Blad 34
Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998
subsidie gegeven hebben. In het verleden hebben wij in het
subsidiecontract een ander verhaal gehad dan de laatste ja
ren, dat zullen wij herstellen, wij zullen dat zeer zorg
vuldig doen. Wat mij betreft kan ik namens het college zeg
gen dat ik op dit moment absoluut aan deze motie, zoals die
geformuleerd is, in deze termen, geen behoefte heb.
Ik wil daar nog één ding aan toevoegen. Er wordt in de
overwegingen gesproken dat het zo goed zou passen in de
brede schooldiscussie, het GSBDat is ongetwijfeld juist,
maar het is zo dat wij achterstandsbeleid voeren in deze
raad en dat het gemeentebestuur daar extra middelen voor
heeft en dat de raad besluit over de inzet van middelen na
dat er - en ik wil de raad dat nog eens nadrukkelijk op het
hart binden - met alle schoolbesturen zogenaamd overeen-
stemmingsgericht overleg is geweest. Met ander woorden, al
le middelen die wij op dit ogenblik extra inzetten, wij
hebben net als college een besluit genomen om f 170.000,-
extra in te zetten, dat hebben wij pas kunnen doen nadat
wij met al die negentien schoolbesturen in deze gemeente op
overeenstemminggericht overleg hebben gehad. Wij hebben nu
geconstateerd dat dit een subsidie is uit het verleden,
waarvan het college nu zegt dat het ons verstandig lijkt,
gezien de verhoudingen, om dat subsidie te gaan afbouwen.
Ik geef dit de raad in overweging.
Mevrouw De Bruin: Nog een korte reactie.
Voor mijn fractie is het absoluut ontoelaatbaar dat er een
aantasting plaatsvindt van het onderwijskundig concept van
de Buitenschool. Daarom zijn wij ook akkoord gegaan met de
motie zoals ik die ingediend heb en die tot stand is geko
men na overleg tussen een aantal fracties en hebben wij
toch in kunnen stemmen met het tweede besluit van die mo
tie, namelijk een onderzoek te starten naar de mogelijkheid
om eventueel te bezuinigen mits die bezuiniging niet ten
koste gaat van het huidige aanbod aan zorg dat er isDat
is voor ons essentieel. Die waarborg heeft het college nim
mer kunnen bieden, sterker nog, het effect van de bezuini
ging van het college is dat wel degelijk het onderwijskun
dig concept, zoals de Buitenschool dit aanbiedt, ook aange
past wordt. Dat is onacceptabel voor ons en dus handhaven
we en blijven we de motie steunen zoals die er ligt.
De heer Krol: Wat de wethouder zegt is eigenlijk het vol
gende: wij houden de bedoeling overeind om die f 150.000,-
bij die school vandaan te halen en wat wij nu zeer zorgvul
dig zullen doen is dat vertellen aan de Buitenschool en er
vervolgens een deugdelijke motivering bij zoeken. Dat is
tot nu toe niet gebeurd en dat moet dus nu gebeuren. Ter
wijl toch het doel wat je nastreeft overeind blijft.
Blad 35
Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998
Dat lijkt mij vreemd. Dat is een vreemde redenatie, want
als je gaat zoeken naar een deugdelijke motivering en met
elkaar in overleg gaat hoe het dan eventueel zou kunnen,
dan laat je dus je intentie, het doel waarnaar je streeft,
los of moet je loslaten, want anders ben je niet geloof
waardig. Dan zit je daar altijd met gebonden handen, zo van
ze komen f 150.000,- vragen en wat wij nu ook doen is ken
nelijk het doel. Dat is denk ik niet goed, dat in de eerste
plaats
In de tweede plaats gaat het inderdaad verder dan wat wij
willen. Vanaf het begin heeft de CDA-fractie gezegd dat je
daar niet op moet willen bezuinigen, gelet op kansarme men
sen, kinderen en de zaken die je daar nog meer over kunt
zeggen. Als je komt bij die school, dan raak je onder de
indruk van de problematiek die daar heerst. Of je dat nu
betaalt uit onderwijsachterstandenbeleid of uit lokaal on
derwijsbeleid of uit stadsvernieuwingsmiddelen, dat zal mij
een zorg wezen, maar ik vind dat daar niet op bezuinigd mag
worden. Het gaat mij ook niet om de pot, het gaat mij om
waar het om draait. Dat zouden wij hier met elkaar moeten
willen uitspreken, mede gelet ook op verkiezingsprogramma's
die daar prachtige woorden over zeggen. (De heer De Jong:
De heer Krol pleit namens de CDA-fractie altijd voor be
stuurlijke zuiverheid. Hoe zit het dan met het op overeen
stemminggericht overleg, hoef ik dat dan niet meer te voe
ren?) Ik ben niet degene die aan komt zetten met een ver
haal over onderwijsachterstandenbeleid of dat soort dingen.
Ik ben begonnen met te zeggen: kijk nou eens waar wij mee
bezig zijn, watvoor nota's wij proberen samen te stellen,
watvoor bedoelingen wij daarmee hebben. Wij hebben een Bui
tenschool die goed functioneert, die antwoord geeft op de
vragen die er leven in de samenleving en vervolgens wil het
college daarop bezuinigen. Ik denk dat het bestuur van de
Buitenschool, in het overleg dat de wethouder met hen heeft
gehad, hem waarschijnlijk ook verteld heeft dat zij dat
niet willen en dat zij daarom met hem geen overeenstemming
hebben. Ten minste dat denk ik, tenzij hij dat mij straks
anders vertelt.
Vervolgens begrijp ik van mevrouw Van Ulzen dat zij de mo
tie steunt, dat is mooi.
Ik vind ook, wat je ook moge denken over welke partij dan
ook en over de manier waarop het soms naar voren wordt ge
bracht, dat het toch goed is om tegen de heer Jacobse te
zeggen dat het te prijzen valt dat hij op dit moment de ex
cuses durft te maken met betrekking tot eerder ingenomen
standpunten. Dat gebeurt niet altijd en ik vind dat heel
aardig. Dat mag ook een keer gezegd worden.
Waar het om gaat is het aantasten van de zorg zoals die er
op dit moment is. Ik denk dat dat de bedoeling is waar wij
mee bezig zijn.