Blad 62
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
daad afwachten - dan denk ik dat je toch een stap verder
bent, dat je één loket hebt waar burgers terecht kunnen,
waar zij producten kunnen krijgen, waar zij informatie kun
nen krijgen en nog een aantal van dat soort dingen meer.
Verder staan er ook geen punten in waarvan onze fractie
zegt dat die niet uitgevoerd zouden moeten worden. Ik heb
ook niet van de fracties, die wat in mineur over deze nota
spraken, gehoord dat zij er punten uit willen hebben. Ie
dereen is het er eigenlijk wel over eens dat dit uitgevoerd
moet worden. Als je kijkt naar de termijnstelling die daar
bij gehanteerd wordt, dan is toch het meeste voor het jaar
2000 gerealiseerd. Ik denk dat er dan een forse inspanning
geleverd moet worden. Onze fractie is positief.
De heer De Jong (weth.)Om aan te sluiten bij wat de heer
Meerdink naar voren heeft gebracht. Hij heeft terecht ge
zegd dat het een vervolgnotitie is. Het is een vervolg op
de startnotitie van 1992, op de nota van 1995 Bestuurlijk
Vernieuwende Werkwijze waarover wij uitvoerig gecommuni
ceerd hebben met de raad. Op basis van de opvattingen van
de raad hebben wij toen ook gekozen voor een onderzoek door
de Thorbecke Academie. Daar heeft de raad gezegd dat wij
vooral de aandacht moeten leggen op onze externe relaties.
Dat rapport is gekomen en op basis daarvan hebben wij deze
nota geschreven.
Het college is het volmondig eens met diegenen die zeggen
dat het wel wat eerder had gekund, alleen wij hebben goed
gekeken naar de capaciteit die ook wij beschikbaar hebben
en wij hebben ook prioriteit moeten geven, dat is een kwes
tie van goed kijken naar de belangen van de zaken. Dat be
tekent niet dat dit minder belangrijk is, maar in de zaken
die voorgelegd waren - ik herinner u aan de Arhi-discussie
en ook aan het verkrijgen van een strategisch instrument
voor deze raad, namelijk Levi 2030 dat in zich al bestuur
lijk vernieuwend is - hebben wij daar op dat moment priori
teit aan gegeven en is deze zaak inderdaad iets naar achte
ren geschoven. Dat heeft verder niets te maken met minder
belang er aan toekennen, maar wel kijken naar wat wij aan
het doen zijn, waar kunnen wij verder processen verbeteren,
waar zijn wij mee aan de gang, met LIS, de vervolgnota LIS,
daar hebben wij alle aandacht aan besteed. Ik vind het jam
mer, ik heb dat in de commissie ook tegen de CDA-fractie
gezegd, dat de CDA-fractie zegt dat het teleurstellend is
en mager. Ik heb hen twee jaar geleden, ik dacht in 1995,
uitgedaagd om verder met mij en met het college mee te den
ken om nieuwe suggesties te leveren voor een vervolgnota en
nu hoor ik dat het teleurstellend en mager is en zij doen
verder geen enkele suggestie. Dat vind ik erg jammer. Ik
had van de CDA-fractie wat dat betreft meer verwacht.
Blad 63
Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997
Ik begrijp dat de heer Jacobse nu de nota gelezen heeft,
hij had hem in de commissievergadering nog niet gelezen. Ik
vind het jammer dat hij het adviesrecht en daarmee het be
grip flauwekul op één lijn zet, want dat is natuurlijk niet
de intentie waarmee wij als college en gemeentebestuur om
gaan met de inspraak. Ik denk dat het goed is om de woorden
die anderen daarover hebben gesproken te onderstrepen. Als
hij de intenties van het college leest, die wij hebben
neergelegd in de Perspectiefnota en ook bij de begroting,
over het verdergaan op de weg van interactieve beleidsvor
ming - daar zijn voldoende voorbeelden voor te bedenken -
dan denk ik dat wij op die weg moeten doorgaan. Ik heb be
grepen dat de NLP-fractie dat ook zal ondersteunen.
Tenslotte heeft mevrouw Waanders een hele concrete vraag
gesteld over dat de financiële paragraaf ontbreekt. Wij
zijn nu een aantal zaken aan het uitzoeken, die leggen wij
zo snel mogelijk aan de raad voor, zeker ook met het oog op
de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen.
De gemeentewinkel is ook door enkele fracties genoemd. Er
zit op dit ogenblik vaart in en wij hopen in januari, con
form een eerdere toezegging van de voorzitter van het col
lege, een uitgebreid voorstel aan de Commissie Bestuur en
Middelen voor te leggen.
Dat is alles wat je vanuit de gemeente kunt doen. Een aan
tal raadsleden heeft opgemerkt dat dat weinig vernieuwend
is, maar dat het wel doorgaan is op een lijn die wij één
keer ingezet hebben. Ik zou mijn bijdrage willen afronden
met ook te wijzen naar de inzet die politieke partijen heb
ben als wij het hebben over een kwestie van bestuurlijke
vernieuwing. Het kan nooit zo zijn dat het alleen een kwes
tie van de gemeente is, maar het is ook een kwestie van de
politieke partijen en hun houding daarbij
De heer Krol: Ten eerste, de bekende truc in de politiek is
altijd, op het moment dat er ergens kritiek op komt, dat je
meteen degene die kritiek heeft om de oren slaat met: kom
met suggesties.
Ten tweede, wij hebben omtrent deze nota inhoudelijk met
betrekking tot een aantal onderwerpen geen enkel probleem,
sterker nog, wij zeggen eigenlijk dat wij dat eerder uitge
voerd hadden willen zien, minder in de tijd opgeschoven.
Kortom, wij vinden dat er meer aan had moeten gebeuren. Bo
vendien staan er een aantal onderwerpen in die wij vanzelf
sprekend vinden en niet horen onder een vernieuwende werk
wijze, omdat het logisch is. Het is logisch om je telefoon
op te nemen en mensen te beantwoorden en niet een half uur
te laten wachten. Als je daar vervolgens wat aan gaat doen
en dat vernieuwend noemt, dan moet u ons niet kwalijk nemen
dat wij daar kritiek op hebben, omdat dat niet onder ver
nieuwende werkwijze valt.