Blad 12 Verslag van de raadsvergadering van 19 januari 1998 sen niet willen als wel met een aantal andere factoren. Daar kan ik nu niet zo uitgebreid op ingaan, maar het is wel heel interessantIn het kader van de Wiw kunnen wij dat oppakken, daar krijgen wij veel meer mogelijkheden. Wij moeten aannemen dat een dienstbetrekking, die wij in het kader van de Wiw aanbieden, beschouwd wordt als passend. Dat is een aanbod dat toegesneden is op de individuele mo gelijkheden van de betreffende persoon en een weigering van de betrokkene tot aanvaarding van een dergelijk aanbod kan worden beschouwd als het niet nakomen van de aan de bij stand verbonden verplichtingen en zal derhalve, tenzij in dividuele omstandigheden anders uitwijzen, moeten leiden tot een korting op de uitkering. Vervolgens heeft de heer Brok nog een vraag gesteld over een geval van weigering. Wij hebben op dit ogenblik een be staand sanctiebeleid bij de Stichting Werkwijzer. Dat bete kent dat als mensen drie keer weigeren, zij terug vallen in de uitkering. Dat sanctiebeleid is op dit moment geldig. In het kader van de Wiw zullen wij daar inhoudelijk opnieuw op terug komen en eventueel kijken of er reden is om dat te wij zigen De heer Meerdink: Als punt van orde wil ik iets naar voren brengen. Ik heb zitten luisteren naar de vragen die gesteld worden. Ik heb bij een heleboel vragen het idee dat ze ei genlijk veel beter in een commissievergadering gesteld zou den kunnen worden. Mijn wens zou zijn om in ieder geval een keer in het seniorenconvent te praten over de functie van het vragenhalfuurtje, want als het op deze manier doorgaat, denk ik dat wij behoorlijk ons doel aan het voorbij schie ten zijn. Daar zou ik graag met andere fractievoorzitters een keer over willen praten. De Voorzitter: Het vragen-halfuurtje wordt geëvalueerd sa men met het commissiestelsel. Daar treden wij over in over leg met de fractievoorzitter, eerst in aftastende zin en daarna in de Commissie Bestuur en Middelen. Punt 4 De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering van 3 november 1997. De heer Jacobse: Ik realiseer mij dat het ongebruikelijk is iets te zeggen over de notulen, het is echter uw eigen be stuurlijk vernieuwende werkwijze die mij daartoe brengt. Blad 13 Verslag van de raadsvergadering van 19 januari 1998 Het is een goed gebruik dat uit de notulen blijkt welke le den van de raad voor of tegen een bepaald hebben voorstel gestemd. Uit oogpunt van democratische controle is het ook zeker gewenst. Op bladzijde 69 is opgenomen dat twee leden van de CDA-fractie geacht willen worden tegen de verhoging van de parkeertarieven te hebben gestemd. Niet is vastge steld welke leden dit waren. Mijn verzoek is tweeledig. Ik verzoek de CDA-fractie alsnog helderheid te geven over welke leden dit betrof Ten tweede verzoek ik u, voorzitter, er in het vervolg op toe te zien dat vastgesteld kan worden welke leden een voorstel steunen en welke niet De Voorzitter: Hier zijn twee dingen aan de orde. Overigens onder erkenning dat ik blij ben dat er een keer in deze raadsperiode iemand een opmerking over de notulen maakt Wat dat betreft schrijft de heer Jacobse met mevrouw Van Ulzen geschiedenis. Maar soms is het zo dat door de notu list in de vorm van de samenvatting van een besluitvorming zoiets wordt neergeschreven. Dat is één onderdeel van ver slaglegging. Iets anders is, wat de voorzitter of een lid zegt, dat wordt vaak letterlijk weergegeven. In dit geval is door de voorzitter niet bij name genoemd welke raadsle den dat stemgedrag hebben willen laten optekenen, wel of niet door hen zelf uitgebracht als mening of via hun frac tievoorzitter. Dat is een omissie en ik wil die best ter harte namen, dat komt in ieder geval de historie ten goede, maar ook de wijze waarop nog eens teruggegrepen wordt naar de notulering. Ik zeg bij deze toe daarop te zullen letten. De heer Jacobse: Ik begrijp dat de heer Krol niet de be hoefte heeft om duidelijkheid te creëren? De heer Krol: Na de eerste pauze zullen wij u laten weten wie het waren. De notulen van de vergadering van 3 november 1997 worden, ongewijzigd vastgesteld, met inachtneming van de gemaakt aantekening Punt 5 Rondgezonden mededelingen. Sub A.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 7