Blad 88
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
dat er ruis zit in de interne communicatie. Er is een brief
geschreven, de ene fractie zegt dat dit er niet in staat,
de wethouder bevestigt dat. (De heer Den Oudsten Ik heb al
leen maar te maken met die correspondentie die is gericht
aan het gemeentelijk apparaat en aan het college van b. en
w.Ik reageer even op de resterende fracties die op een
gegeven moment menen dat zij niks hebben ontvangen en tege
lijkertijd hoor ik ook dat dat nooit in een brief is ver
meld en de wethouder bevestigt dat het wel is vermeld. Dit
houdt voor ons in dat er totale onduidelijk bestaat over de
gang van zaken. Dit is tegelijkertijd reden voor mij om het
toch te willen agenderen voor de commissie. Daarmee kunnen
de inwoners in staat worden gesteld om vervolgens hun zegje
te doen. Wethouder De Haan heeft natuurlijk in een bijeen
komst in het wijkcentrum Nijlan alles mogen vernemen wat
zich daar afspeelt. Ik weet niet in hoeverre dat doorgecom-
municeerd is, maar laten wij ervan uitgaan dat dat wel ge
beurt, voor mij reden genoeg om in ieder geval te vragen of
wij dit niet kunnen agenderen. Het gaat niet zozeer om een
aantal zaken, maar het moet bespreekbaar gesteld worden wat
mij betreft.
Mevrouw WaandersIk denk dat de heer Roekiman nu gaat zor
gen voor ruis. De opmerking die de heer Ten Hoeve heeft ge
maakt ligt precies in de lijn van wat de wethouder heeft
geantwoord. Wij hebben inderdaad brieven gehad en dat ging
over de bestemming. Daar heeft de wethouder ook op gerea
geerd. Er is bericht gedaan naar alle mensen die erover ge
klaagd hebben. Over de procedure zelf, heeft de wethouder
volgens mij een heel duidelijk antwoord op gegeven. Volgens
mij probeert de heer Roekiman nu onduidelijkheid te creëren
die er volgens mi] helemaal niet meer is.
De heer Ten HoeveDe beantwoording van de wethouder ten
aanzien van het andere punt is mij nog niet helemaal duide
lijk. Hij zegt dat het bouwplan de procedure heeft doorlo
pen. Doelt hij dan op het bouwplan voor het ene deel of het
bouwplan voor Formido en De Zeeuw? Hij zegt dat hij er alle
vertrouwen in heeft op basis van wat hij nu weet dat het
aan de uitgangspunten, die de commissie heeft vastgesteld,
zal voldoen.
Even in aanvulling op wat mevrouw Waanders zegt, ik vind
ook dat de heer Roekiman wat met een beschuldigende vinger
rondgaat. Hij suggereert dat er iets mis is gegaan met de
verkoop van de Schrans en dat er hier ook op die manier
iets mis is gegaan. In de hele correspondentie is geen
sprake geweest van dit soort dingen. Dat ging over andere
dingen. Daar hebben wij onze keuzes in gemaakt. Daarbij zeg
ik nog, wij verkopen hier - dat staat er ook heel duide-
Blad 89
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
lijk - voor onderwijsdoeleinden. Als er ooit nog eens spra
ke is van een andere bestemming, dat zullen wij als raad,
met alle afwegingen die daarbij horen, een bestemmingsplan
wijziging moeten voorbereiden. Maar wij verkopen het op dit
moment niet anders dan voor onderwijsdoeleinden. (De heer
Roekiman: De wethouder zegt ook dat er andere gegadigden
zijn die wilden kopen.)
De heer De VriesIk moet nog even reageren op de wethou
der. Ik denk nog steeds dat zolang je een stuk grond in ei
gen bezit hebt, dat je - zoals je dat zegt - spekkoper
bent. Wij hebben een stuk gezien in de Commissie Stadsont
wikkeling en daar ademde het hele project dezelfde geest
uit. Als nu de wethouder zegt dat garanderen in de politiek
wat moeilijk is, begrijp ik dat niet, want waarom kun je in
de politiek geen dingen garanderen, maar dat zal wel aan
mij liggen. Als de wethouder wel toe wil zeggen dat het
restant van het project in dezelfde geest wordt gebouwd als
het eerste deel, dan wil ik wel akkoord gaan.
De heer Den Oudsten (weth.)Er zijn als het gaat om het
Vrijheidsplein twee mogelijkheden, of wij verkopen de grond
wel of wij verkopen hem niet en dan hebben wij morgen een
schadeclaim. Dat zou ik nog terecht vinden, als de ontwik
kelaar dat doet, ook.
Het tweede is dat u vraagt of de resterende delen als een
soort voortzetting is van de eenheid die bedoeld is op dat
hele terrein. Dan zeg ik 'ja', dat is absoluut de bedoe
ling. Er komt een gebouw dat eenheid uitstraalt. Dat be
staat wel uit verschillende delen, maar het is qua archi
tectuur en aanzien toch één samenhangende invulling. Daar
kan ik bevestigend op antwoorden. Ik moet u zeggen dat het
een keuze is - en daar sta ik voluit achter - om niet nu
een stukje van de grond te verkopen en bij het volgende
plan weer een stukje, omdat ik vind dat wij op een volwas
sen manier ook met ontwikkelaars moeten omgaan. Dat ver
trouwen heb ik zeker.
Dan nog even naar de heer Roekiman. Er zijn twee type reac
ties gekomen op deze grondverkoopDe ene had te maken met
gebruik, de andere had te maken met de verkoop zelf. Ik heb
de correspondentie ten aanzien van de verkoop zelf hier
niet bij de hand, ik wil graag de kopieën daarvan verzor
gen. Dan zal hij ook zien dat de procedure correct is ver
lopen en dat er geen aanleiding is om het weer op te hou
den
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.