Blad 10
Verslag van de raadsvergadering van 19 januari 1998
Aan de andere kant laat het artikel zien dat het relatief
vaak voorkomt dat jongeren weglopen voor de kansen die hen
geboden worden. Men meldt zich ziek of laat niets meer van
zich horen, omdat het baantje niet voldoet aan zijn/haar
eisen. Naar onze mening dient de JWG vooral een middel te
zijn om jongeren uit een baanloze situatie te halen. De ge
meente biedt mogelijkheden die geld kosten, dan mag je van
de participanten verwachten dat zij daar op een verantwoor
delijke manier mee omgaan.
1. Wat is het percentage uitvallers bij de JWG in Leeuwar
den?
2. Hoeveel jongeren zijn hier niet bekend bij de uitvoeren
de JWG-organisatie?
3. Is het college met de WD-fractie van mening dat na her
haald weigeren van een werkplaats en voortdurende absen
tie en nadat jongeren herhaalde malen de kans hebben ge
kregen een alternatieve baan te kiezen, betrokkenen ge
kort moeten worden op de uitkering?
Mevrouw De Haan (weth.)De vraag van de heer Brok hoe het
jongeren vergaat in de JWG, hoe het zit met hun arbeidsmo
raal en hoe de Stichting Werkwijzer, die de regeling uit
voert, zich opstelt ten opzichte van jongeren die misschien
niet zouden willen, is haast te interessant om even in een
vragen-halfuurtje af te doen. Ik zou het plezierig vinden
om daar in de commissie op terug te komen. Niettegenstaande
dat hebben wij wel geprobeerd in de loop van vandaag zoveel
mogelijk gegevens op tafel te krijgen. Omdat er een aantal
cijfers in zitten, heb ik het voor de heer Brok gekopieerd,
maar dat kan natuurlijk voor de raad ook gebeuren.
Hij vraagt wat het percentage uitvallers is. Dan praat ik
over de cijfers van 1997, de meest recente.
Er zijn 225 JWG-ers ingestroomd bij de Stichting Werkwijzer
en er zijn 231 JWG-ers uitgestroomd. In totaal waren er 450
JWG-ers in dienst bij de Stichting Werkwijzer.
Als wij kijken naar de uitstroom, want daar vraagt de heer
Brok in feite naar, dan hebben wij even uitgesplitst om
welke reden mensen zijn uitgestroomd.
Van die 231 waren er 128 die aan het werk zijn gegaan, dus
dat is het overgrote deel, waarbij de JWG dus gewerkt heeft
als opstap naar werk;
24 zijn weer opnieuw naar school gegaan;
8 zijn opgehouden in verband met ouderschap;
2 0 zijn verhuisd;
10 zijn in verband met de WAO uitgestroomd;
3 bereikten de leeftijd van 27 jaar en dan houdt de JWG op
te bestaan;
1 had geen interesse;
26 zijn op staande voet ontslagen (dringende reden Burger
lijk Wetboek, dat betekent dat die mensen zaken hebben ge
daan die echt niet door de beugel kunnen, dan wel zich ab
Blad 11
Verslag van de raadsvergadering van 19 januari 1998
soluut niet aan afspraken hebben gehouden bij de inlenende
instantie)
3 zijn ontslagen wegens werkweigering en
4 overig.
Als wij naar het totaal kijken, heeft het grootste deel dat
uitstroomt niets te maken met niet willen of geen zin heb
ben, dat heeft niets te maken met het arbeidsethos van de
JWG-ers. In die zin, als je het artikel leest in Binnen
lands Bestuur over een onderzoek in Rotterdam, kun je dus
ook duidelijk constateren dat de situatie in Rotterdam an
ders is dan hier. Even aannemende dat de cijfers voor Rot
terdam kloppen.
Dan vraagt de heer Brok hoeveel jongeren hier niet bekend
zijn. Dat is een lastige vraag. Eigenlijk moet ik daar twee
dingen op zeggen. Als je praat over de totale groep jonge
ren, dan moeten wij constateren dat de grootste groep jon
geren het gewoon op eigen kracht redt en zich dus niet bij
de JWG aanmeldt. Eigenlijk moeten wij daar alleen maar ge
lukkig mee zijn, want de JWG is natuurlijk alleen een vang
net voor diegenen die het niet redden. Het feit dat de
grootste groep jongeren zich niet aanmeldt bij de Stichting
Werkwijzer is gunstig. Daarnaast - en dat is denk ik zorge
lijker, ik neem aan dat de heer Brok daar ook geïnteres
seerd in is - is er een groep die niet aan het werk komt,
maar ook niet in de JWG terecht komt. Dat is de groep die
in de mist raakt, dat zijn mensen die zich ook niet melden
voor een uitkeringJe zou kunnen zeggen dat met name die
groep extra aandacht verdient, het op dit ogenblik ook
krijgt in het kader van schoolverlatersprojecten, GSB-
projecten, jongeren die echt de mist in raken en bijvoor
beeld op straat zwerven. Dat zijn de jongeren die wij niet
bereiken. Wij weten dat die groep er is, maar wij weten
niet hoe groot die groep is. Daar zullen wij op een andere
wijze dan de JWG met name extra aandacht aan moeten schen
ken. Dat proberen wij natuurlijk ook.
In het kader van de Wiw proberen wij daar extra aandacht
aan te schenken, daar komen wij later in de commissie wel
op terug. Er wordt onder andere gedacht aan een jongeren
loket waar aan jongeren op individueel niveau begeleiding
wordt geboden bij de ingroei in de maatschappijOverigens
blijft altijd de voorwaarde dat jongeren zich zelf moeten
melden en dat jongeren moeten willen meewerken.
Dan heeft de heer Brok de vraag gesteld hoe de Stichting
Werkwijzer reageert op jongeren die niet willen. Ik las een
artikel in de Staatscourant van de afgelopen week dat met
name daarover gaat en ook aantoont dat er een heel aantal
andere factoren de reden zijn waarom jongeren en uitke
ringsgerechtigden toch onvoldoende profiteren van de banen
groei die er op dit ogenblik in Nederland plaatsvindt. Dat
heeft eigenlijk niet zozeer te maken met het feit dat men-