Blad 60
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
kers. Ik vind wel degelijk dat er hier en daar wat nieuwe
zaken in staan. Het klopt dat het voor een deel ook zaken
zijn die in uitvoering zijn of die inmiddels gerealiseerd
zijn, maar om de inhoud van de notitie tot bijna nul te re
duceren, lijkt mij niet terecht.
De heer Krol verwijst ook nog even - dat doet hij op een
correcte manier - naar een uitspraak die ik heb gedaan in
de commissievergadering. Als dat bedoelt is om mijn steun
te krijgen voor zijn klaagzang dan wijs ik dat van de hand,
want die opmerking werd in een andere context geplaatst
Ik ben het ook niet eens met de opmerking die de heer Ja-
cobse maakt over de wijze waarop wij burgers raadplegen bij
de beleidsvorming en bij de besluitvorming. Ik vat dan het
begrip burgers ook wat ruimer op dat hij kennelijk doet.
Als het bijvoorbeeld gaat om een discussie over GDV/PDV,
dan is het meer voor de hand liggend dat je de discussie
aangaat met vertegenwoordigers van bijvoorbeeld het be
drijfsleven, die zijn dan in eerste instantie aan zet. (De
heer JacobseHet gaat er niet om met wie je spreekt, het
gaat er om met welke insteek je dat gesprek ingaat.) Daar
denkt de heer Jacobse dan kennelijk ook anders over dan ik.
Ik vind dat er wat dat betreft de laatste jaren behoorlijk
wat veranderd is en dat college en raad de weg naar die
burgers, of dat nu particulieren zijn of dat het vertegen
woordigers zijn van instellingen of bedrijven, heel goed
heeft weten te vinden, omgekeerd geldt overigens hetzelfde.
Als ik bijvoorbeeld denk aan de horecanotitie die wij hier
vanavond hebben vastgesteld en ik kijk wat voor inspraak
daar is geweest, dan gaat dat wat mij betreft iets verder
dan nog eens ja-knikken nadat de zaak - zoals dat heet -
geknipt en genaaid is. Maar daar denken wij dus anders
over
Ik heb nog wel een opmerking over de inhoud van de notitie.
Ik heb in de commissie al opgemerkt dat een financiële pa
ragraaf ontbreekt. Dat vind ik toch jammer. Als wij alles
willen realiseren wat daar in staat, ik denk bijvoorbeeld
aan de gemeentewinkel, kan dat behoorlijk wat kosten. Dat
geldt wellicht ook voor een aantal andere voorstellen. Daar
kunnen wij nu nog geen uitspraak over doen, dus wij kunnen
nu die notitie wel vaststellen, maar dat betekent wat ons
betreft niet dat wij daarmee ook akkoord gaan met het uit
voeren van alle voorstellen die daar in staan, want daar
voor moet je ook een financiële vertaling hebben. Ik kan
mij bijvoorbeeld voorstellen dat bij de Perspectiefnota het
college een aantal uitgewerkte voorstellen plus de financi
ële vertaling daarvan aan de raad voorlegt, waarop de raad
dan prioriteiten kan aangeven.
De heer HoogeveenDe eerste sprekers hebben de kansen weer
eens waargenomen om nog eens aan te geven dat deze nota
Blad 61
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
niks nieuws bevat, dat het in de relatie tussen raad en
college en in de raad onderling nog steeds niks is en ook
wel nooit wat zal worden en dat het met de inspraak van
burgers alleen maar slechter is gegaan de afgelopen jaren.
Wat kan je toch een verschillende beleving hebben bij hoe
dingen gaan. Ik denk dat inderdaad binnen de raad het ver
trouwen onderling en de omgang met elkaar een tijdje wat
minder is geweest, maar dat het de laatste tijd zeker zo is
dat wij op basis van zoveel mogelijk gelijkwaardigheid met
elkaar overleggen, dat daarbij inderdaad nog wel eens ver
schil bestaat tussen collegefracties en niet-collegefrac-
ties, maar dat dat zeker niet buitenproportioneel is. Naar
burgers toe denk ik dat wij de afgelopen tijd op een hele
andere manier met inspraak zijn omgegaan. Ik denk dat het
al helemaal niet juist is om te zeggen dat burgers alleen
maar over randverschijnselen mogen meepraten. Als je alleen
al kijkt naar de agenda van vanavond. Mevrouw Waanders
noemde al de horecanota en de inspraak die daarop is ge
weest en de invloed die dat uiteindelijk ook op het besluit
heeft gehad. Als je naar een ander agendapunt kijkt, de
Harmoniebrug, die zou aan de rand van de binnenstad ver
schijnen, maar om dit nou een onbelangrijk randverschijnsel
te noemen, zoals de heer Jacobse in feite doet, dat vind ik
toch wel wat te ver gaan. Inspraak in deze stad heeft wel
degelijk zin en dat bleek vanavond weer bij twee hele be
langrijke agendapunten. Uiteindelijk gaat het er dus niet
om wat hier een aantal fracties ons willen doen geloven,
dat het allemaal niks is met die inspraak en niks zal wor
den met het betrekken van burgers bij het beleid, het gaat
er om wat die burgers er uiteindelijk zelf van merken.
Daarom heb ik ook in de commissie gevraagd om die nulme
ting, die wij ooit gedaan hebben met behulp van een onder
zoek door de Thorbecke Academie, nog eens te gaan herhalen
naar verloop van tijd met dezelfde vragen, om zo te kijken
of de waardering voor ons beleid en onze inzet ook daadwer
kelijk verbeterd is. Want dat is waar het uiteindelijk echt
om gaat
De heer MeerdinkIk heb het rapport zo gelezen, dat staat
ook letterlijk op de voorkant, dat het een vervolg is. Het
vervolg bestaat onder andere ook uit een planning. In de
tijd is uitgezet wanneer bepaalde acties zullen gaan
plaatsvinden. Er staan geen dingen in die helemaal onbekend
zijn. Ik vraag mij ook af of dat de bedoeling was. Boven
dien heb ik ook geen suggesties gehoord wat er dan uitein
delijk ontbreekt en wat waardevol zou kunnen zijn om in de
ze notitie verder op te nemen. Bijvoorbeeld de gemeentewin
kel, daar wordt op dit moment hard aan gewerkt om in ieder
geval te kijken in welke vorm die gemeentewinkel gereali
seerd zou kunnen worden. Op het moment dat je zoiets reali
seert - of dat dan extra geld gaat kosten moeten wij inder-