Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
Punt 9 (bijlage nr. 104)
De Voorzitter: Aan de orde is Onderhandelaarsakkoord over
dracht onderhoudsmiddelen voortgezet onderwijs per 1 augus
tus 1993
Mevrouw Inberg: Onderhandelaarsakkoord over de gelden voor
het cyclisch onderhoud waar wij inderdaad ook op gewezen
hebben. Even terug in de geschiedenis.
Tot 1 augustus 1993 was het een gemeentelijke verantwoorde
lijkheid. Er werd niet tot onvoldoende gereserveerd voor de
lange cyclisch onderhoud. De Bestuurscommissie voor open
baar onderwijs wilde deze verantwoordelijkheid niet overne
men. Vijf tot zes jaar lang is dit een patstelling geble
ven, dat is een ontzettend lange tijd. Wij zijn nu blij met
een akkoord over deze slepende affaire. Maar b. en w. heeft
ons niet uitgebreid geïnformeerd over hoe men ging onder
handelen. Wij zijn niet exact op de hoogte gehouden van de
verdere gang van zaken. De stukken hebben volgens ons ook
niet ter inzage gelegen.
Waar gaat het ons om?
Welke gebouwen zijn hierbij in het geding? Aan de hand van
de raadsbrief kunnen wij dat niet opmaken.
Op welke wijze zijn de onderhandelingen gegaan?
Kortom, graag meer informatie over deze gang van zaken. Wij
gaan ervan uit dat aan dit akkoord geen risico's verbonden
zijn met betrekking tot doorbetaling aan het bijzonder on
derwijs.
De heer Roekiman: Dit punt heeft wat ons betreft raakvlak
ken met agendapunt 10. In de commissievergadering van 7 mei
jl. stelde het college voor aan de raadscommissie akkoord
te gaan met de fusie van de scholengemeenschap de Delta,
Slauerhoff en Nijehove, maar wel onder het voorbehoud dat
er overeenstemming werd bereikt over het achterstallig on
derhoud. Dit impliceert dat wij het college een zekere man
datering hebben gegeven om de onderhandelingen aan te gaan.
Wat mij betreft een stukje motivering op grond waarvan wij
dit voorgelegd hebben gekregen.
De PAL/GL-fractie had na inhoudelijke bespreking van de fu
sie geen bezwaren meer als het gaat om de fusie. Mijn frac
tie heeft destijds wel een voorbehoud gemaakt. De reden is
gelegen in het feit dat een definitief besluit over fusie
door ons pas kan worden genomen nadat het college met con
crete voorstellen komt inzake het achterstallig onderhoud.
Wij behandelen thans het onderhandelaarsakkoord, mijn frac
tie wil en kan hier kort over zijn. De fractie van PAL/GL
vindt dit een goed onderhandelingsresultaat en wil ui-
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
teraard het college en andere participanten in deze compli
menteren
Resumerend, de PAL/GL-fractie gaat van harte akkoord met
het voorliggend voorstel
De heer Van Olffen: Ik kan mij aansluiten bij de kritiek
over hoe de commissie niet is geïnformeerd. Wij hebben in
eerste instantie een uitgebreide discussie gevoerd over het
fuseren van de scholengemeenschap. Eén van de belangrijke
onderdelen was dat er een akkoord zou zijn over het groot
cyclisch onderhoud. Wij vinden het erg slecht dat wij niet
geïnformeerd zijn en ook geen achtergrondinformatie hebben
gekregen over de wijze waarop dat akkoord tot stand gekomen
is. Ik kan mij voorstellen dat er enige tijdnood was, in
verband met de commissievergaderingen, maar dan was er al
tijd nog een schriftelijke raadpleging mogelijk geweest.
Het was nu echt zoeken om wat nadere informatie te krijgen.
Ik zou graag willen dat wij op de een of andere manier in
de toekomst dit soort procedures vermijden, want zo wordt
het lastig werken en het gaat per slot van rekening om f 5
miljoen. Ik kan u zeggen, er zijn dagen dat ik dat niet
verdien
De heer Van Mourik: Later op de agenda voor vanavond staat
het voorbereidingsbesluit voor de hoogbouw op de Lange
Marktstraat geagendeerd. Als gemeenteraad besluiten wij dan
om een voorbereidingshandeling te verrichten, waarbij wij
bij de verdere procedure betrokken worden. Bij dit punt,
het onderhandelaarsakkoord, zien wij eigenlijk de omgekeer
de figuur, de raad wordt bij het slotakkoord betrokken, mag
de nodige middelen voteren, maar is op geen enkele wijze
bij de voorbereiding betrokken geweestDaar is de WD-
fractie niet blij mee. De raadsbrief is summier, er liggen
praktisch geen achterliggende stukken ter inzage waaruit de
raadsleden zelf aan oordeelsvorming kunnen doen en toch
wordt er gevraagd om f 5 miljoen beschikbaar te stellen. De
zaak speelt vanaf 1993. Er is ruimte geweest om onderhande
lingsstrategie, de geïnventariseerde problematiek en het
verloop van de gesprekken terug te koppelen naar de Commis
sie Welzijn. Dat is niet gebeurd. Het resultaat van de on
derhandelingen kan door ons niet beoordeeld worden. Wij
hebben een paar vragen.
- Hoe is de berekening van de onderhoudsbehoefte tot stand
gekomen?
- Waarom is de zaak vanaf 1993 in wezen blijven liggen?
- Wat waren de uitgangspunten bij de onderhandelingen?
- Moeten er voor 100% goed onderhouden gebouwen overgedra
gen worden of kunnen gebouwen overgedragen worden in ver
schillende stadia van de onderhoudscyclus?