de raad immers eerder besluitvorming gedaan.
Ook andere raadsleden spraken daarover. Waaruit blijkt dan
de vernieuwende werkwijze? Volgens het college moest dat
blijken uit de discussie omtrent de binnenstad, het jeugd
Blad 59
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
beleid en Levi 2030. Nee, zei mevrouw Waanders van de PvdA-
fractie in dezelfde commissievergadering, die voorbeelden
moeten wij in een heel ander kader plaatsen. Misschien dan
de discussie omtrent het veranderende subsidie- en wel
zijnsbeleid, zo schoot mij te binnen. Maar als je dat wat
nader beschouwt, dan valt dat ook buiten de boot. Ga maar
na. Een informele bijeenkomst in het Stadhouderlijk Hof,
vervolgens werden de uitgangspunten zonder blikken of blo
zen vastgesteld in deze raad, zonder fatsoenlijke commis
siebehandeling. Dus ook dat kon wat mij betreft geen voor
beeld zijn van de vernieuwende werkwijze.
Kortom, voorzitter, veel goede bedoelingen, veel bestaande
of bekende zaken, weinig nieuws. Wij vinden het teleurstel
lend en jammer.
De heer Jacobse: Ik wil mij in grote lijnen aansluiten bij
hetgeen de heer Krol heeft gezegd. Hetgeen er in de nota
staat is voor een groot gedeelte al bestaand beleid. Ik wou
er een paar opmerkingen aan toevoegen.
Er wordt in de nota regelmatig gesproken over vertrouwen en
vertrouwen krijg je niet door dingen op papier te zetten,
vertrouwen moet je verdienen. Dat geldt voor alle niveaus,
zowel binnen het apparaat als de relatie tussen politiek en
ambtelijk apparaat, als tussen politiek en burgers. Het
moet uiteindelijk komen van de daden. Dan krijg ik de in
druk dat men nog steeds wacht op zaken die zich leuk dienen
om burgers te betrekken, maar dan kijk ik even naar het re
cente verleden en dan denk ik dat wij de burgers alleen nog
maar betrekken bij randverschijnselen. Blijkbaar kan dat
weinig kwaad. Als je kijkt naar het feit dat wij f 1 ton
hebben uitgegeven voor het meepraten van burgers over de
keuze van de straatstenen, dan vind ik dat de ene kant. Aan
de andere kant, bijvoorbeeld over de keuze van PDV/GDV waar
die moet komen, een hele wezenlijke discussie voor deze
stad, was het besluit min of meer al genomen en hadden die
burgers vrijwel niks meer te zeggen. Dat was net zoals het
vroeger bij ons in de MR was, als het om minder belangrijke
zaken ging mochten wij meepraten, maar als het om werkelijk
belangrijke zaken ging dan was er alleen sprake van advies
recht en dat soort flauwekulDaar past de burger terecht
voor. Ik denk dat wij daar nog een heleboel van moeten le
ren, die burger wil best meepraten, als hij ook inderdaad
het idee heeft dat het zin heeft. Ik constateer voorlopig
dat hij dat vertrouwen vooralsnog nog niet heeft.
Mevrouw WaandersIk ben het met de heer Krol eens wanneer
hij zegt dat wij erg lang hebben moeten wachten op deze no
titie. Dat klopt. Anderzijds ben ik in ieder geval positie
ver over de inhoud van de notitie dan de voorgaande spre-