Blad 70 Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997 De heer FeddemaMijn fractie heeft net zoals u allen een brief ontvangen van de AbvaKabo-CFOHet verzoek in die brief was om een verklaring CAO-banenpool daar staan wij voor' te ondertekenen. Op dat verzoek wilde mijn fractie positief reageren, sterker nog, wij hadden een voorstel willen doen om die bewuste verklaring als voltallige raad te gaan ondertekenen. Het kan alsnog natuurlijk. De PvdA- fractie is ons voor, echter met een iets verderstrekkend voorstel. Wij zullen het voorstel van de PvdA-fractie steu nen, sterker nog, wij hebben het mede-ondertekend, gezien ook onze eerdere opmerkingen over de banenpool nu, maar ook van enige weken geleden over onze motie omtrent de banen poolers Echter één laatste opmerking. Wij mogen de onderhandelaars niet voor de voeten lopen. Als waarschuwing tot slot, het kan niet zo zijn dat indien partijen er niet uitkomen Leeuwarden zich verplicht voelt aan deze groep additioneel werk, een eigen reparatie te doen. Let wel, dat is aan Den Haag, Leeuwarden kan zelf niet met eigen beleid dat veranderen. Ik hoop dat men dat in ieder geval met de WD-fractie eens is. De heer JacobseIk ben het met de heer Stoker eens, het rijk is verantwoordelijk voor een banenpoolregelingWij kunnen ons natuurlijk niet overal mee bemoeien, zoals met een CAO voor het onderwijs, want wij zijn ook uitvoerende van dat soort regelingen als doorgeefluik, voor de wel- zijns-CAO, enz. Daarvoor hebben wij andere mensen gekozen op democratische wijze, namelijk de leden van de Eerste en Tweede Kamer. Die voeren het sociaal-economisch beleid, waaronder het werkgelegenheidsbeleid. Het mandaat van de lokale volksvertegenwoordiging kent zijn grenzen en dit hoort nu typisch hier niet thuis. Wij zouden het zeer waar deren als de indieners het voorstel zouden terugnemen, zo dat ons niet om een oordeel zal worden gevraagd, echter zij zullen dat waarschijnlijk wel doen. Om procedurele redenen zullen wij in ieder geval tegen stemmen. Het is wel zo dat deze gemeente natuurlijk aan de armoedeval wel het een en ander kan doen, maar dat is een hele andere discussie en waarschijnlijk wilt u die discussie juist zo dat u die ar moedeval niet opheft. De heer Meerdink: Het zal duidelijk zijn dat wij dit initi atief ondersteunen, wij zijn er ook zeer blij mee. In het verleden - eigenlijk deze hele raadsperiode al - heeft onze fractie gezegd dat er een betere rechtspositie voor banen poolers en mensen in een andere additionele werkgelegen heidssituatie zou moeten komen. Wij zijn dus ook blij dat Blad 71 Verslag van de raadsvergadering van 15 december 1997 die er nu komt. Het is drie jaar later, maar in ieder geval ligt er nu een goed voorstel. Wij vinden ook dat in eerste instantie de vraag aan Den Haag gesteld moet worden dat zij voor voldoende financiën moeten zorgen om dit beleid te kunnen voeren. Wij zijn het ermee eens dat er geen tweedeling moet komen tussen werkers die normaal betaald worden en werkers die volgens een rege ling additionele werkgelegenheid betaald worden, terwijl ze eigenlijk hetzelfde werk doen. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie en tot een soort fooiengedrag. Dat willen wij in ieder geval niet. Wij vinden dit ook een logisch vervolg op wat in de vorige raadsvergadering naar voren is ge bracht, de eindejaarsuitkering. Wij zijn het dan ook niet eens met de WD-fractie die zegt dat het zich moet beperken tot deze motie richting Den Haag, dat we geen eigen beleid in Leeuwarden wat dat betreft moeten voeren. Ik denk dat wij nu eerst moeten afwachten hoe er gereageerd wordt op deze motie. Vervolgens denk ik dat toch de vraag in Leeu warden aan de orde komt, mocht Den Haag hier afwijzend op reageren, wat dan onze eigen verantwoordelijkheid is. Die vraag zullen wij als raad niet uit de weg kunnen gaan. Maar natuurlijk van harte instemming met de motie. Mevrouw De Haan (weth.): Raadsleden, fracties en ik zelf ook zijn over deze materie geïnformeerd door de Onderne mingsraad van de banenpoolers en de vakbond. Het lijkt mij goed hier ook de informatie op tafel te leggen van de on derhandelaarsdelegatie van gemeentebestuurders die in Den Haag hebben onderhandeld met de bonden over de CAO voor de Wiw-ers. Het gaat dus niet meer over banenpoolers, het gaat in feite over de nieuwe Wiw-ers. Waarbij ik wil beginnen met op te merken dat er geen verschil van mening is tussen gemeente en vakbonden over de wens om tot zo'n CAO te ko men, de vraag is alleen wat de PvdA-fractie in de motie fatsoenlijk of humaan of acceptabel vindt voor wat betreft de invulling van die CAO. Ik moet daarbij vertellen dat zij zich daarbij heel goed moet realiseren dat de delegatie die namens de gemeenten onderhandelt met handen en voeten ge bonden zit aan de ruimte die de wetgever ons gelaten heeft. De Wiw is door de Tweede Kamer en door de Eerste Kamer aan genomen. De discussie over of die wet goed is in de voor waarde of niet goed is in de voorwaarde, is eigenlijk in Den Haag een beetje een gepasseerd station. Degenen die on derhandelen zitten in ieder geval met handen en voeten ge bonden aan de ruimte die de wet hen laat. Wij kunnen als gemeente ons niet veroorloven om een wet niet uit te voe ren. Wij zullen dus binnen de grenzen van de wet moeten blijven. Dat even ter voorbereiding. Overigens wil ik de indruk weghalen dat de Wiw als zodanig een slechte wet zou zijn. Eigenlijk is iedere gemeente ervan overtuigd dat de Wiw ons een instrument in handen geeft die de gemeente in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 36