Blad 36
Verslag van de raadsvergadering van 23 maart 1998
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 18.
De Voorzitter: Aan de orde is Onderzoek geloofsbrieven.
Mevrouw WaandersDe Commissie voor de Geloofsbrieven, be
staande uit de heer Hoogeveen, de heer Krol en mevrouw
Waanders, heeft de geloofsbrieven en verder de bij de Kies
wet verordende stukken onderzocht van de personen die op
vrijdag 6 maart 1998 zijn benoemd tot leden van de raad van
de gemeente Leeuwarden. De commissie heeft de geloofsbrie
ven en de andere stukken in orde bevonden. De benoemden
voldoen aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen. De com
missie adviseert de volgende personen toe te laten als lid
van de raad van de gemeente Leeuwarden:
de heer J. de Beer, de heer P.P.C.J. Bemelmans, de heer
B. Bilker, de heer R.K. Boorsma, de heer H. Brinks, de heer
A.A.M. Brok, de heer K.S. van der Brug, mevrouw A.J. Dik
ken, de heer H. Drewel, de heer W.S. Feddema, de heer
D. Feenstra, mevrouw H.J. de Haan-Laagland, mevrouw T. de
Haan, mevrouw H. Hafkamp, de heer H. te Hoeve, mevrouw
S. Inberg-Mulderde heer G. Jacobse, de heer J.B. de Jong,
de heer P. de Jong, mevrouw W.H. de Jong, de heer
F.J. Kalsbeek, de heer G. Krol, mevrouw Y.A. Mol, de heer
T. van Mourik, de heer J.P. Nijzink, de heer J. van Olffen,
de heer P.E.J. den Oudsten, mevrouw A.H. de Pree, de heer
A.S. Roekiman, de heer W.R. Sluiter, de heer A. Stoker,
mevrouw S. Sijtsma, mevrouw F.J. van Ulzen-Hakkerde heer
R.K. Veldhuis, de heer J.P.W. de Vries, mevrouw
M.C.M. Waanders en de heer R. Wijmenga.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het advies van de Commissie voor het onderzoek van de ge
loofsbrieven.
De Voorzitter: Dan zijn wij aan het einde gekomen van deze
raadsperiode. Dat betekent dat wij toch weer afscheid nemen
van een aantal raadsleden. Het zijn er elftal in dit geval.
De één is wat langer basisspeler geweest dan de andere.
Ik heb ze in drie categorieën naar anciënniteit verdeeld.
Ik doe daarmee soms een enkel onrecht, die had ook wel in
Blad 37
Verslag van de raadsvergadering van 23 maart 1998
die andere categorie kunnen zitten, maar ik houd het u als
volgt voor.
Er zijn twee afscheidnemende raadsleden die nu twee volle
raadsperioden achter de rug hebben. Dat zijn de leden Bie
mans en Bakker. Zij hebben de ontwikkeling van de gemeente
langs twee volle raadsperioden kunnen overzien, maar daar
ook zelf als bestuurder van stad en soms ook regio aan kun
nen bijdragen. Ik wil beide heren ook voor hun commissie
werkzaamheden hartelijk dank zeggen en vooral ook voor de
wijze waarop ik ze als bestuurder, ook in hun persoonlijke
belangstelling en hun persoonlijke affiniteit, heb leren
kennen. Soms was dat het oog voor detail, niet onbelang
rijk, van het sociale of gezinsmatige neveneffect, als ik
dit zo richting de heer Biemans mag zeggen of het was het
soms wel heel erg verfijnde oog voor het detail als het
ging om de gebouwde omgeving, waar de heer Bakker zich af
en toe zeer in heeft laten weten. In ieder geval, los van
de commissies die u hebt vervuld, denk ik dat ik mag zeggen
dat wij deze twee leden van de raad, die deze volle raads
periodes nu achter de rug hebben, dank verschuldigd zijn.
Dat zal ik straks ook tot uiting laten brengen in een ca
deau, waarvan u inmiddels ook zou kunnen weten wat dat ca
deau voorstelt.
Bijna, en eigenlijk voor mij helemaal, in die categorie
vallend is iemand die ook zeker langer dan één raadsperio
de, in dit geval zes jaar, deze raad heeft gediend, Maurice
Hoogeveen. Hij mag ook in deze categorie genoemd worden.
Zeker ook omdat hij in de Commissie Economische en Sociale
Zaken het commissievoorzitterschap heeft gehanteerd met
verbaal vaardige hand. Los daarvan behoorde hij ook als
fractievoorzitter de laatste jaren tot degene die in het
seniorenconvent veelvuldig werd gevraagd om zijn mening
meteen in eerste termijn. Kortom, dat is een stevige perio
de geweest met een intensieve betrokkenheid. Ook pers en
media hebben soms geschreven over een sleutelrol van de
heer Hoogeveen, maar dat is al zo lang geleden, ik wil daar
niet meer over praten. Maar het tekent in ieder geval een
intensief raadslidmaatschap, gecombineerd met een stevige
baan, die inmiddels ook qua werkplek en qua sfeer is veran
derd, wat dichter bij ons. Ik hoop dat daarin ook deze
raadservaring tot uiting mag komen. Ik ben er bijna zeker
van dat dat het geval is
De categorie drie tot vier jarigen. Dat zijn degenen die in
deze raadsperiode voor het eerst op deze stoelen terecht
kwamen. Dat zijn de leden De Bruin, Gros, Beers en Zijl
stra, want die moet ik toch in dit verband noemen, het was
voor hem een comeback, maar dat geldt voor meerdere waar
wij afscheid van nemen.