Blad 78
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
middag achter gekomen, als het gaat over het tweede deel
van de f 125.000,- structureel vanaf 1999 voor het woonlo-
ket in het kader van de reguliere middelen maatschappelijke
opvang, dat daar geen overleg over is geweest met het veld
van de maatschappelijke opvang. Overleg met mijn collega
van Samenlevingszaken heeft er in geresulteerd dat wij u
willen voorstellen op dit moment om waar staat bij het be
sluit 'om voor 1999 en later de dekking wat betreft de re
guliere middelen op basis van de Welzijnswet, te ontvangen
middelen voor de maatschappelijk opvang' er op dit moment
even uit te halen, omdat dit niet is overlegd met het veld.
Dat vinden wij niet correct. Nogmaals onze excuses daar
voor. Wij zijn er te laat achter gekomen dat daar een omis
sie is en wij komen daar te zijner tijd, als de besprekin
gen met het veld achter de rug zijn uiteraard op terug. Dat
zou ik willen voorstellen. (De Voorzitter: Heel concreet
betekent deze namens het college gedane mondelinge toevoe
ging dat de laatste zin onder besluit 2. vervalt. Wij laten
het nu dus in dit voorstel over het praten van de dekking
over 1998. De laatste 4 regels van besluit 2. vervallen.)
Dan heeft mevrouw De Jong nog gewezen op een uitspraak van
mij waar ze zei dat maar van één partij de toezegging is
geweest en dan moeten wij maar geloven dat het goed komt.
Die toezegging heb ik gedaan als het gaat over de procedu
res waar zij op wees, over hoe om te gaan met sloop in ter
men van communicatie, in termen van zelf regelen in de to
taalplannen en dat niet, zoals de heer Feddema nu ook weer
zegt, sommigen voor de muziek uitgaan. Dat wij dat in een
totaalplan eerst in een stedelijke visie verwoorden, maar
uiteraard in de uitvoering en uitwerking komt dat in de
wijkplannen aan de orde. Dat heb ik toegezegd en morgen on
derhandelen wij weer met de corporaties en dan heb ik dat
in te brengen.
De heer Drewel heeft de positie en de verantwoordelijkheid
van gemeenten en corporaties geschetst. Dat komt overeen
met wat ik zonet heb gezegd omtrent de motie, dat het op
dit moment inderdaad te vroeg is, dat wij daarin een hele
andere verantwoordelijkheid hebben gekregen, dat wij niet
al vanuit deze plaats en dit moment dat zo kunnen dirige
ren
De heer Drewel heeft ook gewezen op het verkoopbeleid ten
aanzien van huurwoningen. Ik ben dat met hem eens.
Mevrouw Inberg heeft ook complimenten gemaakt en heeft ge
vraagd hoe het zit met het duurzaam bouwen. Hoe zal de wet
houder reageren? Ik reageer exact zoals ik in de commissie
heb gereageerd. Mevrouw Inberg heeft over de kwaliteit ge
sproken van het slopen, dat heeft natuurlijk niet alleen
aandacht, dat moet ook beleid zijn uiteraard.
Blad 79
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
Dan heeft zij gesproken over de grondstofvernietigingWij
zullen dat via onze nieuwe medewerker inbrengen.
Zij heeft ons een compliment gemaakt als het gaat over het
voorstel van het halfjaarlijks gesprek tussen de gemeente
raad en de corporaties.
De heer De Jong van de NLP-fractie heeft ook gewezen op de
goedkope huurwoningen die dan koopwoningen zijn en dat
daarmee de markt kan worden bedreigd.
De heer Feddema heeft ook nog even heel nadrukkelijk gewe
zen - dat ben ik met hem eens - op dat welke publicaties er
op dit moment ook zijn, dat wordt heel gauw toegeschreven
naar dat ene woord 'sloop', maar het gaat juist om kansen
en dat zouden wij er veel meer uit moeten halen. De heer
Feddema weet dat wij dat met hem eens zijn en dat wij een
werkgroep hebben ingesteld over hoe je die communicatie
doet. Maar wij kunnen niet alles voorkomen, wij zijn ook
geen journalist. Het is op dit moment natuurlijk wel zo dat
dit wel een hot item is, ook dat moet je niet ontkennen.
Maar ik ben het met hem eens, wij zullen veel meer die kan
sen moeten verwoorden.
De heer Boorsma wijst er op dat er een terugslag kan komen
in de economie, zodat er een grotere druk is op de huurwo
ningen en dat heeft weer zijn gevolgen voor de kernvoor-
raad. Dat is ook in de commissie heel uitgebreid door me
vrouw Inberg naar voren gebracht. Wij hebben juist een mar
ge in die kernvoorraad gebracht om dat op te vangen.
De heer Boorsma vraagt heel nadrukkelijk hoe het zit met de
huisvesting gehandicapten in relatie tot de kernvoorraad.
Ik moet zeggen dat wordt in zijn totaal natuurlijk een
volkshuisvestingsbeleidsaspect, dus dat is al vastgelegd,
maar door het nieuwe volkshuisvestingsplan dat wij nu weer
voorbereiden moet dat natuurlijk weer worden vastgelegd.
Dat ben ik met hem eens.
Dan over de woningvoorraad in de buurgemeenten. Ook de heer
Stoker heeft heel nadrukkelijk gewezen op de rol van de
provincie en buurgemeenten, daar kan ik heel kort over
zijn, daar moeten wij beslist bindende afspraken voor ma
ken.
De heer Roekiman wijst op de problemen die er zijn bij het
kopen van huurwoningen door lagere inkomensgroepen. Toch
heeft hij de motie ondertekend. Ik denk dat ik genoeg ge
zegd heb omtrent de argumenten om op dit moment de motie
niet te kunnen aanvaarden. Het zou ons echt in de problemen
brengen