Blad 76 Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998 ment voor moeilijkheden plaatsen als wij eenzijdig dit nu vast zouden leggen. Dat wordt ook niet gevraagd in de mo tie, er wordt gezegd 'het college op te dragen om daar met de corporaties wat af te spreken'maar toch heb ik gemerkt dat er nadrukkelijk wordt gevraagd om dat vast te leggen. Dat betekent dat wij sowieso terug moeten naar de onderhan delingstafel. Wij spreken wel af dat wij dit een onderwerp vinden - dat staat nu in het convenant - dat verder uitge werkt wordt in het kader van de stedelijke herstructure ringsplan. Daar heeft de heer Drewel op gewezen. In para graaf 5.1 staat al heel nadrukkelijk van het BBSH-convenant dat over het onderdeel 'verwerven' prestatie-afspraken moe ten worden gemaakt. Daar wordt het al aangegeven. Dat past ook in het geheel van de systematiek dat wij afspreken dat wij daar aan moeten werken. Dan wordt er ook nog gesproken over de jaarlijkse beleids brief. Ik denk dat dit een heel goed punt is dat wij met elkaar afspreken dat wij een jaarlijkse beleidsbrief hebben waarin deze onderdelen aan de orde komen en dat wij afspra ken maken over onder andere het verkoopbeleid. Dan staat het als uitgangspunt vermeld èn in de prestatie afspraken èn het staat ook nog eens vermeld in deelconve nant 3, paragraaf 7.3.3 onder een apart kopje 'Verkoop van huurwoningen'Mevrouw De Jong en anderen is dat natuurlijk niet ontgaan, omdat het daar gaat over het verkoopbeleid in het algemeen. Maar ik ontkom er ook niet aan er inhoudelijk op in te gaan, omdat dat in deze discussie ook gebeurt. Dan wil ik daar het volgende van zeggen, de heer Feddema wijst daar op en ook de heer Drewel wijst daar op. Nergens staat namelijk geregeld in het convenant welke woningen verkocht worden aan wie, wat en waar. In de praktijk kunnen en zullen zich dus nog allerlei mogelijkheden voordoen, dat gebeurt nu im mers ook al, onder één restrictie natuurlijk, als ze maar niet tot de kernvoorraad behoren. Er is zelfs ook al gezegd dat er dan automatisch ongeveer 2.500 woningen vrij komen, waarvan een deel natuurlijk zal worden verkocht, waarvan een ander deel op een andere manier zal worden betrokken in het geheel van het verhaalDus er moet iets gebeuren met het restant dat boven die ruimt 9.000 huurwoningen valt. Nogmaals, hoe, wat en welke kunnen wij nu niet regelen, want daar is niet over gesproken en ook over hoe en wat is niet gesproken. Ik vind het wel belangrijk om daar natuur lijk ook de doelstelling bij te betrekken, van wat je daar mee wilt. Wil je daarmee geld verdienen, het zou kunnen. Ook dat is niet besproken, maar dan moet je op z'n minste ook over de boekwinst spreken. Wil je bestrijding leegstand of wil je het aantal huurwoningen verminderen? Die combina tie passen wij op dit moment bijvoorbeeld toe in Heechterp. Dat betekent dus dat je in het kader van het verdere ver- Blad 77 Verslag van de raadsvergadering van 2 9 juni en 6 juli 1998 haal wat wij nu met elkaar afspreken dat moeten regelen. Dat is ook de deal Dan is er nog een belangrijk punt, ook daar heeft mevrouw De Jong op gewezen. Zolang de rijksregelingen nog niet zijn veranderd kunnen de inkomensgroepen van beneden de f 33.000,- vrijwel niet kopen. Wij hebben in bijna alle kranten kunnen lezen dat het CBB daar een gevraagd advies van de staatssecretaris over heeft geformuleerd. Daar kun je het mee eens of oneens zijn. Ons beleid is in dezen heel duidelijk, wij willen natuurlijk een groot aantal mensen in de buurt behouden en wij willen als gemeentelijk beleid ook dat er wordt gedaan aan vermogensopbouw. Dat kan dus - ik ga weer terug naar die 2.500 woningen - door die ook deels in de verkoop in de nadere plannen te betrekken, maar dan wel gekoppeld aan de wijkontwikkelingsplannen, dat moet er voortdurend bij gezegd worden, worden geregeld. Dus aan de ene kant CBB met een advies dat het er op dit moment op lijkt dat Den Haag zegt dat het niet aan de orde is, het kan niet. Maar de staatssecretaris moet zelf ook spreken in de Tweede Kamer uiteraard. Aan de andere kant hebben wij hier ons eigen beleid waar wij duidelijk onze doelstelling in hebben, die wij hier ook hebben verwoord. Er is door sommigen ook gesproken over een marktsituatie in Leeuwarden, die je toch niet helemaal kunt vergelijken met bijvoorbeeld Amsterdam. Dus een goedkope huurwoningvoorraad en daar een groot deel van in de verkoop te brengen, dat zou wel eens negatieve effecten kunnen hebben voor het to taal en daarvoor doen wij juist het herstructureringsbe- leid. Er is juist behoefte aan woningen, hebben wij met el kaar afgesproken, van de middengroep. Met andere woorden, de markt, ook al is die verschillend met die in Amsterdam, bepaalt hier ook heel sterk. Het college vindt - en sommigen hebben dat ook gezegd - de motie sympathiek, maar hij is op dit moment te vroeg. Het zou ons ertoe brengen dat wij weer terug moeten, dat kan natuurlijk best maar dan kan het convenant niet worden on dertekend en dat zou erg jammer zijn. Ik zou heel graag in overweging willen geven om met datgene wat net door mij verteld is, maar wat al in de convenanten staat, om dat in overweging te nemen alvorens de motie in stemming te bren gen. In tweede termijn kunt u reageren hoe u dan met de mo tie wilt omgaan. Ik wil verder ingaan op wat vragen die er zijn gerezen over wat andere onderwerpen. Dat gaat bijvoorbeeld om het tweede deel van die f 125.000,-. Nu is er twee keer sprake van f 125.000,-, maar ik wil het in eerste instantie hebben over het woonlo- ket. Door een heel vervelend misverstand zijn wij er van-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 19