Blad 46 Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998 vervolgens de beleidsbevoegdheid en de beleidsbeslissing bij de gemeenten neerlegt. Dan heb je in ieder geval een structuur waarmee je kunt werken en waarbij de beslissings bevoegdheid bij de gemeenten blijft liggen. Kortom, wij zouden graag de motie willen steunen zoals die er ligt, maar dan met een wat uitgebreider verhaal er in, wat zegt: het pakket zoals het er nu ligt wijzen wij af, maar tracht nou in de stuurgroep nog eens met elkaar te discussiëren over de knelpunten die wij zien. Dat is Finan ciën, Communicatie, Politie, GGD en Milieu. Dus dat niet alleen beperken tot de milieudienst. Voor het overige gaan wij akkoord. De heer Stoker: Bij de start van de Bestuurlijke Vernieu wing was er de constatering: wat is het een rommeltje in bestuurlijk Nederland, het lijkt wel een lappendeken. Na tuurlijk kwam de gedachte boven, dat moet anders, dat moet beter. En nu aan het eind van het verhaal moeten wij vast stellen dat er nieuwe stukken aan de lappendeken zijn toe gevoegd, maar er was te weinig stof om het geheel een nieuw aanzien te geven. Dat hadden wij graag gewild. Maar het is niet helemaal gelukt, bij de politie niet, maar vooral bij de milieutaken niet. En financieel zijn er nog grote onze kerheden, terwijl deze raad als voorwaarde gesteld heeft dat het geheel budgettair neutraal dient te verlopen. GS stellen de alles of niets vraag. Het hele pakket ja of nee. Het moet dan maar nee zijn. Wat dat betreft zijn wij het dus eens met dit collegevoorstel. Grootste punt hierbij is de milieudienst, om die reden steunen wij dan ook van harte de motie die door de heer Brok is ingediend. De heer JacobseIk dacht dat verstandshuwelijken uit de tijd waren en ik vind ook dat wij daar niet in terug moe ten. Ik vind meer het spreekwoord opgeld doen 'waar twee ruilen moet er één huilen'Wij zijn de discussie ingegaan met het uitgangspunt dat de positie van Leeuwarden ver sterkt zou worden, dat de kleinste gemeente datgene wat hij kan behappen, niet maatgevend moest zijn voor de taakverde ling, dat de herverdeling tot meer duidelijkheid en eenvoud voor de burger zou leiden en dat het kostenneutraal zou ge beuren. Als wij dan de uitkomst bekijken, in grote lijnen zoals wij die zien, dan hebben wij toch de indruk dat Leeu warden de grote verliezer is en de provincie, uitgerekend het orgaan dat het verst van de burger afstaat, de winnaar en dat de maat van de kleinste gemeente uiteindelijk hier toe heeft geleid en dat er alsnog een stelsel is ontstaan van ondoorzichtige overleg- en beslisorganen, al dan niet gebaseerd op een experimenteerwetHet is uiterst twijfel achtig of het voor de burgers in zijn algemeenheid en die van Leeuwarden in het bijzonder zonder extra kosten kan. Ik Blad 47 Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998 ga niet in op de details, de heer Krol heeft daar wat mij betreft voldoende van gezegd, ik sluit mij daarbij aan. Overigens is dat niet nieuw, want ook in de commissie heb ben wij met één mond gesproken, dat is een kwestie van ef ficiënt werken. Ik concludeer dat wij toch wat teleurgesteld zijn in het uiteindelijk resultaat en dat wij het met de afwijzing van harte eens zijn, maar dat het voor ons wel wat meer afgewe zen had mogen worden. De heer Meerdink: De discussie lijkt er nog niet op dat dit Ta Beslüt is. Na de discussie in de Commissie Bestuur en middelen kan mijn fractie kort zijn over dit voorstel. Tij dens die commissiebehandeling heb ik mijn scepsis ten aan zien van het onderdeel Politie naar voren gebracht, die scepsis is zeker nog niet verdwenen, maar is wat minder do minant geworden. Wij besluiten hier in Friesland tot een experiment om het beheer bij de Commissaris van de Koningin te leggen en het democratisch bestuur bij Provinciale Sta ten. Binnenkort wordt echter ook de evaluatie van de Poli tiewet besproken. Zeker na wat in Rotterdam en Groningen gebeurd is, zal die evaluatie nogal kritisch zijn en zal zij waarschijnlijk leiden tot aanpassing van de Politiewet. Op dit moment is zeker nog niet te verwachten dat de evalu atie zal leiden tot een provinciale inbedding van de poli tie. Het probleem van de huidige situatie zit hem niet al leen in het beheer dat een efficiënte bedrijfsvoering in de weg zou staan, zoals de heer Brok naar voren bracht, maar zit hem er ook in dat de lokale gezagsdragers hun verant woordelijkheid maar moeizaam kunnen waarmaken. Voor de hand ligt dat naar een werkbare uitwerking van artikel 28 van de Politiewet gezocht zal gaan worden. Het gaat er dan om dat beleidsvorming door gemeenten op het gebied van openbare orde en veiligheid en op het gebied van preventie en be strijding van criminaliteit mogelijk is. De in Ta Beslüt voorgestelde structuur behoeft geen beletsel te zijn voor een aansturing of mede-aansturing van de politie door ge meenten, maar dat moet dan wel wettelijk worden vastgelegd. Van de burgemeester verwacht mijn fractie in de nieuwe structuur een actieve informatie over beheer en beleid aan de gemeenteraad en het nauw betrekken van de raad bij de beleidsvorming op subregionaal niveau. Mijn fractie kan, alles tegen elkaar afwegend, instemmen met de wijze waarop het onderdeel Politie nu in dit besluit van het college is opgenomen. Ook de toevoeging in het besluit over de GGD, de financiële randvoorwaarden die helder en inzichtelijk zouden moeten zijn, heeft de instemming van mijn fractie. Wat de verdeelsystematiek betreft gaat mijn fractie ervan uit dat de onhelderheid over de positie van onder andere Leeuwarden inderdaad op een misverstand berust.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 24